Op de zijgevel van het Rudi Dutschke Haus in Berlijn is een opvallend en kleurrijk reliëf bevestigd: en man met een geweldige, minstens 7 meter lange erectie, omgeven door nogal seksueel getinte teksten. Nadere beschouwing leert dat het hier gaat om het geheven lid van de hoofdredacteur van Bild Zeitung, het grootste schandaalblad van Duitsland. De teksten zijn afkomstig uit het blad zelf.
Elke winter, als de blaadjes van de bomen in de Rudi Dutschke Strasse zijn gevallen, hebben de medewerkers van het hoofdkantoor van de mega-uitgeverij Springer vrij zicht op de naakte piemel van hun baas. Hun wolkenkrabber kijkt namelijk uit op het gebouw waaraan de erecte penis vastzit.
Het kunstwerk, uit 2009, van de Duitse beeldhouwer Peter Lenk, siert de zijgevel van het hoofdkantoor van een veel kleinere Duitse krant: Die Tageszeitung. Opdat de verhoudingen duidelijk zijn: Die Tageszeitung, Taz voor vrienden, oplage 60.000, steekt meer dan een middelvinger uit naar het Springerconcern.
Het blijkt allemaal een zeer concrete aanleiding te hebben. In 2002 schreef de Taz een satirisch stuk. Men zou hebben ontdekt dat de hoofdredacteur van Bild in Amerika een penisverlengingsoperatie had ondergaan.
Sommige lezers namen het bericht serieus, Springer sleepte de kleine onafhankelijke krant voor de rechter. Die besloot ten gunste van de grote uitgeverij: Taz mocht geen stukken meer schrijven waarin de penislengte van de hoofdredacteur van Bild ter sprake kwam. 7 jaar later was het kunstwerk er. Want dat ze er niet over mochten kleien had de rechter niet gezegd.
In handen van lezers
“Wat is dat eigenlijk, die Taz van ons?” De vraag stelt Ines Pohl, lid van de tweekoppige hoofdredactie van de Taz in het ledenmagazine van vorig najaar.
Het antwoord is even simpel als inspirerend: “Een dagblad. Helder. Maar vooral een dagblad dat zich van alle andere Duitse kranten onderscheidt omdat het niet in handen is van één uitgever, maar van bijna 14 duizend lezers. Onze genossen en genossinnen. Genossen en genossinnen laat zich het best vertalen als ‘kameraden’. Met name binnen linkse organisaties en politieke partijen worden leden op deze manier aangeduid. Zie Wikipedia. Onafhankelijker krijg je het niet.” Lees over het ontstaan van Taz op Nieuwe Journalistiek: Wat is die Tageszeitung?
Bezoek aan de algemene ledenvergadering
In september van 2014 ben ik een hele dag aanwezig bij de algemene ledenvergadering van de Taz.
Het gebouw van de Heinrich Böll Stiftung, om de hoek bij het Deutsches Theater, is afgeladen vol. Op de begane grond staat een uitstalling van waar de coöperatie voor staat: allemaal standjes van goededoelenclubs, een kraam met de boeken van de eigen uitgeverij, een stel vrijwilligers dat geld inzamelt voor gratis abonnementen voor gedetineerden en natuurlijk de verkopers van kopjes en pakken Tazpresso: uitstekende koffie van bonen, geplukt door mensen die het uitstekend naar de zin hebben.
De zaal met een capaciteit van 300 personen is tot de rand gevuld. Twee kleinere zalen in het gebouw volgen de ledenvergadering via videoschermen, en ook de grote trap in het trappenhuis zit vol met kijkers. Tegen de 600 leden zijn komen opdagen. Veel volgens de organisatoren. meestal zijn het er rond de honderd.
Maar er staat ook veel op het spel: Taz gaat een nieuw redactiegebouw laten bouwen en heeft daarvoor geld nodig van de Genossenschaft. Genossenschaft is de Duitse term voor ‘coöperatie’. En niet zo’n beetje ook: 3 miljoen als investering, en 6 miljoen in de vorm van achtergestelde leningen. De rest van de 19 miljoen financiert de krant uit een kleine subsidie op de hypotheek en het afstoten van de twee gebouwen waar het bedrijf nu in gehuisvest is.
De crowdfunding onder de leden leden heeft op dat moment in drie maanden tijd al 4 miljoen euro opgeleverd. Inmiddels is het doel ook gehaald, half november 2014. En nog steeds heeft de coöperatie 12 miljoen euro in kas. Gewoon op de bank, niet belegd in dubieuze kapitaalsclubs.
Hoe kan een kleine krant zo rijk zijn, en zo makkelijk ook nog eens extra geld bij de lezers halen? Want ook al was het duidelijk even spannend of de ledenvergadering akkoord zou gaan met het bouwplan, de sfeer in het gebouw, en dus in de vereniging, is hartverwarmend goed. De betrokkenheid groot. En de krant heeft dus geen last gehad van de dagbladencrisis, die in Duitsland net als in Nederland een slachting aanricht onder veel vaak oude en gerespecteerde titels.
