Startups: Follow the Money

Onafhankelijk maar niet afzijdig: de moraal van Eric Smit

Eric Smit is een van de beste onderzoeksjournalisten van Nederland, daar zijn collega’s het over eens. Hij is een harde werker en een doorzetter die het conflict niet schuwt. Het zijn karaktereigenschappen die goed van pas komen bij langdurig uitzoekwerk en zijn diep gekoesterd wens van Follow the Money (FTM) een succes te maken. Maar anders dan de meeste van zijn collega’s mengt hij zich nadrukkelijk in het publieke debat. Wat drijft Eric Smit?

“Ze zijn too big to fail, dus in feite dragen wij allemaal het risico als die knuppels het verkeerd doen.” Eric Smit (48) zit aan tafel bij Jeroen Pauw In de talkshow Pauw van 20 maart 2015. Het fragment is terug te kijken op de website van NPO. en praat over bonussen in de bankwereld naar aanleiding van de loonsverhoging die bestuurders van ABN AMRO zichzelf hadden toebedacht. Banken zijn helemaal geen normale bedrijven, betoogt Smit. Ze mogen niet failliet gaan. Eigenlijk zijn het meer nutsinstellingen. Hij is dan ook tegen de beursgang van ABN AMRO. Laat de bank maar lekker in handen blijven van de staat.

Eric Smit tijdens de uitzending van Pauw op 20 maart 2015.
Eric Smit tijdens de uitzending van Pauw op 20 maart 2015.

In maart en april mocht hij drie keer aanschuiven bij Pauw om zijn tegendraadse mening te verkondigen. Ook bij Vandaag de Dag Vandaag de Dag is het ontbijtprogramma van de omroep Wakker Nederland (WNL) en wordt dagelijks uitgezonden tussen 7 en 9 uur op NPO1. was hij te zien. Hij zoekt graag het debat, wil graag uitleggen hoe het zit. “Eric is een heel idealistische journalist”, zegt Mark Koster, die met Smit aan de wieg stond van FTM Lees het verhaal over het ontstaan van FTM op Nieuwe Journalistiek: Zoektocht naar een verdienmodel voor veelbetekenende online onderzoeksjournalistiek. en nu chef online is bij Quote. “Hij is ook een activist, en een moralist.”

Die drang om mensen de ogen te openen en iets te veranderen in de samenleving is ook de motor achter Follow the Money, het multimediale platform voor financiële onderzoeksjournalistiek. Mensen financieel slimmer maken, dat is wat Smit wil. “Ze moeten snappen wat de gevolgen van economische ontwikkelingen zijn voor hun eigen leven. Dat ze zelf onderdeel zijn van het systeem.” Waar komt die drang de wereld te verbeteren vandaan?

Gezin van herkomst

Smit is de oudste zoon uit een ondernemersgezin. “Mijn ouders zaten in de kantoormachinehandel. Eind jaren zeventig kwamen daar de computers bij. Mijn vader was eigenlijk verkoper, een hele goeie. Hij was een van de eersten die zag: hee, leuk apparaat.”

Zijn moeder deed de administratie. “Die twee vulden elkaar goed aan. Desktop computing ontstond begin jaren tachtig, het was een revolutie en dat betekende heel veel dozen verkopen, en natuurlijk software, met veel winst. Het bedrijf groeide snel, en ging de automatisering in. In 1987 hebben ze alles verkocht en ja, uiteindelijk waren ze miljonair.” Hij zegt het verontschuldigend.

“We hebben altijd comfortabel geleefd, ook toen mijn vader nog voor een baas werkte. Eerst behoorden mijn ouders tot de middenklasse en daarna tot de newly rich. Huis in Doorwerth doorwerthDoorwerth ligt iets ten westen van Arnhem. gekocht, in de bossen wonen, en dan snel verveeld raken. Het heeft bij mij eigenlijk een soort contraire belangstelling voor geld opgeleverd. Ik kreeg er een allergie voor. Die eenzijdige, eendimensionale kijk op bezit en het verwerven van welstand is ongelooflijk oppervlakkig.”

