Startups: Follow the Money

Wie uitdeelt moet ook kunnen incasseren: de journalistiek van Follow the Money

‘Outsidersmedium’ Follow the Money bedrijft prijswinnende financieel-economische onderzoeksjournalistiek. Dat klinkt alsof ze beurskoersen analyseren en macro-economische vergezichten schetsen, maar dat is niet het geval. Waar gaan die stukken dan wel over en wie maken ze? Charlotte Govaert liep een week mee op de redactie.

Een druilerige maandagochtend, eind april. Op de redactie van FTM heerst een serene rust. Redacteur Dennis Mijnheer zit op zijn vaste plek te werken aan een stuk. Chef redactie Take Ligteringen puzzelt op de planning voor deze week. Even na tien uur komt Marloes Wardenier, die de website, de marketing en de ledenadministratie doet, binnen. Om half 11 verschijnt Jeffrey Stevens ten tonele met zijn ontbijt in de hand.

‘Redactie’ is misschien een te groot woord. De burelen van FTM zijn gevestigd op de eerste verdieping van Bouncespace aan de Overtoom in Amsterdam, waar creatievelingen kantoorruimte kunnen huren. De omgeving is puur functioneel en enigszins non-descript. De muren en de bureaus zijn wit. Iedereen neemt z’n laptop ’s avonds weer mee naar huis.

Toch kun je aan het rondslingerend oud papier zien dat FTM hier tijdelijk is neergestreken. Op tafel ligt een FD van een paar dagen geleden, en een editie van het tijdschrift Fondsnieuws. Aan de muur hangt kunst van het collectief waar FTM mee samenwerkt.

Ik loop een week mee op de redactie om te kijken hoe het eraan toe gaat. Omdat andere zaken om voorrang strijden duurt het even voor mijn verzoek gehonoreerd wordt, maar de aanhouder wint. Deze week is extra hulp nodig. Een van de eindredacteuren is op vakantie, dus ik kan me nuttig maken.

Als de groep deze maandagmorgen min of meer compleet is neemt Ligteringen het woord. ‘Het is twaalf uur, zullen we gaan vergaderen?’

Donderpreek

Ligteringen zit nog maar een paar weken bij FTM. Tot voor kort werkte hij als eindredacteur bij Beleggers Belangen van Reed Elsevier. Hij is aangesteld om zoals hij zelf zegt ‘de chaos eruit te halen’. Zorgen dat mensen op tijd artikelen aanleveren, die hij vervolgens samen met andere eindredacteuren redigeert.

Take
Take Ligteringen.

Voorheen waren hoofdredacteuren Eric Smit en Arne van der Wal zelf verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op de redactie. Daarnaast hadden ze allerlei andere taken die zich het best laten samenvatten als ‘de continuïteit van het bedrijf waarborgen’. Het afgelopen jaar ging bijvoorbeeld veel aandacht uit naar het bouwen van de nieuwe website, Lees op Nieuwe Journalistiek het artikel: Weg met de lineaire journalistiek: De nieuwe website van Follow the Money. het optuigen van de ledenorganisatie, die FTM sinds februari is, en het binnenhalen van fondsen. Het runnen van de redactie schoot er weleens bij in.

Een chef redactie is geen overbodige luxe, zo blijkt al snel. Ligteringen begint de vergadering met een donderpreek. ‘Vandaag heb ik weer niet genoeg kopij en daar wil ik vanaf. Hier heb ik geen zin in. Stukken die op de planning staan komen soms niet, in sommige gevallen zelfs zonder enige toelichting. Van Daan heb ik vorige week geen pitch gekregen, van Joris niet en van Peter ook niet. Op deze manier blijft het aanmodderen. Ik wil van iedereen op vrijdag om 4 uur een idee voor een stuk hebben.’

Waakhond

FTM wil zich in het medialandschap onderscheiden met financieel-economische onderzoeksjournalistiek. Dat klinkt alsof ze beurskoersen analyseren en macro-economische vergezichten schetsen, maar dat is niet het geval. Bij FTM gaat het over de zorg, voedsel, energie: onderwerpen die mensen in het dagelijks leven raken en iedereen aangaan. Het zijn tevens sectoren waarin enorme financiële en sociale belangen spelen, die FTM scherp in de gaten houdt. Dat geldt zeker voor de banken- en verzekeringswereld, een ander speerpunt.

