De diepvriesman
NRC-redacteur Lex Boon ontdekt de ‘frozen dead guy’ in het najaar van 2012 op de website van The Denver Post, een lokale Amerikaanse krant, die hij wel vaker bezoekt. Hij is meteen gegrepen door het verhaal en zoekt op Google details bijeen over het bevroren lijk in Colorado.
De diepvriesman blijkt de grootvader en eerste klant van Trygve Bauge, een Noor die begin jaren tachtig in de Verenigde Staten een instituut wilde openen waar cryonisten zich kunnen laten invriezen. Opa Bredo ging als eerste in het ijs.
Cryonisten zoals Trygve Bauge geloven dat ze na hun overlijden in de toekomst nog eens door de wetenschap tot leven kunnen worden gewekt. Dat moment van wederopstanding wachten ze af in een speciale kist of cilinder, geconserveerd in vloeibaar stikstof.
Amateurs werken met droogijs Droogijs ontstaat door het gas kooldioxide onder hoge druk af te koelen tot het vloeibaar wordt. Door de druk te verminderen verdampt een deel van de vloeistof waardoor de temperatuur daalt en de rest van de vloeistof bevriest tot een soort sneeuw. De vaste vorm die ontstaat is droogijs. Deze ‘sneeuw’ kan worden samengeperst tot korrels of blokken droogijs.. Trygve Bauge was een amateur. Na de dood van opa Bredo in 1989 heeft hij jarenlang zelf dat ijs ververst, totdat hij in 1995 door de Amerikaanse immigratiedienst als illegale vreemdeling terug naar Noorwegen werd gestuurd en een klusjesman, Bo Shaffer, moest inhuren om ‘patiënt’ Bredo niet te laten wegteren.
Lex Boon had het vreemde verhaal diezelfde dag op de NRC-site kunnen plaatsen. Hij is dan nog webredacteur van de krant, achter in de twintig, en werkt in een klein team van generatiegenoten – stuk voor stuk onlinejournalisten voor wie een verhaal in de papieren NRC niet meer het hoogst haalbare is. Boon publiceert ook regelmatig in dat ‘oude’ medium, maar taalt niet naar een vaste plek in die kolommen. Waarom zou je die ambitie nog koesteren als je alle kansen krijgt om ook – of vooral – op een krantensíte met bijzondere verhalen uit te pakken?
Neem nou die diepvriesman.
Op zoek naar de iceman
Boon weet zich te bedwingen. Drie dagen in de week is het zijn werk groot nieuws snel en bondig op de website van NRC te brengen. Maar het verhaal over Trygve Bauge kan wachten. Boon achterhaalt het mailadres van Bo Shaffer, die een boekje heeft geschreven over de iceman en zijn rol als ijsleverancier. Als hij vijftien dollar stort, en een boek over Vincent van Gogh opstuurt, mag Lex Boon een pakketje verwachten.
‘In dezelfde zending zat een hele zak thuisgekweekte wiet die ik er gratis van ‘m bij kreeg. Toen was voor mij wel duidelijk dat ik Bo Shaffer en het schuurtje met eigen ogen moest zien. En dat ik ook die gekke Noor, met wie het allemaal begonnen was, wilde ontmoeten.’
Bo Shaffer stemt direct toe als Boon voorstelt hem op te zoeken. Maar permissie van Trygve Bauge om zijn schuurtje in Colorado te betreden laat langer op zich wachten.
De man is een zonderling en leidt een teruggetrokken bestaan in Noorwegen, maar blijkt wél te beschikken over een eigen Facebook-pagina. Het geluk helpt Lex Boon nog een handje: op Facebook roept Bauge zijn vrienden op voor het traditionele ijsbad op de kortste dag van het jaar.
Bingo, denkt Boon.