Wat had hij dan verwacht? “Ik had toen misschien een wat simplistische opvatting over zelfverwezenlijking. Je hebt jarenlang hard gewerkt, wat ga je dan doen? Je gaat aan cultuur doen. Reizen, je volzuigen met de mooie dingen van het leven. Maar voor hen betekende dat geld uitgeven. Dure meubeltjes uitkiezen.”

Opgelicht door de boekhouder

Er is nog een ervaring die hem gevormd heeft. “Begin jaren tachtig werden mijn ouders opgelicht door hun boekhouder. Later ga je de machinaties veel beter begrijpen, als je wat ouder wordt.” Geld corrumpeert, wil hij maar zeggen.

De boekhouder had een handtekening vervalst en zichzelf uitbetaald, vertelt zijn moeder, Mieke Smit. “Het ging om 45 duizend gulden, dus daar zijn we wel weer overheen gekomen. Maar de ervaring zal Eric ongetwijfeld beïnvloed hebben.”

Overigens heeft ze nooit gemerkt dat hij zich ergerde aan de spendeerdrift van zijn ouders. “Mijn man had enkele miljoenen en toen moest er een Porsche komen. Dat was een jeugddroom. We zullen best geldverslindende dingen gedaan hebben. En dan komt de econoom in Eric naar boven.” Geld maakt niet gelukkig, benadrukt ze. Het is plezierig als je het hebt maar geluk in de liefde is belangrijker.

Hielp hij zelf als kind mee in de zaak van zijn ouders? “Nee hoor, helemaal niet”, zegt Smit. “Ik ben in 1979 begonnen met squashen, en het enige wat mij bezighield was de squashbaan en een beetje school.”

In zijn tijd als squashspeler schreef Eric Smit al: hij had een column in een squashblad, gesponsord door het sportmerk Head.
In zijn tijd als squashspeler schreef Eric Smit al: hij had een column in een squashblad, gesponsord door het sportmerk Head.

Professioneel sportman

Hij deed VWO en werd profsquasher, de eerste twee jaar fulltime. Daarna ging hij ernaast economie studeren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Het vak koos hij niet omdat het hem interesseerde maar uit opportunistische overwegingen. “Ik was er wel goed in op de middelbare school. Het ging me makkelijk af. Da’s een. Twee, met economie kan je wat als je groot bent. Ik was jong en wist niet wat ik wilde. In dat geval ging je rechten doen of economie. Ik koos voor economie.”

Gaandeweg kreeg hij er toch lol in. “Ik was vrij eerzuchtig. Op de middelbare school was ik een gemiddelde leerling omdat ik niet zo heel veel deed. Ik sportte fanatiek en deed verder het broodnodige. Maar toen ik op de universiteit kwam vond ik dat toch wat onambitieus en heb ik meer mijn best gedaan.”

Tussenstop

Toen hij afstudeerde, maakte hij ook een einde aan zijn squashcarrière. Hij was bijna 30. “Ik zat op de toppen van mijn kunnen en wist dat ik geen wereldkampioen zou worden. Dus ik dacht: ik kap ermee. Ik moet aan het tweede deel van mijn leven beginnen.”

Via de participatiemaatschappij van een van zijn vier halfzussen belandde hij bij een internetbedrijf. Het bleek niet meer dan een korte stop. “Na tien maanden was ik weer weg.” Waarom? “Ik moest mezelf opnieuw uitvinden en de schok was te groot.”

“Ik had tien, twaalf jaar lang eigen baas gespeeld en dan in een keer met pak aan… ik vond het een dodelijk saaie wereld. Op kantoor dingen doen, achter een computertje zitten, spreadsheetjes invullen, plannen maken, dingen notuleren, ik werd gek. Mentaal was ik allerminst opgewassen tegen de ommekeer. Bovendien, het zit ook niet helemaal in mijn aard. Die is nogal opstandig, en dat past veel beter in de journalistiek.”

Schrijfambitie

Toch was ook dat vak aanvankelijk niet de gedroomde carrière. Zijn geheime wens was om schrijver te worden. Maar aan het einde van zijn universitaire opleiding kreeg dat verlangen een gevoelige knauw.

“Het laatste cijfer aan de universiteit kreeg ik voor economische geschiedenis. Het was een 8 voor een uitvoerig werkstuk. De professor zei: het is inhoudelijk goed, maar het is zo jammer dat jij helemaal niet kunt schrijven. Met die woorden verliet ik de universiteit. Was ik afgestudeerd, eindelijk klaar na tien jaar, had hij mijn stiekeme droom, die ik nooit tegenover iemand had durven uitspreken, in duigen laten vallen.”