We hebben een waakhondfunctie en die is ontzettend noodzakelijk, zegt redacteur Peter Hendriks (59). Hij schrijft over volkshuisvesting en de woningmarkt, een sector waarin miljarden omgaan. ‘Gelegenheid creëert de dief. Je moet instanties zoals woningcorporaties het gevoel geven: het klopt misschien niet helemaal wat we van plan zijn en straks staat het op de site van FTM. Laten we het toch maar niet doen.’

Het gaat dan niet om nieuwsberichtjes of een herschreven ANP’tje, maar – zoals Hendriks zegt – om ‘alles wat een spade dieper gaat, waarvoor je in de materie moet duiken’. De productie van dit soort stukken kost tijd en aandacht: informatie verzamelen, documenten doorspitten, mensen spreken. Intussen moet er ook al nagedacht worden over een volgend stuk.

Aanpoten

Elke werkdag publiceert FTM drie artikelen; in de weekenden en op feestdagen ligt de frequentie lager. ’s Ochtends vroeg, om 6:30 uur om precies te zijn, verschijnt het eerste stuk. Het is van tevoren klaargezet in het CMS, het content management system waarin redacteuren hun stukken aanleveren die meestal al gelezen zijn door de hoofdredactie. De eindredactie redigeert deze vervolgens en voorziet ze van beeldmateriaal. Op het geselecteerde tijdstip verschijnt het op de site. In de loop van de dag volgen nog twee stukken.

Op het moment heeft FTM zo’n twintig medewerkers, inclusief eindredactie en organisatie. Allen zijn freelancer. De hoofdredacteuren leveren af en toe een stuk, net als een aantal commentatoren die geen deel uitmaken van de redactie maar wel aan het platform verbonden zijn. Al met al moeten de redacteuren flink aanpoten.

Om meer armslag te krijgen gaat FTM samenwerken met de Vlaamse onderzoekssite Apache Apache is net als FTM druk doende een stabiele financiering te realiseren. Lees op Nieuwe Journalistiek het artikel: De moeizame zoektocht van Apache.be naar aandeelhouders en abonnees., zo deelt Ligteringen de vergadering mee. ‘Het is een uitruil met gesloten beurzen, bedoeld om reclame voor elkaar te maken. Lees die site dus en kijk of er stukken bij zitten die we moeten hebben.’

Inbreng

Ook gebruikers van de site hebben een grote inbreng. Ze reageren op stukken en kunnen ideeën aandragen. Ligteringen vervolgt zijn mededelingen dan ook met een vraag van een lezer. Of FTM ook podcasts gaat maken? ‘Dat staat ook op mijn wish list,’ zegt Arne van der Wal, ‘bijvoorbeeld zodat redacteuren kunnen vertellen hoe een stuk tot stand is gekomen. Maar alleen als het geluid goed is. Anders is het een ramp.’

‘Gaan we dan ook plaatjes draaien?’ vraagt stagiair Sem van den Brink met een twinkeling in de ogen. Hij doet alvast een voorstel voor een nummer: Money is the root of all evil. Er wordt gegrinnikt. Arne van der Wal reageert met gespeelde grimmigheid. ‘Dan heb ik nog wel een plaat van The Dead Kennedys die onze lezers zullen waarderen.’

Arne van der Wal.
Arne van der Wal.

Na de mededelingen worden de onderwerpen die op stapel staan besproken en komt de insteek van de artikelen aan bod. ‘Hou het simpel’, zegt Eric Smit meer dan eens, bijvoorbeeld tegen Jeffrey Stevens, die een verhaal gaat schrijven over het transparantieregister inzake sponsoring in de zorg door farmaceuten. Lees op FTM.nl het artikel: Het Transparantieregister Zorg verhult evenveel als het verduidelijkt. ‘Gewoon uitleggen wat het register inhoudt en waarvoor het bedoeld is.’

