Het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten deed voor het project Nieuwe Journalistiek drie jaar lang onderzoek naar de vele nieuwe journalistieke ideeën in het Nederlandse medialandschap. Zo werden enkele journalistieke start-ups, zoals De Correspondent, Blendle, Follow the Money en Reporters Online, nauwgezet gevolgd. De verhalen zijn te vinden in dit dossier over de start-ups. Wat werkt er, hoe werkt het en wat werkt er niet? De bevindingen werden gepresenteerd op een conferentie die Stop de Persen was gedoopt en waar een kleine tweehonderd mensen op af kwamen.
Knetterhard werken
De oogst van de journalistieke vernieuwing valt niet tegen. ‘Van de zeven start-ups die we hebben onderzocht, zijn er nog zes in leven. Geen slechte score’, zei Leidse onderzoeker Alexander Pleijter die het project Nieuwe Journalistiek leidde. Alexander Pleijter werkt als universitair docent bij de afdeling Journalistiek en Nieuwe Media van de Universiteit Leiden. De meeste van die start-ups hadden wel hun oorspronkelijke verdienmodel moeten bijstellen.
Daarnaast vergt het een lenige bedrijfsstrategie en vooral de bereidheid om knetterhard te werken: ‘Dit is geen aanrader voor mensen met kinderen tussen de nul en tien jaar’, zei start-up baas Jan Jaap Heij (Reporters Online). ‘Ik zeg dit uit ervaring’.
Maar het jongensboekavontuur dat Follow the Money (sedert 2009) heet, bestaat toch maar mooi nog steeds. En heeft zijn journalistieke bestaansrecht meer dan waar gemaakt met bijvoorbeeld recente onthullingen over het door Shell gefinancierde ‘wetenschappelijk’ onderzoek dat werd ingezet om de afschaffing van het dividendbelasting er door te krijgen.
De meest succesvolle nieuwkomer, De Correspondent (2013) weet een loyaal lezerspubliek aan zich binden, dat niet alleen bereid is te betalen, maar ook graag meedenkt over verhalen. ‘Zo benut je niet alleen de brede kennis van je achterban, je schept ook grotere verbondenheid met de betrokken lezer waardoor je stukken veel worden gedeeld en het bereik groeit’, zei adjunct Sterre Sprengers.
Lange adem
Maar dat was in het slotdebat. Stop de Persen begon met een blik over de grens. Edwy Plenel, een coryfee in start-up-land, vertelde van de onthullingen over de regering Sarkozy waar zijn Mediapart de Franse journalistiek opschudde. Plenels advies: ‘Ga niet te overhaast van start. Toen we in 2008 een miljoen euro bij elkaar hadden voor Mediapart, zeiden mijn partners, we gaan beginnen. Ik zei: nee, als je wilt dat lukt heb je een lange adem nodig.’
Een miljoen! Dat is voor de meeste start-ups in Nederland een natte droom. ‘Dit is niet een wereld van directies in Ferrari’s’, zei Eric Smit van Follow the Money.
In de focussessies op deze conferentie was ruimte voor journalistieke innovaties: branded content, factchecking en robotjournalistiek.
Wiskunde in de journalistiek
Gerard Janssen liet zien hoe datajournalisten in 2016 met hulp van taalkundige analyses van tweets al veel eerder een zeer slecht sentiment zagen bij de kiezer over presidentskandidaat Hillary Clinton.
En dus waren deze datajournalisten minder verrast door de winst van Trump dan hun tikkende collega’s. ‘Als ik hoofdredacteur was van NRC of de Volkskrant zou ik onmiddellijk twee handige wiskundige gasten, een vormgever en een oude journalist bij elkaar zetten en ze alleen maar data van onder meer social media laten analyseren. Daar zit zo veel goede informatie in.’
Lessen van Blendle
Terug in de grote zaal van Pakhuis de Zwijger zaten De Correspondent, Reporters Online, Follow the Money en Blendle gebroederlijk op een bankje naast elkaar. Belangrijkste les volgens Huibert Scholtens van Blendle: blijf dicht bij je basisidee. Verlies van focus is de grootste bedreiging voor een startend bedrijf.
En les twee: geld verdienen met advertenties op internet is kansloos. Die markt is volledig afgegraasd door Google en Facebook. Voor de meeste nieuwssites is alleen een abonneemodel financieel zinvol.
Belangrijkste bevindingen
Daarna zette Alexander Pleijter de belangrijkste bevindingen van drie jaar innovatieonderzoek op een rijtje. Onder de titel: ‘Dit is wat we geleerd hebben van het volgen van 7 journalistieke start ups’. Die titel was meteen een les: het is een typische kop van Blendle of De Correspondent; een kop die vernuftig in elkaar zit en mensen prikkelt om te klikken. Sommigen vinden dat geen journalistiek, maar clickbait. Dat is een misvatting, vond Pleijter, als een titel ertoe leidt dat meer mensen goede journalistieke verhalen tot zich nemen, is het een prima strategie.
Andere lessen van Pleijter: het helpt als je bij de start van je journalistieke initiatief aanschuift bij De Wereld Draait Door (Rob Wijnberg van De Correspondent, en Alexander Klöpping van Blendle) of het goed doet bij De Slimste Mens (Eric Smit van Follow the Money).
En een groot misverstand: het gaat bij een succesvolle start-up niet over de originaliteit van het idee, of de unieke positionering, maar om de degelijke uitvoering en goede marketing. Lees de conclusies van Pleijter op Nieuwe Journalistiek: Dit is wat we geleerd hebben van het volgen van 7 journalistieke start-ups.
Bereidheid tot betalen voor journalistiek
Het laatste woord was aan Edwy Plenel. Voormalig hoofdredacteur van Le Monde en oprichter van Mediapart. Hij vroeg alle vernieuwers om ook oude goede journalistieke waardes hoog te houden. In een tijd van fake news en algoritmes zijn journalisten die volledig dienstbaar zijn aan de waarheid, van groot maatschappelijk belang.
Als je dat consequent doet, is Plenels stellige overtuiging, zul je zien dat mensen bereid zijn voor je diensten te betalen.
Reacties