Aan de slag bij Quote

Smit liet zich echter niet kisten. Hij schreef zich in voor een cursus bij ’t Colofon ’t Colofon was de schrijversvakschool in Amsterdam. In december 2001 is deze failliet gegaan. en solliciteerde op twee advertenties om tenminste iets met die schrijversvakopleiding te kunnen doen. Bij Het Financieele Dagblad werd hij afgewezen maar bij maandblad Quote Quote is een maandblad over het zakenleven, carrière, geld, auto’s, mode en aanverwante zaken. kon hij in 1999 ondanks een totaal gebrek aan ervaring direct aan de slag. Wat zagen ze in hem?

“Blinde, betrekkelijk ongerichte agressie”, antwoordt toenmalig hoofdredacteur Jort Kelder via de mail. “Dat kwam ook door zijn achtergrond als sporter. Eric was geloof ik vijf keer tweede van Nederland geworden met squash. Dan ben je een doorzetter, een volhouder. Dat is nodig voor goed journalistiek uitzoekwerk. Die agressie werd gecombineerd met een voltooide economie-opleiding en een gezonde interesse in de wereld in het algemeen en die van het geld in het bijzonder.”

Zijn taalvaardigheid was matig in het begin, bevestigt Kelder. “Hij had moeite met grote verhalen. Dat heeft hij uitzonderlijk goed onder de knie gekregen, want ik ken weinig mensen die zo’n bombastisch groot verhaal op papier krijgen als hij.”

Eric Smit (links) tijdens de presentatie van de Quote 500 in 2004. In het midden Quote-hoofdredacteur Jort Kelder en rechts adjunct-hoofdredacteur Philip de Witt Wijnen. De drie dragen goudkleurige kogelvrije vesten om een statement te maken tegen het gevaar dat journalisten lopen. Een jaar eerder was het gebouw van Quote Media beschoten. Foto: Cliff Dakota / Hollandse Hoogte.
Eric Smit (links) tijdens de presentatie van de Quote 500 in 2004. In het midden Quote-hoofdredacteur Jort Kelder en rechts adjunct-hoofdredacteur Philip de Witt Wijnen. De drie dragen goudkleurige kogelvrije vesten om een statement te maken tegen het gevaar dat journalisten lopen. Een jaar eerder was het gebouw van Quote Media beschoten. Foto: Cliff Dakota / Hollandse Hoogte.

De traagheid van een maandblad

Zijn geldingsdrang maakte de samenwerking echter niet altijd makkelijk. “Smit leeft op het conflict”, schrijft Kelder. “In die zin hebben we karakterologische overeenkomsten. Dat botste ook weleens. Hij is nogal zwart-wit in zijn redeneringen. Iemand is goed of fout, een vriendje of een vijand. Maar hij heeft een vasthoudendheid die bewonderenswaardig is en een conditio sine qua non voor onderzoeksjournalistiek. Alleen met dit soort gedreven types verander je de wereld, ten goede of ten kwade.”

Smit schopte het tot adjunct-hoofdredacteur. “Ik heb een ontzettend leuke tijd gehad bij Quote, het is een leuk jongensboek eigenlijk. Het bedrijf paste mij ook als een handschoen. Een soort Gideonsbende die daar rondliep, en journalistiek kon je alle kanten op, althans, als je binnen dat passe partout van Quote bleef.”

Maar op den duur begon de traagheid van het medium hem tegen te staan.

“Je zag dingen weglopen, je dacht: ik heb dat verhaal nu, het moet nu de krant in. En dan moest ik soms met lede ogen aanzien dat de concurrentie nog een maand de tijd had om me in te halen. Je wilt gewoon dingen die je hoorde gelijk in de krant zien staan. Bám, effect sorteren, impact hebben. Er was veel meer te ontdekken dan alleen dat maandblad en dat onwaarschijnlijk lage tempo.”