Een voor een worden de onderwerpen die op stapel staan doorgenomen. Als het laatste de revue gepasseerd is, zegt Ligteringen: ‘Dan zijn we klaar. Aan de arbeid!’

Jong talent

Eric Smit ijsbeert over de redactie. Hij wil roken. Dat gebeurt buiten, op het balkon dat over de hele lengte van de redactieruimte loopt.
‘Heb je iets te bietsen?’ vraagt hij Sem van den Brink. ‘Henk Hofland deed dat ook altijd.’
De stagiair van de Fontys Hogeschool Journalistiek uit Tilburg kijkt hem vragend aan. ‘Henk Hofland… help me even?’
‘Dat is de journalist van de eeuw!’ roept Smit uit. ‘Degene die de term ‘tegels lichten’ bedacht. Straffe roker tot op de dag van vandaag.’ Henk Hofland overleed enkele weken na deze uitwisseling op kantoor.

Eric Smit.
Eric Smit.

FTM werkt veel met stagiairs en trainees. Niet alleen omdat ze relatief goedkoop en plooibaar zijn, maar ook omdat beide hoofdredacteuren plezier scheppen in het begeleiden van jong talent. Ze hebben er een neus voor. Opleiding is niet per se relevant, de juiste instelling wel.

Jesse Frederik was bijvoorbeeld zo’n ruwe diamant. Hij had havo en diverse niet-afgemaakte hbo-opleidingen op zijn conto toen hij zich zonder enige journalistieke ervaring bij Eric Smit meldde. Niet lang daarna wonnen ze samen de Tegel voor een artikel over een Brabantse slibverwerker die in de problemen kwam door een complexe derivatenconstructie. Lees het artikel op de site van de Tegel: Derivatendrama.

Anne de Blok viel ook in de prijzen. Ze won een Loep met een uitzending voor Brandpunt Reporter over een viskweker die, deels als gevolg van belangenverstrengeling, EU-subsidie wist los te peuteren en daarmee vervolgens reeds bestaande bedrijven om zeep hielp. De uitzending werd ook genomineerd voor de Tegel in de categorie Talent. De uitzending van Brandpunt Reporter is terug te kijken op NPO.nl: Vissen naar subsidie.

Stagiairs moeten nog veel leren maar je staat soms verbaasd waar ze mee komen, zegt Ligteringen. Redacteur Eelke van Ark: ‘We hebben niet de illusie dat ze na een periode van drie of vijf maanden volleerde onderzoeksjournalisten zijn. Maar het is wel genoeg om onze journalistiek te proeven. Je hebt erbij die het snel oppikken, en die hou je. Jeffrey bijvoorbeeld heeft in korte tijd veel geleerd.’

Transfer

Een potentieel nadeel van een kweekvijver is dat tot wasdom gekomen talent op een goed moment wordt weggekaapt. Frederik werkt inmiddels bij De Correspondent, De Blok voor het televisieprogramma De Monitor. En in mei maakte Joris Heijn zijn overstap naar Elsevier bekend. Bij FTM zeggen ze weleens voor de grap dat ze bij een overstap een vergoeding voor de opleiding zouden moeten krijgen. Arjen Robbens oude club VV Bedum ontvangt tenslotte ook nog steeds een percentage bij elke transfer. Verder zien ze het meer als een uitdaging dan als een probleem. Dan zoek je toch gewoon nieuw talent.

Sem van den Brink en Katharina Vlaanderen (‘Kat op de redactie, iedereen is te laks hier om mijn naam helemaal uit te spreken’) zijn de huidige stagiairs. Sem is bijna klaar met zijn hbo-opleiding; Kat was aan een master milieukunde begonnen maar ging liever aan de slag in de journalistiek. ‘Ik vind het leuk hier’, zegt ze. ‘Zo’n organisch gegroeide organisatie bevalt me wel, ik hou niet van geoliede machines.’ Ook Van den Brink floreert.

Sem van den Brink.
Sem van den Brink.

