“Het gaat mij niet om het vliegen, ik heb er ook geen lol aan”, vertelt Eric Brinkhorst. “Het gaat om foto’s die ik anders niet kan maken. Dit is nieuwe technologie, een mogelijkheid erbij. Dus wil ik dat kunnen gebruiken.”
Illegale dronefotografie
Maar dat is momenteel wettelijk verboden. Een professional moet aan zeer strenge eisen voldoen om een drone te mogen besturen in Nederland. En dus vliegt Brinkhorst illegaal. “Dat risico durf ik te nemen. Voor een vergunning moet ik eerst de drone laten keuren, dat kost zo’n 2000 euro, bijna net zo veel als m’n kale drone – een hexacopter van acht kilogram, op maat gemaakt voor mijn spiegelreflexcamera. Maar ik houd me aan alle regels. Ik vlieg nooit boven mensenmassa’s, dat is verboden. De vlieghoogte van 120 meter overschrijd ik nooit, ik hoef ook niet zo hoog.”
Onwerkbare regels
Brinkhorst gebruikt de drone alleen voor foto’s die hij niet op een andere manier kan maken. “Het zit tussen de ladder en het vliegtuig in. Ik heb nog wel een zes meter hoge paal achterin de auto liggen, die gebruik ik in sommige gevallen om over een afscheiding heen te kijken. De drone wil ik graag inzetten bij calamiteiten. Als er een brand is, dan wil ik – op gepaste afstand – gewoon de lucht in kunnen, en op de juiste wijze verslag doen. Dat kan nu niet, vanwege de ontheffing die je weken van tevoren moet aanvragen bij de provincie. Daardoor kun je nooit alert reageren.”
“We weten in Nederland bovendien nooit precies wanneer de wolkjes voor de zon hangen, dus op welk moment je precies moet opstijgen voor de beste foto. Soms bellen commerciële opdrachtgevers mij, of ik even een haven of het centrum in beeld wil brengen. Dat kan nu dus niet. Als fotograaf wil je snel schakelen. Dat soort opdrachten kan ik nu niet doen.”
Luchtvaartpolitie
“…Nou ja, heel soms dan. Er zijn momenten dat ik toch zo’n foto maak, dat doe ik dan bijvoorbeeld ’s ochtends heel vroeg. Dan loop je wel het risico dat er een politieauto onder je door rijdt en agenten vragen gaan stellen. Dat heb ook al wel eens gehad hoor, dat een agent naar me toe kwam. Dat was bij een kunstproject in Oldenzaal, waar de kunstenaar een coating op het dak had aangebracht die zichtbaar moest zijn voor Google Earth. Ik ging omhoog met mijn drone en hoorde ineens die agent. ‘Luchtvaartpolitie!’, grapte hij. Hij wilde gewoon zien hoe zo’n ding werkt. Ik was toen met drie man, zoals vereist, dus ik was overal voor ingedekt. Alleen had ik niet de juiste vergunning.”
Een professionele drone-piloot moet verplicht met drie man op pad. Eentje bestuurt de drone, eentje bedient de camera en eentje houdt de omgeving in de gaten. Volgens Brinkhorst is dat bij fotografie echt overbodig: “Voor filmen snap ik het. Maar een foto heb je eigenlijk op de grond al gemaakt, tijdens de voorbereiding. Je stelt je camera in, je hebt je scherm, je weet welk perspectief je zoekt. Met een minuut heb je de eerste foto al. Misschien nog keertje links, rechts, en vanaf de andere kant. Dan ben je klaar.”
“Mijn opdrachtgevers Algemeen Dagblad en NRC vragen niet specifiek om dronefoto’s. Als een onderwerp geschikt is voor een drone, dan kies ik zelf om daar een extra foto mee te maken. Soms kiest de redactie dan voor die, soms voor een andere. Maar ik kan het nog niet echt vermarkten in de journalistiek.
Onverzekerd vliegen
Brinkhorst neemt een grote gok door te vliegen zonder de vereiste ontheffing. Hij vliegt nu onverzekerd. “De verzekering krijg je alleen rond als je een vergunning hebt, dus dat is een risico. Maar ik vlieg op plekken waar alleen de drone het slachtoffer is, als er iets misgaat. Je moet gewoon niet boven mensenmassa’s gaan vliegen. Techniek kan haperen. Dat wil je echt niet. Het blijft tenslotte techniek.”
Reacties