Overstap naar De Pers

Dus greep hij in 2006 de kans om De Pers Na Metro en Spits was De Pers de derde gratis krant die in Nederland werd uitgebracht. De eerste editie verscheen in januari 2007. De krant hield in 2012 op te bestaan. Kijk voor meer informatie op Wikipedia. te helpen oprichten met beide handen aan. Gratis maar niet goedkoop - SchillingGovert Schilling schreef een boek over het ontstaan en de eerste roerige jaren van De Pers: Gratis maar niet goedkoop. “Een heel nieuw bedrijf, dat is super, helemaal te gek, de spanning van echt iets nieuws, een start-up, met alle mensen die daarbij gezocht worden als een vreemdelingenlegioen dat in een keer opgetrommeld wordt. Iedereen moet van alles nog leren, de software moet opgestart worden, jongens, in welk pand gaan we het doen, in dit pand. Dat is echt avontuur.”

Het was een heksenketel, beaamt toenmalig hoofdredacteur Ben Rogmans. “In januari verscheen de eerste krant, half oktober hadden we nog niets. Geen kantoor, geen mensen, geen drukkerij, geen distributie, geen design. Er waren journalisten in aantocht maar het duurde even voor die zich bij ons konden voegen in verband met opzegtermijnen en dergelijke. Eric ging braaf publiceren, inclusief het bewerken van ANP’tjes. Hij wist natuurlijk dat we er alles aan deden om de bezetting compleet te krijgen maar hij heeft zich heel loyaal opgesteld.”

Eric is bevlogen, vertelt Rogmans. “Hij is een echte sportman: fanatiek, doorrammen, nooit opgeven, niet tegen z’n verlies kunnen. Het is een keiharde werker. Hij blijft mensen achtervolgen, gaat net zo lang door met puzzelen tot het rond is. Ook wel provoceren, mensen uit hun tent lokken. Met een simpel antwoord geen genoegen nemen. Prima eigenschappen voor een journalist.”

Eric Smit, bevlogen en fanatiek. Foto: Evelyne Jacq / Hollandse Hoogte.
Eric Smit, bevlogen en fanatiek. Foto: Evelyne Jacq / Hollandse Hoogte.

De affaire Nina Brink

Maar Smits doorzettingsvermogen en geldingsdrang hebben ook een keerzijde. Soms weet hij niet van ophouden. “Eric had een behoorlijke fascinatie voor Nina Brink. nina brinkZakenvrouw Nina Brink, thans Nina Storms, was de oprichter van internetprovider World Online. In 2000 ging het bedrijf naar de beurs en veroorzaakte een enorme hype. Later bleek dat Brink haar eigen aandelen al voor de beursgang had verkocht voor een fractie van de prospectuswaarde, waardoor veel beleggers zich bedrogen voelden. Kijk voor meer informatie op Wikipedia. Ik vond dat hij zich ook met andere dingen moest gaan bezighouden. Sommige verhalen over Brink vond ik bovendien onvoldragen in de feitenachtergrond. Hij nam behoorlijk de ruimte om zijn beschuldigingen te uiten. Ik kreeg vrijwel dagelijks telefoontjes of faxen van de advocaat van Nina Brink met verwijten in de richting van Eric. Dat leverde een gespannen situatie op.”

“Zoals ik het me herinner is het op een zondag geklapt. Ik had al gezegd: alles wat je opschrijft over Brink wil ik van tevoren zien. Ik was niet bang voor processen maar wilde wel van tevoren weten waar het om ging. Ik vond dat ergens een zin uit moest omdat hij zijn beschuldiging niet hard maakte, en toen is Eric verschrikkelijk boos geworden.”

Rogmans was verrast door de heftige reactie. Er klinkt nog steeds spijt in zijn stem als hij zegt: “Het was niet mijn bedoeling dat Eric ontslag zou nemen. Hij heeft een enorm netwerk, kan veel en mooi schrijven en dat konden we goed gebruiken bij de krant.”

Smit geeft toe dat de aanvaring niet alleen Rogmans’ schuld was. “Ik was ook wel een loose canon on deck. Maar wat ook meespeelde is dat in die start-up-sfeer al heel snel politieke spelletjes werden gespeeld. Dat is later ook wel weer weggegaan, maar toen had ik inmiddels het hazenpad gekozen. En ik zag, dat is een derde punt, dat het nooit zou kunnen lukken met die krant. Het was een fout business model. Een gratis kwaliteitskrant, uitsluitend op papier! Op zich een heel interessant idee maar het was tot mislukken gedoemd.”