Hij kijkt nog wel gespannen toe als de chef-redactie Take Ligteringen zijn artikel over de biologische veeteelt bekijkt.
‘Is dat aantal varkens per week of per maand?’
‘Per week.’
Ligteringen leest verder.
‘Het is een aardig stuk geworden, Sem’, zegt hij als hij klaar is.
Het gezicht van de stagiair klaart op.
‘Je moet er alleen nog wel wat aan slijpen.’

Drive

Jeffrey Stevens (24) is het stadium van trainee inmiddels voorbij. Hij ontmoette Eric Smit toen hij als student sociologie meewerkte aan een boek over de zorg. Ooit overwoog hij om journalistiek te studeren, maar hij stapte snel van het idee af toen bleek dat oud-studenten vaak in het café of bij Subway belandden. Nu is hij alsnog gegrepen door het vak. ‘Dit is wat ik wil.’

Hij zit pas sinds september bij FTM. Nu is hij ‘ja, hoe noem je dat, junior-redacteur?’ In het begin was het wennen. ‘De mensen met wie ik samenwerk zijn zeer ervaren in de onderzoeksjournalistiek en daar kwam ik tussen zonder ervaring. Ik moest heel veel leren. Je weet niet hoe je een artikel schrijft. Ik maakte ook allerlei fouten: grote alinea’s, geen aantrekkelijk begin. Toen ik het eerste artikel moest inleveren vond ik dat heel spannend.’

Jeffrey Stevens.
Jeffrey Stevens.

Samen met Eelke van Ark heeft hij de zorg onder zijn hoede, een sector waar 100 miljard per jaar in omgaat en waar dus grote belangen mee gemoeid zijn. Van Ark is een van de oude rotten bij FTM; ze zit er al sinds eind 2012. Daarvoor werkte ze bij De Stentor en Omroep Gelderland maar raakte gefrustreerd.

Ze vond de traditionele nieuwsjournalistiek oppervlakkig. ‘Er gebeurt iets, je doet wat aan hoor en wederhoor en dan laat je het onderwerp weer los. Je hebt geen idee hoe het zover gekomen is. Ik wil weten hoe de wereld werkt, dat was ooit ook mijn drive om de journalistiek in te gaan.’

Graven

Van Ark nam ontslag en ging in de horeca werken. Intussen was ze geïnteresseerd geraakt in de economie. ‘Sinds de crisis dacht ik: waar gaat dit over? Op school had het me nooit geïnteresseerd, nu begon ik onderwerpen te volgen. Zo kwam ik FTM tegen. Wow, dacht ik, een Nederlandse site die zich hiermee bezighoudt. Ik werd op slag verliefd.’

Ze ging praten met Smit. ‘Die zei: probeer het maar gewoon, we hebben iemand nodig die zich in de zorg gaat verdiepen. Toen ben ik me gaan inlezen. In mijn omgeving had ik nogal wat mensen die werken in de zorg en ontevreden waren. Dus ik vroeg me af: waarom eigenlijk en hoe verhoudt zich dat tot beslissingen die op een ander niveau zijn genomen?’

Kijken naar grote belangen zoals FTM dat doet, dat ligt haar goed. ‘Diep graven, echt willen weten hoe iets in elkaar zit.’

Tegendraads

Je krijgt daardoor wel een bepaalde sfeer op de redactie, zegt Peter Hendriks. Hij draait al even mee in de journalistiek en werkte onder meer voor The Economist, Het Financieele Dagblad en FEM Business. Andere journalistieke media hebben vooral nieuwsvolgers in de gelederen, zegt hij. FTM’ers zijn anders: excentriek, tegendraads. En dat is maar goed ook.

Peter Hendriks.
Peter Hendriks.

‘Je moet in de onderzoeksjournalistiek geen mensen hebben die in de pas lopen en denken: zo gaat het nu eenmaal, het zal wel kloppen. Je moet je kunnen opwinden. Kwaadheid is een brandstof om je werk beter te doen.’