Aanpappen met een zonderling
Boon boekt op de gok een ticket naar Oslo en vindt de locatie waar Bauge en zijn maten hun ritueel uitvoeren. Boon mag meedoen en gaat te water:
‘Ik heb ook nog poedelnaakt met ‘m onder de douche gestaan. Dat schept een band. Daarna mocht ik bij Bauge thuis komen eten. Het is een heel rare, moeilijke man en ik heb urenlang verschrikkelijke verhalen van ‘m moeten aanhoren, maar er kwam zoveel informatie uit dat het verhaal van de diepvriesman compleet begon te raken.’
Trygve Bauge, inmiddels 55, woont in een grote flat in een arm gedeelte van de wijk Vestre Aker, in het noordwesten van Oslo. Op de sloten en scharnieren van zijn deur heeft hij stickertjes geplakt, zodat hij het kan zien als iemand heeft geprobeerd zijn deur te forceren. Op briefjes worden inbrekers gewaarschuwd weg te blijven.
Na de eerste goed vergrendelde deur kom je in een klein halletje, waarna je eerst nog een andere deur van het stevige slot moet halen voordat je binnen bent. Wie het kleine appartement binnengaat, komt in een kleine en volgebouwde ruimte waar bijna geen daglicht binnenkomt. Voor de deur naar het balkon en voor zijn slaapkamer hangen gordijnen van aluminiumfolie.
Trygve pakt een kleine stralingsmeter, drukt op een paar knoppen en wijst op het uitslaande metertje. ‘Kijk, gevaarlijk.’ Aan de wanden zijn planken gemonteerd die vol staan met multomappen, die weer zijn gevuld met duizenden knipsels, tekeningen en documenten. Op het balkon staan nog eens tientallen kratten vol met mappen, afgedekt door een dik zeil.
In de woning is er amper plek om je te bewegen. In het midden van de ruimte staat een grote witte vleugelpiano, volgestapeld met spullen. De salontafel staat helemaal tegen de bank aan. In de kleine keuken hangt een waslijntje met vieze vaatdoeken en er staan zeven verschillende soorten sapcentrifuges en slowjuicers. Trygve leeft op de donkergroene en oranje sapjes die hij ermee maakt. De spetters die ontstaan bij het productieproces zitten op het plafond en de muren.
Lex Boon brengt met Bauge korte tijd door in Scandinavië en nog eens twee weken in de VS, waar hij met Bo Shaffer spreekt en het schuurtje van opa Bredo bezoekt. Hij soupeert er een overschot aan vakantiedagen bij werkgever NRC Media mee op.
Een multimediale productie voor een koopje
Omdat hij verwacht dat zijn krant de reis- en verblijfkosten niet zal betalen, moet hij wel op zoek naar een andere opdrachtgever. Die vindt hij in de pas opgerichte online uitgeverij Fosfor, die getalenteerde journalisten werft om longreads en e-books te schrijven.
Voor een honorarium van 2500 euro belooft Boon een multimediale productie van tienduizend woorden, fotografie en filmbeelden.
‘Jawel, dat is een koopje voor een artikel van die lengte. Maar andere mogelijkheden om het van de grond te tillen zijn er niet. En daarbij: voor het geld doe je het allemaal niet, je wilt gewoon dat verhaal hebben.’
Pop-up museum ter promotie
Wanneer ‘De diepvriesman’ in 2013 bij Fosfor online komt en op de site van de uitgever tegen betaling kan worden gedownload, neemt Lex Boon ook een groot deel van de promotie ervan voor zijn rekening. In een tijdelijk gehuurd pandje aan de Amsterdamse Elandsgracht richt hij gedurende drieënhalve week een pop-up museum in. Hij vertoont er beelden van zijn verblijf in Nederland, Colorado en Noorwegen, en vertelt iedere bezoeker persoonlijk over Trygve Bauge, Bo Shaffer en opa Bredo, de frozen dead guy.
Laat jongeren als Lex Boon – inmiddels een beginnende dertiger die na een studie sociologie, een baan als camjo bij AT5 en twee jaar bij het freelancerscollectief Mediaridders op de webredactie van NRC belandde – maar losgaan. Dan gebeurt er tenminste wat.
