Automatisering

Robots azen helemaal niet op de banen van journalisten

Ook robots kunnen nieuwsberichten schrijven. Maar vooralsnog is kunstmatige intelligentie niet ver genoeg ontwikkeld om de journalist te vervangen. En bovendien: de sector is gewoon niet interessant genoeg om te automatiseren.

Als je denkt dat automatisering alleen lager opgeleiden treft, dan heb je het mis, aldus Silicon Valley-ondernemer Martin Ford in zijn boek De opmars van robots. Niet alleen schoonmakers of personeel in fastfoodrestaurants moet voor zijn baan vrezen, ook hoger opgeleiden zoals journalisten, analisten, artsen en advocaten worden spoedig vervangen door computers.

“Schrijven – dat immers zowel kunst als wetenschap is – lijkt misschien wel een van de moeilijkste vaardigheden om te automatiseren. Toch is dat gebeurd, en de algoritmes verbeteren snel”, schrijft Ford.

Hij laat een voorbeeld zien van een nieuwsbericht dat door het computerprogramma StatsMonkey van Northwestern University (Illinois) is geschreven. Het is een verslag van een honkbalwedstrijd, dat niet alleen de uitslag rapporteert, maar zelfs een van de spelers citeert. Deze software haalt zijn informatie dus niet alleen uit een database, maar blijkbaar ook uit een interview met een speler die de overwinning opdraagt aan een recent overleden teamgenoot.

Pulitzerprijs voor een computer?

Met dit bericht in het hoofdstuk getiteld ‘witteboordenbanen in gevaar’ weet Ford heel goed hoe hij de lezer de stuipen op het lijf moet jagen. Kijk maar, software is nu al in staat om zo’n goed geschreven tekst te produceren, dus als deze ontwikkeling zo doorzet, staat u binnen no time op straat, is zijn angstaanjagende boodschap.

Maar het is onzin.

De wetenschappers die StatsMonkey bedachten richten in 2010 het bedrijf Narrative Science op, veranderen de naam van hun computerprogramma in Quill en gaan verder met de ontwikkeling van hun berichtenrobot. Dat gaat met veel media-aandacht gepaard: grote Amerikaanse kranten schrijven erover (The New York Times in 2009: The robots are coming!) en documentairemaker Morgan Spurlock gaat voor CNN op bezoek bij het bedrijf en laat de software een autobiografie over hem schrijven. Zie de website van CNN voor een korte trailer van de documentaire uit 2015.

Screenshot van de documentaire die Morgan Spurlock voor CNN over robots maakte.
Screenshot van de documentaire die Morgan Spurlock voor CNN over robots maakte.

Daarnaast is technisch directeur Kris Hammond van het bedrijf ook niet te verlegen voor een boude uitspraak als hij in 2011 zegt: over vijf jaar wint een robot de Pulitzerprijs. De Pulitzerprijs is een prestigieuze Amerikaanse prijs voor journalistieke producties. De prijs is vernoemd naar krantenmagnaat Joseph Pulitzer (1847-1911).

Media-aandacht krijgen

Maar als ik vijf jaar later, in de zomer van 2016, contact leg met Narrative Science met het verzoek om een bezoek aan het bedrijf te brengen, krijg ik na veel aandringen te horen: geen interesse, wij werken niet voor mediabedrijven.

Dan probeer ik het bij de concurrent, want Narrative Science is niet de enige die werkt aan nieuwsberichtensoftware. Automated Insights, gevestigd in Durham, North Carolina, werkt wel graag mee aan een bezoek en interview. Dus stap ik op een zonnige middag in september een van de aanpalende kantoren in het honkbalstadion van the Durham Bulls binnen, waar het bedrijf gevestigd is.

“Dat een robot een Pulitzerprijs wint slaat nergens op, dat is alleen maar bedoeld om de krantenkoppen mee te halen”, vindt Adam Long, directeur productmanagement bij het bedrijf. Zij werken wel voor mediabedrijven, zoals persbureau Associated Press. Hun software genaamd Wordsmith schrijft automatische nieuwsberichten over honkbalwedstrijden en financiële kwartaalberichten van beursgenoteerde bedrijven.

Maar, geeft Long eerlijk toe, deze samenwerking is ook voor hen vooral goed om media-aandacht te krijgen, want ook voor Automated Insights is de media niet echt een interessante markt. Zij richten zich meer op business intelligence voor inzicht in bedrijfsprocessen en de e-commercemarkt zoals automatische content voor webwinkels.