Zelf een vlotje maken

Smit verliet De Pers en begon aan zijn geruchtmakende biografie over Nina Brink die uiteindelijk zou leiden tot verschillende rechtszaken en zelfs beslaglegging op zijn huis. In het boek ‘Nina Brink, de onweerstaanbare opkomst van een powerlady’ beschrijft hij haar als een ambitieuze en getalenteerde maar ook immorele en meedogenloze zakenvrouw. nina brink powerlady‘Nina Brink, de onweerstaanbare opkomst van een powerlady’ werd uitgegeven door Prometheus.

Eric Smit bij de rechtbank in Amsterdam waar op 12 maart 2010 het kort geding diende dat Nina Brink had aangespannen tegen het verschijnen van Smits boek 'Nina, de onweerstaanbare opkomst van een powerlady’'. Foto: Maurice Boyer / Hollandse Hoogte.
Eric Smit bij de rechtbank in Amsterdam waar op 12 maart 2010 het kort geding diende dat Nina Brink had aangespannen tegen het verschijnen van Smits boek ‘Nina, de onweerstaanbare opkomst van een powerlady’’. Foto: Maurice Boyer / Hollandse Hoogte.

Toen het boek bijna af was, begon Smit na te denken over de volgende stap. “Ik had een jaar dagbladervaring maar je zag dat kranten het heel zwaar hadden. In Amerika ging de ene na de andere krant failliet. Ook in die tijd was het ‘o my god, dat gaat niet goed aflopen, er moet wat gebeuren’. Wat moet er dan gebeuren? Ga je aanmonsteren bij een lekkend schip of ga je zelf een vlotje maken en het zeiltje opsteken? En dat heb ik gedaan.” Lees het verhaal over het ontstaan van FTM op Nieuwe Journalistiek: Zoektocht naar een verdienmodel voor veelbetekenende online onderzoeksjournalistiek.

Scoringsdrift en roekeloosheid

Zijn tomeloze werklust en enthousiasme maken dat Smit zich graag in nieuwe avonturen stort. Weerstand maakt het beste in hem los, zo lijkt het. De keerzijde van de medaille is een zekere roekeloosheid, alhoewel die met het klimmen der jaren begint af te nemen volgens Arne van der Wal. Hij kent Smit nog uit zijn tijd bij Quote en is nu samen met hem eigenaar van Follow the Money.

Van der Wal: “Als je succes hebt, krijg je minder kritiek en denk je onwillekeurig dat wat je doet geweldig is. Ik heb dat ook gehad. Je scoringsdrift kan alles overheersen waardoor je blind bent voor de gevolgen en niet meer beseft dat je iemand met een paar woorden diep kunt kwetsen. Het conflict met Nina Brink draaide om een klein citaat in een reconstructie van een uit de hand gelopen zakelijk geschil. Een brisant citaat, zeker. Het betreffende citaat suggereerde dat Nina Brink een voorkeur had voor sm. Dat zou Eric nu niet meer doen. Hij is meer op zoek naar de relevantie. Natuurlijk wil hij nog scoren, maar met de inhoud. Niet uit effectbejag.”

Ambitie met FTM

In 2010 werd FTM opgericht. Aanvankelijk had Smit geen idee hoe je dat aanpakt. “We zijn gewoon maar begonnen”, zegt hij. Volgens zijn moeder lijkt hij in dat opzicht op zijn in 2007 overleden vader. “Mijn man wist nog niet waar de knop zat om een computer aan te zetten maar hij had zijn personeel en ging het gewoon doen. Dat heeft Eric ook.”

Wat was de droom, de ambitie? “Nou, nog steeds! De droom is met grote, veelbetekenende verhalen te komen, impact te hebben, een verschil te kunnen maken. Die hele gedachte zit tot in de vezels in het bedrijfje. We hebben het nu veel beter geformuleerd, ook in wat onze kernwaarden zijn. Dit is waarom we het doen.”

Hij trommelt op de tafel om zijn woorden kracht bij te zetten.

“En niks anders.”