De Kunsthalroof
‘De kunst van het stelen’, bijvoorbeeld.
In oktober 2013 zet Lex Boon zijn reconstructie online van de schilderijenroof in de Rotterdamse Kunsthal, in 2012 gepleegd door een paar simpele Roemeense criminelen. Minutieus beschrijft hij hoe de gelegenheidsbende van Radu D., Eugen D., Alexandru B. en Adrian P. de ‘kunstdiefstal van de eeuw’ voorbereidt, uitvoert en al snel op een fiasco laat uitdraaien.
De daders maken enkele maanden na hun daad de fout de zeven buitgemaakte meesterwerken van onder anderen Picasso, Matisse en Monet voor een waardebepaling aan een beëdigd taxateur in hun land van herkomst voor te leggen. De vrouw in kwestie waarschuwt onmiddellijk de politie, die de Roemenen inrekent.
Ook de kunstwereld trekt aan het kortste eind, want de gestolen doeken blijken door Olga, de moeder van Radu D., in haar kachel te zijn opgestookt:
Olga staat voor de verwarmingskachel van de badkamer. Ze heeft het vuur opgestookt. Daarna is ze de vrieskou in gestapt, naar de kleine begraafplaats tegenover haar huis gelopen en heeft ze in het holst van de nacht de schilderijen opgegraven en weer mee naar binnen genomen.
Picasso, Gauguin, Matisse, Monet, Meijer de Haan en Freud. Op de televisie wordt gesproken van een buit ter waarde van honderden miljoenen euro’s. Dat bedrag is voor haar niet van belang. De kunstwerken zijn bewijsmateriaal tegen haar zoon. En het bewijsmateriaal vernietigen lijkt de enige manier om hem te helpen.
De doeken vatten snel vlam. Olga blijft wachten tot de schilderijen helemaal zijn verbrand.
Fanatiek op zoek naar bronnen
Om zijn lange, rijk geïllustreerde en gedocumenteerde misdaadepos te kunnen schrijven, investeert Lex Boon maanden in de benadering van de juiste bronnen in Roemenië. ‘Je begint met een telefoontje, wordt zeven keer doorverbonden of doorverwezen, en als je dan maar lang genoeg volhoudt kom je ten slotte bij de juiste mensen terecht. Het was mijn eigen project, ik droeg er grote verantwoordelijkheid voor, maar het was ook een avontuur. En zolang het een beetje spannend is, houdt een onderwerp mijn interesse wel.’
Uiteindelijk zijn zijn contacten in Roemenië warm genoeg om naar het dorp van de bende te kunnen afreizen en de rechercheurs in het onderzoek en moeder Olga te spreken te krijgen. Met vierhonderd documenten die zijn artikel met feiten moeten staven en op basis van interviews met vele betrokkenen zet Lex Boon zich aan het werk.
Hij is fanatiek, zegt hij – en dat helpt. ‘Als je weet dat jij de journalist bent die het best van een zaak op de hoogte is, blijf je vanzelf wel diep gaan. En ook op de krant zijn er dan collega’s die je scherp houden. Dat fanatisme maakt ook dat ik geen onderwerpen wil aanpakken die al door anderen zijn gedaan. Ze moeten origineel zijn, of ik moet een verhaal tenminste met een heel andere insteek kunnen maken.
En ik wil van begin tot eind over die producties gaan. Op mijn webredactie kan dat, de ruimte is ervoor. De lijntjes met de webontwikkelaars en de beeldmakers zijn heel kort. Wat je vandaag bedenkt, kan hetzelfde moment al van start gaan. Bij de papieren krant lever je je verhaal in bij de middentafel en mag je hopen dat ze er iets aardigs in de kolommen mee doen. Bij ons gaan we daar helemaal zelf over.’