Rudimentaire programmeervorm

De journalistiek is dus geen interessante markt, maar nog belangrijker: de software is helemaal niet zo intelligent als het lijkt.

  • Citaten opnemen? Daartoe is hij nog lang niet in staat.
  • Wedstrijddata omzetten in een leesbaar nieuwsartikel over een honkbalwedstrijd? Daarvoor zijn menselijke datatypisten nodig, die tijdens een wedstrijd aanwezig zijn in een stadion en precies bijhouden wie de bal in bezit heeft, een slag of een homerun maakt en in welke minuut. Dat belandt in een database waar de software gebruik van maakt. De software maakt gebruik van tekstsjablonen, die van tevoren door mensen zijn geschreven. De mens levert dus de tekst aan, en de computer vult zelf de variabelen in (naam van het team, spelers, aantal slagen etc.)
  • Automatisch kwartaalberichten produceren? Daarvoor geldt min of meer hetzelfde menselijke data-analisten pluizen kwartaalverslagen van bedrijven in pdf-vorm uit en stoppen de cijfers in een database.

Is dat nou kunstmatige intelligentie? Op universiteiten is er misschien intelligentere software te vinden, maar op de commerciële markt moet je het voorlopig met deze rudimentaire, regelgebaseerde vorm van programmeren doen. Een slimme machine die zelf het internet afspeurt naar nieuwtjes, allerlei interessante nieuwe verbanden weet te ontdekken en daarover een goed verhaal publiceert? Het bestaat nog niet, althans niet in de praktijk. “De computer begrijpt de tekst die hij produceert nog niet”, aldus Long.

Pr-machine

Maar hoe zit het dan met Deep Blue en Watson (IBM) en Alpha Go (Google)? Deze intelligente supercomputers hebben de afgelopen jaren schaakpartijen, de quiz Jeopardy! en het spel Go gewonnen van menselijke tegenstanders. Watson wordt ook ingezet om medische diagnoses te stellen en advies te geven. Om Jeopardy te winnen, moet Watson spraak begrijpen, dubbelzinnige vragen snappen en teksten begrijpen (hij was gevoed met veel internetpagina’s zoals Wikipedia). Oftewel: als Watson zo slim is, waarom is Wordsmith dan zo dom? Of is Watson helemaal niet zo slim?

In 1997 schaakte wereldkampioen Garry Kasparov een officieel toernooi tegen IBM-schaakcomputer Deep Blue. Het was voor het eerst in de geschiedenis dat een computer officieel won van een wereldkampioen.
In 1997 schaakte wereldkampioen Garry Kasparov een officieel toernooi tegen IBM-schaakcomputer Deep Blue. Het was voor het eerst in de geschiedenis dat een computer officieel won van een wereldkampioen.

Onlangs hoorde ik iemand beweren dat Watson vooral een pr-machine is en ik ben nu geneigd om dat ook te denken. Daarnaast richt ‘Dokter Watson’ zich vooral op big data; het analyseren van grote hoeveelheden patiëntgegevens en röntgenfoto’s. Dat doet hij met een snelheid en omvang die voor menselijke artsen onmogelijk is. Zeker gezien de vele problemen in de zorgsector met hoge zorgkosten, lange wachtlijsten en medische missers is het hier veel lucratiever om kunstmatige intelligentie in te zetten.

Reporter Watson

Slimme data-analyse is nog heel wat anders dan de ‘kunstvorm’ die de journalistiek is. Natuurlijk, Wordsmith is ook in staat om grappige, kritische of poëtische teksten te schrijven, maar het zijn de mensen die de tekstsjablonen maken. De journalistiek heeft ook zo haar eigen problemen (teruglopende lezersaantallen en abonnees, nepnieuws etc.) maar die los je niet op met een robotreporter.

En dus is robotjournalistiek vooralsnog een oplossing voor een probleem dat er niet is. Het is ook niet zo dat je de toepassing uit de ene sector simpelweg kunt kopiëren naar een andere sector. De journalistiek zou weer een hele andere versie van Watson nodig hebben dan de advocatuur, bijvoorbeeld, waar het taalgebruik compleet anders is.

Kortom, Reporter Watson hoeven we voorlopig mog niet te verwachten.


— of — Reageer

Reacties

Leave a Reply