Dronejournalistiek

“Drones verdienen dezelfde bescherming als journalistieke bronnen”

Drone-technologie ontwikkelt zich razendsnel. Dat ondervond ook dr. David Goldberg, drone-expert, jurist en als onderzoeker verbonden aan de University of Londen en de University of Oxford. In 2013 publiceerde hij met collega’s van het Reuters Institute for the Study of Journalism een onderzoeksrapport naar drones en journalistiek. Maar nu, slechts een jaar later, noemt hij sommige conclusies daarin al voorbarig. Uw vliegende reporter sprak met hem in november 2014.

David Goldberg portret
Drone-expert Dr. David Goldberg. Foto: Goldberg

Ruim een jaar geleden publiceerde u met twee collega’s van Reuters Institute for the Study of Journalism Het Reuters Institute for the Study of Journalism is een instituut van de University of Oxford dat onderzoek doet naar actuele kwesties in de journalistiek. Meer informatie is te vinden op de website van het Reuters Institute. een rapport over het inzetten van drones in de journalistiek Goldberg, Corcoran & Picard (2013), Remotely Piloted Aircraft Systems & Journalism: Opportunities and Challenges of Drones in News Gathering. Het rapport is te vinden op de website van het Reuters Institute for the Study of Journalism. Technologie heeft zich sindsdien razendsnel ontwikkeld. Wat heeft u het meest verrast?

“Wat ik niet had zien aankomen is dat journalisten vooral geïnteresseerd zijn in kleinere drones, voornamelijk onder de twee kilogram. Mark Corcoran, mijn collega-onderzoeker, is verantwoordelijk voor het drone-beleid van ABC Television in Australië. Ook zij kijken vooral naar de lichtere drones voor verslaggeving.

Ik weet niet precies hoe groot de groep journalisten is die drones wil gebruiken. Wel zie je dat ze meer gebruikt worden door burgerjournalisten, dan door de gevestigde media. Gerenommeerde nieuwsorganisaties als ABC, CNN en BBC zijn hier zo correct mogelijk mee bezig, ze willen zich aan alle regels houden. Daardoor zijn ze zorgvuldig in de manier waarop ze dit opzetten binnen hun organisatie, maar ook voorzichtig Begin 2015 is bekend gemaakt dat de Amerikaanse toezichthouder op het vliegverkeer, de Federal Aviation Administration (FFA), toestemming heeft verleend aan CNN en een coalitie van tien Amerikaanse nieuwsorganisaties (onder meer New York Times, Washington Post en Associated Press) om in samenwerking met onderzoeksinstituten te gaan experimenteren met drones voor nieuwsgaring. Zie het persbericht van CNN en het persbericht van de New York Times..

Burgerjournalisten hebben meer ruimte. Die hoeven niet hun best te doen om hun baas te overtuigen. Ik zeg niet dat individuele journalisten er onverantwoordelijk mee omgaan, maar ze zijn er gewoon meer klaar voor.”

In het rapport schetst het onderzoeksteam een toekomstscenario. De opkomst van goedkope, kleine en eenvoudig te bedienen drones zou leiden tot “een ‘dronejournalist’ die arriveert op de plek van een nieuwsverhaal, zijn kleine multi-rotor uit de rugzak haalt en die laat opstijgen om zich te voegen in de zwerm in de lucht hangende drones, helikopters en vliegtuigen van nieuwsorganisaties, en toestellen van politie, hulpdiensten en zelfs omstanders.”

“Ja, dat was een erg idealistisch beeld. In de toekomst krijg je inderdaad dat bij een breaking news story diverse beroepsgroepen met drones betrokken zijn: politie, brandweer en eersthulpdiensten. En dus ontstaat er een situatie waarin het luchtruim rond zo’n plek gereguleerd moet worden. En dat is ingewikkeld. De journalist zal dan ruimte moeten geven aan de hulpdiensten die op dat moment hun werk moeten doen. Maar vooralsnog is het niet voorgekomen dat er een situatie is ontstaat waarin meerdere partijen strijden om schaarse luchtruimte.

Ik zie nu in dat het moeilijker wordt om drones te gebruiken voor breaking news dan we dachten. Je hebt namelijk te maken met weersomstandigheden – die moeten dan maar net goed zijn. Het kan maar zo te hard waaien of regenen. Of het zicht is slecht, bijvoorbeeld als er dichte mist is.

Vervolgens heeft de journalist een hele goede camera nodig die op grotere afstand van het onderwerp goede beelden kan maken. En dan is er ook nog de regelgeving waar de journalist rekening mee moet houden, bijvoorbeeld het verbod op het gebruik van drones op plekken waar veel mensen verzameld zijn – dat zijn juist de plekken waar journalisten ze willen gebruiken.”

Moeten journalisten verslag kunnen doen van demonstraties?

“Absoluut. Dat gebeurt ook al Zie het artikel De journalist als Little Brother op NieuweJournalistiek.nl.. Het is letterlijke een nieuwe invalshoek voor de verslaggeving. Maar daarin moet de journalist wel de balans vinden, vanwege de veiligheid. Het is niet toegestaan om boven mensenmassa’s te vliegen. Daar moet je een bepaald aantal meters bij uit de buurt blijven.