Geëngageerde journalistiek

Die kernwaarden zijn terug te vinden in het meest recente bedrijfsplan. FTM streeft naar “rechtvaardigheid en transparantie in een wereld van schaarste en ongelijk verdeelde rijkdommen waar alles om geld draait”. Samen met lezers wil het multimediale platform voor financiële onderzoeksjournalistiek “werken aan herstel van het moreel kompas” en “de wereld in positieve zin te veranderen”. Just keeping them honest is het motto.

Deze missie levert een geëngageerde vorm van journalistiek op die niet iedereen aanspreekt. Jort Kelder bespeurt “iets te veel verbetenheid jegens bankiers, vermeende woekeraars en de collectieve sector” op de site van FTM. “Dossiers over woningbouwcorporaties en vrije artsenkeuzes, prima, en van groot maatschappelijk belang, maar het heeft niet mijn eerste interesse. Waarmee ik niet wil zeggen dat ik het niet respecteer. Het is allemaal relevant, maar niet (meer) voor mij.”

Mark Koster noemt FTM “te linksig”. “Links heeft een gebrek aan humor. Eric heeft dat niet maar het is wel de doelgroep waar hij voor werkt. De ethische notaris uit Steenwijk die zegt: dit moet niet mogen.” Hij zegt het met onverholen afkeer.

Eric Smit vertelt over Follow the Money tijdens de Grote Freelancersdag van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) in juni 2012. Foto:  Sebastiaan ter Burg.
Eric Smit vertelt over Follow the Money tijdens de Grote Freelancersdag van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) in juni 2012. Foto: Sebastiaan ter Burg.

Radicaal onafhankelijk

Smit reageert fel op die positionering van zijn geesteskind. “Onzin. FTM is radicaal onafhankelijk en vertegenwoordigt geen enkele politieke stroming. We schieten op links én op rechts.”

“Kijk ook maar naar onze columnisten. Robin Fransman en Kees de Lange komen uit rechtse kringen. Zelf ben ik hartstikke liberaal. Niet voor niks treed ik regelmatig op als commentator bij WNL – niet bepaald een linkse omroep – om te praten over ondernemerszaken en het midden- en kleinbedrijf, onderwerpen die eveneens niet per se links zijn.”

Toch verwoordt het bedrijfsplan een ambitie die andere gevestigde onderzoeksjournalisten vreemd is. Bart Nijpels, voormalig hoofdredacteur van het KRO-televisieprogramma Reporter, Reporter is een onderzoeksjournalistiek programma. draagt FTM net als veel collega’s een warm hart toe maar noemt het streven om de wereld in positieve zin te veranderen “geen journalistiek vertrekpunt”. “Ik ben van de objectieve benadering”, zegt hij. “Een onderzoeksjournalist hoort niet gedreven te worden door idealen.”

Huub Jaspers, onderzoeksjournalist en adjunct-eindredacteur van het VPRO-radioprogramma Argos Argos is een onderzoeksjournalistiek programma. reageert minder afwijzend op het activistische karakter van FTM. “De wereld veranderen zit niet in mijn beroepsopvatting maar het is best sympathiek. Als je er maar open en transparant over bent en met je producten voldoet aan journalistieke criteria, dan kan dat tot mooie dingen leiden.”

Moraliteit

Misschien zijn idealisme en oplossingsgezindheid wel dé manier om de journalistiek nieuw leven in te blazen, voegt Jaspers toe. Daar heeft hij een punt. Na de recente tv-optredens van Smit kon FTM in ieder geval weer enkele tientallen leden bijschrijven.

Smit verbaast zich intussen over het hedendaags ongemak met betrekking tot moraliteit, niet alleen in de bankensector maar ook bij collega-journalisten. Met instemming verwijst hij dan ook naar een uitspraak van Joris Luyendijk: “Er wordt nog maar over één ding gemoraliseerd en dat is dat we vooral niet mogen moraliseren.” Joris Luyendijk zei dat in een interview met Trouw (28 april 2015): Het amorele systeem waarin wij leven. Iedere journalist wordt volgens Smit gedreven door idealen. “Gelijke kansen voor iedereen en rechtvaardigheid. Dat zijn trouwens universele en geen linkse of rechtse waarden.”

Meer over Eric Smit en zijn visie op (activistische) journalistiek:


— of — Reageer

Reacties