Google behandelt zo’n 40.000 zoekopdrachten per seconde, ongeveer 3,5 miljard per dag. Deze zoekopdrachten zijn de belangrijkste data van Google. Ze geven een kijkje in de ziel van de gebruikers. En die ziel is waarin veel bedrijven geïnteresseerd zijn, om zo gericht mogelijk te kunnen adverteren.
Google kan op dezelfde manier journalisten helpen om de aandacht van de internetgebruikers te winnen.
Artikelen maken met Google Trends
De eenvoudigste manier is via Google Trends. Met Google Trends kan je zien hoe populair zoekwoorden verhoudingsgewijs zijn. Google weet wat trending is, en dus waar mensen het bij de koffieautomaat over hebben. Het resultaat is een nieuw soort bubble-journalistiek. Iedereen kent de koppen van online artikelen die ruwweg voldoen aan de volgende formule:
[Getal] manieren waarop [onderwerp trending op Google] ons helemaal [emotioneel beladen woord] heeft gemaakt.
Artikelen maken met Google Adwords
Maar er zijn geraffineerdere en originelere manieren om Google te gebruiken. De Amerikaanse datawetenschapper David Seth-Davidowitz schrijft al jaren artikelen in de New York Times, gebaseerd op Google Adwords. Een overzicht van de artikelen van David Seth-Davidowitz vind je op de website van The New York Times.
Het is een uitgebreide versie van de ‘autocomplete’ dienst. Als iemand intikt ’pregnant women want to eat’, dan wordt deze zin afgemaakt me de suggesties ’chalk’, ’sponge’, ’dirt’ en ’soap’. Het is een goede indicatie van waar zwangere vrouwen zin in hebben. Waardevolle informatie voor producenten, adverteerders, maar ook voor journalisten die werken voor bladen gericht op zwangere vrouwen en jonge ouders.
Als je in Google Adwords in de keywordplanner dit soort vragen intikt krijg je een lijst van vragen die erop lijken. Je kunt ze ook filteren op taal en gebied. Dit geeft vaak een goed beeld van wat mensen in verschillenden landen googelen, dus écht willen weten.
Culturele verschillen
Seth-Davidowitz vond op deze manier grappige culturele verschillen tussen wat Mexicaanse en Amerikaanse mannen aan Google vragen, als ze erachter komen dat hun vrouw zwanger is. De meest gebruikte zoekopdrachten in Mexico waren
‘Frases de amor para mi esposa embarazada’
en
‘Poemas para mi esposa embarazada’
Dat betekent zoveel als ‘woorden van liefde voor mijn zwangere vrouw’ en ‘gedichten voor mijn zwangere vrouw.’ In Amerika waren de meest gebruikte zoekopdrachten:
‘My wife is pregnant now what’
en
‘My wife is pregnant what do I do’
Met behulp van Google Adwords kun je concluderen dat Amerikanen heel wat minder romantisch zijn dan Mexicanen. Voor Nederland geldt hetzelfde, met resultaten als:
’Help ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt’
en
’Mijn vriendin is zwanger wat nu’
Manipulatie met Google Adwords
Maar zoals met alles op internet moet je alert zijn. Er zijn mensen die de resultaten van Google Adwords manipuleren. Eind 2016 schreef de Guardian-journaliste Carole Cadwalladr een artikel over de autocomplete-functie van Google bij zoekopdrachten als: ’are jews’. Zie het artikel van Cadwalladr op de Guardian-website: Google, democracy and the truth about internet search.
In dit geval was een van de suggestie van Google ’are jews evil’ En als je doorklikte waren van de eerste tien suggesties er acht artikelen die bevestigden dat Joden niet deugen.
Bij de zoekopdracht ’Was Hitler bad?’ was het eerste resultaat een artikel met de titel ‘10 Reasons Why Hitler Was One Of The Good Guys.’
Bij de zoekopdracht ’did the holocaust’ was de eerste autocomplete-suggestie van Google: ’did the holocaust really happen’. Als je deze zoekopdracht aanklikte was het eerste zoekresultaat een artikel ‘Top 10 reasons why the holocaust didn’t happen – Stormfront’. Stormfront is een neonazistisch forum van Amerikaanse origine.
Technisch onderlegde neonazi’s bespelen de algoritmes van Google om zo een nieuwe online realiteit te creëren.
Ook in Nederland.
Als je in Nederland googelt: ’Marokkanen zijn’, krijg je als suggestie ’Marokkanen zijn dom.’ Als je deze suggestie aanklikt is het bovenste zoekresultaat: ‘27 redenen waarom mensen Marokkanen haten – Stormfront’.
Netwerk van extremistische websites
‘Er is een enorm netwerk van dubieuze nieuwssites,’ schrijft Jonathan Albright op Medium. Lees het artikel van Albright: The #Election2016 Micro-Propaganda Machine.
Albright is onderzoeker op het gebied van nieuws en journalistiek. ‘De meeste zijn heel simpel van ontwerp, en veel ervan gebruiken dezelfde templates. Deze sites hebben een ecosysteem van real-time propaganda gecreëerd: ze bevatten virale hoaxmachines die onmiddellijk een publieke opinie kunnen vormen door een massale reactie op politieke onderwerpen en nieuwsgebeurtenissen te geven. Dit netwerk is on demand getriggerd om valse politiek geladen informatie te verspreiden.’
Het onderzoek van Albright laat zien dat extremisten online een enorm netwerk van websites hebben gebouwd die zowel naar elkaar verwijzen als naar mainstream nieuwsbronnen als YouTube en Facebook.
Algoritmes van Google bespelen
Het algoritme van de autocomplete-suggesties werkt met de zoekopdrachten die mensen invoeren. Dus als veel mensen intikken: ‘are jews evil?’, dan zal autocomplete de zin ‘are jews’ koppelen aan de suggestie ’evil’.
Een tweede stap is dat Google ’bots’ het internet afspeuren naar sites die met deze vraag samenhangen. Deze worden gerangschikt op basis van maatstaven van ’kwaliteit’, bijvoorbeeld hoe vaak de site aangeklikt wordt. Stormfront is er in geslaagd om deze algoritmes van Google te bespelen.
In een reactie aan Guardian-journalist Cadwalladr schreef Google dat de zoekresultaten een reflectie waren van de content op het web. ‘Dit betekent dat soms onplezierige afschilderingen van gevoelige onderwerpen online invloed kunnen hebben op de zoekresultaten die tevoorschijn komen na een zoekopdracht.’
En, schreef Google: ‘Autocomplete-voorspellingen zijn algoritmisch gegenereerd gebaseerd op de zoekactiviteiten van gebruikers en hun belangstellingen.’
Redacteuren die algoritmes vervangen
Het is een primitieve pr-reactie, vindt de Amerikaanse wiskundige Cathy O’Neil, onder meer schrijver van het boek Weapons of math destruction, over de gevaren van big data. Google mag zich volgens haar niet achter haar algoritmes verschuilen.
Ze pleit ervoor dat Google menselijke redacteuren inhuurt, om dit soort sites te herkennen. ‘Twintig jaar geleden zouden dit soort sites met dit soort denkbeelden compleet afgesloten zijn door de mainstream pers, maar we hebben onze informatiebewakers vervangen door algoritmes, die dom zijn, die bespeeld en gemanipuleerd kunnen worden(…) Google has to own this problem.’
Dit verhaal schreef ik eerder voor Vrij Nederland over Cathy O’Neil die het opneemt tegen de algoritmes: Wiskundige Cathy O’Neil en de ‘weapons of math destruction’.
Reacties