Soms maak je daarmee vijanden. ‘Ik schrijf dingen keihard op, met als gevolg dat sommige mensen een tijdje mijn bloed kunnen drinken. We spelen ook op de man. Niet om mensen de grond in te trappen maar omdat iemand verantwoordelijk is en blijkbaar niet gecorrigeerd wordt. Je hebt heel veel managers in een machtspositie die daar misbruik van maken. Ik vind: als je kunt uitdelen moet je ook kunnen incasseren. En wat we zeggen is altijd onderbouwd.’

Pijn doen

Als voorbeeld noemt hij een artikel dat hij schreef naar aanleiding van een nieuwe wet die eist dat woningcorporaties niet meer buiten hun natuurlijke gebied mogen opereren. Lees op FTM.nl het artikel: De Alliantie en Portaal zien niets in verzelfstandigde Amersfoortse corporaties. Het ging over de Alliantie, een corporatie die actief is in vier steden.

‘Mijn stelling was: moet de Alliantie in de geest van die wet niet opgedeeld worden? Ik kreeg een pissige mail van Rob Haans, de directeur, die vond dat ik zat te stoken. De koppen waren tendentieus, het stuk was te opiniërend. Mijn taak was alleen weer te geven wat hij had gezegd.’

Hendriks zit er niet mee. ‘Je opereert als onderzoeksjournalist nu eenmaal in een gebied waar het pijn doet. De omvang van de corporatie bepaalt de plek op de ranglijst en bij een opdeling duikel je zo van de vierde naar de tiende plaats. Voor zo’n man is het dus een nachtmerrie als zijn mooie corporatie in stukken wordt gehakt. Dat je bijna 60.000 woningen beheert klinkt op de Rotary toch een stuk beter dan 15.000.’

Trots

De licht-honende toon en het totaal gebrek aan ontzag voor status die doorklinken in Hendriks’ woorden kenmerken veel stukken op de site. Maar dat wil niet zeggen dat FTM’ers per definitie onverschillig staan ten opzichte van de mensen over wie ze schrijven.

Als ik Eelke van Ark vraag op welk stuk ze het meest trots is antwoordt ze. ‘Het onderwerp dat mij het meest geraakt heeft is de thuiszorg. Ik maakte een stuk over Sensire, waar thuishulpen werden ontslagen en flink werden genaaid door de organisatie en de gemeente. Lees op FTM.nl het artikel: De achterkamertjesdeal van zorgorganisatie Sensire. Eelke van Ark won er in 2014 een prijs mee voor de beste internetjournalistiek in de categorie onderzoeksjournalistiek. De prijs werd toegekend door de VOJN, de Vereniging voor Online Journalisten Nederland. Die zijn vervolgens bij TSN Thuiszorg gekomen en daar ben ik ze ook weer gaan volgen. Het is soms taaie materie maar de thuishulpen zelf volgen de stukken ook en delen ze op Facebook. Daar ben ik trots op.’

Geslaagd dossier

Haar journalistiek meest geslaagde dossier, zegt ze, gaat echter over artikel 13 van de zorgverzekeringswet. Ziektekostenverzekeraars zijn volgens dit artikel verplicht een groot deel van de kosten te betalen, ook als het gaat om zorgverleners met wie zij geen afspraken hebben. Minister van Volksgezondheid, Edith Schippers, wilde het artikel met de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet in 2014 afschaffen om de marktwerking te vergroten.

‘Ik schrok ervan,’ herinnert Van Ark zich. ‘Het betekende in feite dat de vrije artsenkeuze geruisloos dreigde te verdwijnen. Op de radio hoorde je de minister zeggen dat er niks ging veranderen, er kwam alleen een budgetpolis bij. In reactie op protesten van artsen tegen de nieuwe wet zei Schippers op 2 juni 2014 op Radio 1 dat er naast een natura- en een restitutiepolis een derde, goedkope polisvorm zou komen waarbij de zorgverzekeraar bepaalt wie de zorg verleent. De twee andere opties – de naturapolis, die alleen zorg vergoedt van gecontracteerde zorgverleners, en de restitutiepolis die duurder is maar de zorg van willekeurig welke zorgverlener vergoedt – zouden blijven bestaan. Dat was een slimme PR-truc van Schippers maar zo lag het natuurlijk niet.’

Eelke van Ark.
Eelke van Ark.