De kunst van verhalen vinden
Zijn fijne neus voor buitenissige verhalen is een zegen. Internet hoest weliswaar dagelijks duizenden meer of minder opzienbarende berichtjes op die in aanmerking komen voor een ‘kortje’ op de site van NRC, maar wat Lex Boon betreft is het de kunst om er precies die ene gebeurtenis uit te pikken waarachter hij een groter, spannender, dramatischer dan wel komischer relaas vermoedt Voor NRC schreef Lex Boon in 2014 het verhaal over een man die zijn been moest laten amputeren en vervolgens besloot om een lamp van zijn been te maken..
Boon:
‘Dat mogen ook heel kleine verhalen zijn. Als ze maar weten te prikkelen. Zo gingen een poosje terug beelden de wereld over van een man op de Faerøer Eilanden die een potvis liet ontploffen. Het dier was aangespoeld op een strand en ter plaatse was iemand aangewezen om de opruimwerkzaamheden in gang te zetten. Die man prikte bij zijn eerste inspectie met een mes in het kadaver, en boem, die hele potvis explodeert in zijn gezicht.’
Na een paar dagen bellen kreeg Lex Boon de man aan de telefoon. Te gek. Avontuur geslaagd. Maar aan uitwerken van het verhaal kwam hij niet toe. ‘Mijn hoofd stond toen al naar de diepvriesman. Dáár moest ik al mijn tijd en energie in steken.’
De ananasman en het meisje
Na de publicatie van ‘De kunst van het stelen’ is Lex Boon benaderd om bij te dragen aan een documentaire over de schilderijendiefstal in de Kunsthal. Hij voelt er vooralsnog weinig voor. Boon zou best nog eens naar Roemenië willen om nog wat lijntjes te onderzoeken. Maar een hele documentaire? Daar ligt zijn ambitie niet.
‘Datzelfde geldt voor fictie schrijven. In een roman zou ik helemaal de draad kwijtraken: waarom laat ik mijn hoofdpersonage die kant op lopen als hij ook de andere richting op kan? Ik heb de werkelijkheid gewoon nodig.’
Die werkelijkheid blijft aantrekkelijk en bizar genoeg. Zo verdiept Lex Boon, die in het voorjaar van 2014 toch overstapte naar de papieren nrc.next, zich intussen al twee jaar lang in de wonderlijke geschiedenis van de ananas en de huidige stand van zaken in de mondiale ananasbusiness Op de NRC-website houdt Lex Boon een weblog bij met ananasverhalen: Prins Ananas.
‘De eerste ananas die op Europese bodem aanlandde, deed dat in Nederland. Er zit een historisch heel boeiend verhaal aan vast, terwijl er ook nu nog journalistiek enorm veel te halen valt als het om ananas gaat. Ik ben er al voor naar Schotland, Thailand, de vs en Costa Rica gereisd. In Colorado heb ik de uitvinder van de md2 De md2 is de meeste geteelde ananassoort. Op de NRC-website staat het verhaal dat Lex Boon over de md2 schreef. gesproken, een oude man die met die ananaskruising de hele sector op z’n kop heeft gezet. In Nederland zit ik achter de chauffeur aan die ooit met een vrachtwagen vol ananassap in Zeeland is gekanteld.’
Al die gekke feiten en verhalen moeten ooit een boek worden. Een boek ter ere van de ananas. Boon reist binnenkort naar de Azoren:
‘De laatste plek in Europa waar nu nog ananassen worden geteeld. “Laten we daar dus heen gaan,” heb ik tegen mijn vriendin gezegd. En ze doet het. We zijn net tien maanden bij elkaar, hè – ze vindt het nu nog leuk!’
Dit artikel is een bewerking van hoofdstuk 10 uit het Handboek Verhalende Journalistiek van Henk Blanken en Wim de Jong: Het lange lezen na ‘Snow Fall’ – Over longreads op internet en zin en onzin van multimediale verhalen.
Reacties