Een camera met een geavanceerde lens aan boord kan zo’n probleem oplossen, want dan kun je op grotere afstand blijven: een helikopter met een goede camera aan boord kan dat ook vanaf een kilometer afstand. De vraag is dus: hoe dichtbij moet de drone in de buurt van de demonstratie vliegen?”

Tijdens de drone-conferentie aan de Griffith University in het Australische Brisbane in november 2014 noemde u de drone de volgende stap in de evolutie van de camera Op het weblog journlaw is een verslag te lezen: Responsible media use of drones should be exempted from laws . Wat bedoelde u daarmee?

“Fotografie bestaat al heel lang. De uitvinding van de Kodak Brownie De Kodak Brownie was de eerste goedkope en gebruiksvriendelijke camera, die er voor zorgde dat fotografie binnen het bereik van de massa kwam. Kijk voor meer informatie op Wikipedia. veranderde fotografie van een statisch fenomeen in een mobiel fenomeen. De drone is daarin de volgende stap, van mobiel naar vliegend en op afstand bestuurbaar.

Er is nog een reden om de drone te zien als een vliegende camera. Een journalist heeft het recht om een fototoestel te gebruiken om gegevens te verzamelen, zodat hij het publiek kan informeren. Dat is een onderdeel van de persvrijheid. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een gerechtshof waar iedereen klachten kan indienen tegen een lidstaat van de Raad van Europa over het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). in Straatsburg heeft zich al verschillende keren uitgesproken ten gunste van journalisten die hun bronnen willen beschermen. Want bronbescherming is essentieel om de pers zijn werk te laten doen. De drone gebruiken als vliegende camera is ook een manier waarop de pers werkt. In die zin moet een drone dezelfde beschermde status hebben als de journalistieke bron.”

Wat vind u van het idee dat de Nederlandse politie onderzoekt hoe ze drones op elk willekeurig moment uit de lucht kunnen halen? Zie het artikel Nieuwsdrone als prooi voor hackers, datadieven en politie op NieuweJournalistiek.nl.

“Dat klinkt erg zorgwekkend, ja verontrustend zelfs. Als die mogelijkheid er werkelijk komt… Kijk, journalisten kunnen midden in een onderzoek zitten en daarbij een drone gebruiken om op een legitieme manier beelden of andere gegevens te verzamelen. Als dat op een of andere manier kan worden gehinderd door de politie of door veiligheidsdiensten, dan is dat zorgwekkend. De vraag wordt dan ineens: in hoeverre heeft de journalist het recht om zijn vliegende camera te gebruiken, ook in omstandigheden waar de autoriteiten het niet zouden willen.

Momenteel loopt er een zaak aan het Europees Hof in Straatsburg, waarbij een Engelse journaliste door de politie werd tegengehouden toen ze onderweg was om een wapendeal te fotograferen in Londen. Ze werd destijds kort vastgehouden en stelt nu dat dit een schending is van artikel 10 Artikel 10 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens beschrijft de vrijheid van meningsuiting., omdat de opsluiting niet gebaseerd was op bewijzen of objectieve feiten. Maar ze werd er wel door gehinderd in haar legitieme werk als verslaggever. De uitspraak die het Europees Hof over deze zaak zal doen, zou wel eens heel bepalend kunnen zijn voor de inzet van drones in de journalistiek.

Toch moeten journalisten wel een quid pro quo aanvaarden. Als er met een drone ongelukken worden gemaakt, dan moet de drone-piloot kunnen worden geïdentificeerd. Dus het lijkt me aannemelijk dat er wetgeving komt die stelt dat de drone op de een of andere manier geïdentificeerd kan worden. Bijvoorbeeld door middel van een microchip. Dat is niet iets waar ik erg enthousiast voor ben, maar het is wel nuttig.”

U zei op de Australische conferentie ook bezorgd te zijn dat luchtverkeersautoriteiten gaan censureren. Kunt u dat toelichten?

“Dat was wat theatraal uitgedrukt, maar waarover ik bezorgd ben is dat als het journalistieke gebruik geautoriseerd moet worden – omdat journalisten een of ander certificaat nodig hebben voor het werken in de lucht In Nederland worden de certificaten afgegeven door het Britse EuroUSC en het NLR (Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium) – er dus een autoriteit moet zijn die hun werkzaamheden controleert. Als die autoriteit weigert toestemming te geven, zonder dat er bijvoorbeeld de mogelijkheid is om daartegen in beroep te gaan, dan betekent dit dat die luchtvaartautoriteit beslist wie er met een drone mag vliegen om het nieuws te verslaan, en wie niet. Dat is niet iets waar die luchtvaartautoriteit voor bedoeld is.”

Het rapport Remotely Piloted Aircraft Systems & Journalism: Opportunities and Challenges of Drones in News Gathering van Goldberg, Corcoran en Picard (2013) is te vinden op de website van het Reuters Institute for the Study of Journalism.


— of — Reageer

Reacties