Om dit soort zaken aan de kaak te kunnen stellen heb je specialisten nodig, mensen die zich in een onderwerp hebben verdiept. Want hoe gaat dat? ‘Het ANP nam de uitspraak van de minister over en zo werd het ook in de pers gepresenteerd. Nu snap ik dat je het als parlementair verslaggever gewoon brengt als de minister iets zegt maar ik zat al diep in het dossier. Ik dacht: dit kan niet kloppen. De zorgverzekeraars gaan bepalen welke soort polissen er zijn als deze wet wordt ingevoerd, niet de minister.’

Van Ark schreef erover, Zie het gehele dossier op FTM.nl: Vrije artsenkeuze. het CDA stelde Tweede-Kamervragen en de oppositie tegen de wet – die al in kannen en kruiken leek – zwol aan. Uiteindelijk stemde de Eerste Kamer zes maanden later tegen het wetsvoorstel. De minister moest met een nieuw voorstel komen. De vrije artsenkeuze was gered.

Het zijn niet altijd makkelijke onderwerpen die FTM aan de orde stelt, zegt Van Ark. ‘Je moet veel uitleggen. Wij schrijven over complexe zaken waarbij the devil in the details zit. Zo’n onderwerp inzichtelijk, minder troebel maken en laten zien wat de impact is. Dat is wat we doen.’

Uitdaging

De week bij FTM verstrijkt. Ik krijg het stuk van stagiair Sem over de biologische varkensteelt onder handen maar ook stukken over de slechtziendenzorg en de sociale huursector. Wat opvalt is de ruime aandacht voor lobbypraktijken en relatieve buitenstaanders met een dwarse kijk op economische en sociale ontwikkelingen.

De stukken zijn soms wat lang, maar eindredacteur Take Ligteringen ziet dat niet als probleem, integendeel. ‘Onze lezers schrikken daar niet terug. Ze betalen er ook voor. Bij een tijdschrift moet je vaak wegens ruimtegebrek schrappen of comprimeren.’ Hij grijnst. ‘En ik zorg ervoor dat stukken niet langer zijn dan nodig.’

Wat zijn de journalistieke uitdagingen voor FTM? ‘Intern kritisch blijven’, zegt Eelke van Ark. ‘Soms is het verleidelijk om voor de sensatie te gaan of de views. Die hebben we nodig om te overleven, maar het mag nooit ten koste gaan van de inhoud. Maar dat geldt eigenlijk voor alle journalistieke media.’

Take Ligteringen ziet de ondernemerskant als uitdaging. ‘FTM moet zichzelf kunnen bedruipen. Maar ik maak me daar geen zorgen over. Ik had mijn baan niet opgezegd als ik had gedacht dat FTM over een halfjaar failliet zou zijn. Ik geloof dat er een kern is in Nederland die zich realiseert dat kwaliteitsjournalistiek nu eenmaal geld kost en die bereid is daarvoor te betalen.’

Het laatste woord is aan Eelke van Ark. ‘Ik hoop dat we het idee van waaruit we begonnen zijn kunnen vasthouden en dat we blijven bestaan. Nederland zou zo’n outsidersmedium als FTM niet kwijt moeten willen.’

Nawoord

In juni verhuisde FTM naar de zolderverdieping van VondelCS, de hotspot voor media, cultuur en opinie in het voormalige Filmmuseum. Het is de derde locatie voor FTM. Het bevalt goed, zegt Arne van der Wal. Ze genieten van het terras voor de deur en de levendige atmosfeer. Zelf gaan ze ook evenementen organiseren, die onder meer als ontmoetingsplek voor leden gaan fungeren. In september beginnen ze met een talkshow, waarvoor ze gebruik kunnen maken van de professionele studio’s op de eerste verdieping. Of dit de plek is waar FTM gaat settelen kan hij echter niet te zeggen. Bij een start-up weet je dat immers nooit. Misschien hebben ze over niet al te lange tijd een grotere ruimte nodig.

De afbeeldingen van de FTM-journalisten in dit artikel, zijn de auteursafbeeldingen die FTM bij artikelen publiceert.


— of — Reageer

Reacties