Nauwelijks advertenties
De oplage van de Taz is in de afgelopen jaren licht gestegen. Hoewel er een geleidelijke daling te zien is in de gewone abonnementen, staat die in geen verhouding tot de vrije val van de oplages van andere kranten. De daling van het aantal reguliere abonnees, die er vooral uitziet als een zachtjes uitsterven van oudere lezers, wordt meer dan goedgemaakt door nieuwe abonnementsvormen als de weekendeditie en de online abonnementen.
“We hebben geen last van de crisis, omdat we vanaf het begin van ons bestaan niet afhankelijk zijn geweest van adverteerders”, verklaart financieel directeur Karl-Heinz Ruch tijdens de vergadering. Taz heeft uitsluitend te maken met de loyaliteit van de lezers, en die is, zo blijkt, heel groot.
Een van de meest onverwachte successen is het systeem taz-zahl-ich: bezoekers van de website van de krant, waarop exact hetzelfde te lezen is als in de papieren krant, hebben gratis toegang tot alle artikelen, maar worden wel opgeroepen om een vrijwillige bijdrage te doen. Dat gebeurt massaal, zo blijkt.
Waarom leden lid worden
De groei van het aantal leden van de coöperatie is de laatste jaren enorm toegenomen. Op de vergadering wordt een uitgebreid onderzoek gepresenteerd. De gemiddelde leeftijd van de Taz-leden is 59 jaar. Dat lijkt oud, maar hij daalt. Dat blijkt ook uit de groeicurve: 34 procent van de leden is pas een jaar lid.
Gevraagd naar de reden waarom ze lid werden, vertelde 30 procent dat ze dat deden ‘om de krant te redden.’ 8 jaar geleden was dat nog 60%. De nieuwe generatie leden steunt de krant allereerst vanwege het onafhankelijke geluid, en omdat men specifieke doelen van de krant wil steunen. Zeer breed wordt ook het verenigingsgevoel gedragen: het is fijn ergens bij te horen.
De betrokkenheid kan ook een risico zijn. De Taz is een basisdemocratie, wat wil zeggen dat de leden het echt voor het zeggen hebben. In Nederland zijn nogal wat mensen in de mediasector bang voor zo’n verregaande vorm van inspraak.
Conflicten
Tijdens de lunch spreek ik een aantal journalisten van de Taz, en leg hun die angst voor. Ze wuiven dat weg: “Die democratie is natuurlijk ook maar een façade”, zegt een van hen: “de echte beslissingen worden toch op de redactie en bij de uitgeverij genomen.”
Wat niet wegneemt dat het ook bij de Taz weleens tot conflicten heeft geleid. Een van de journalisten vertelt hoe een jaar of tien geleden de uitgeverij wilde stoppen met alle landelijke ambities van de Taz, die toen ook filialen in Bonn en Hamburg had. De leden hebben toen ingegrepen. Na overleg met de leden is toen besloten de vestiging in vrijstaat Hamburg te behouden. Inmiddels is die vestiging een van de best florerende afdelingen van de Taz. “Zonder die ingreep van een paar activisten was de Taz er misschien wel helemaal niet meer geweest”, verklaart de verslaggever.
De lezers en de journalisten vertrouwen elkaar dus inmiddels. Dat blijkt ook de enige manier te zijn om in zo’n genossenschaft samen te werken. “Het is mijn club”, vertelt een van de leden, een oudere leraar, die flink geïnvesteerd heeft in de nieuwbouw: “Vertrouwen staat centraal. Ik begrijp de redenen voor de nieuwbouw en snap dat dit de enige weg vooruit is.”
Geen betaalmuur
Nieuwbouw in een tijd van krimp, het is natuurlijk een drieste stap voor een kleine krant. Immers, ook al stijgt de oplage door extra abonnementen, de tendens daaronder is er toch één van verschuiving van papier naar online.
Een van de leden, een oud-onderwijzeres, vertelt dat ook: “Ik ben 68, maar ik lees de krant alleen nog digitaal. Voor mij hoeft dat papier niet meer. Ik hoop wel dat ze een goed betaalsysteem ontwikkelen.”
En dat is dus wel een kwestie. De krant kondigt groot op de site aan dat ze geen betaalmuur willen (“We zijn Berlijners, we hebben het niet op muren.”). Volgens Karl Heinz Ruch moet er iets anders worden bedacht: “Ik ben ervan overtuigd dat er over tien jaar geen papieren kranten meer bestaan. Of een digitale betaalmuur de oplossing voor is, daar twijfel ik sterk aan. Als niche-medium kun je dan al gauw onbeduidend worden, terwijl we nu een duidelijk gehoorde stem zijn.”
“Zolang er nog geen praktische en succesvolle betaalmodellen zijn, en daar ziet het nog steeds naar uit, wordt de taak voor de nieuwsportals een andere. Dan worden het marketingplatforms voor andere producten, voor aanbiedingen van een uitgeverij. Ze moeten gaan verkopen. dat is wat er nu aan de hand is.”
“Wat in het gedrang is, zijn verkoopbare apps, digitale toepassingen van gedrukte media, waarmee je ook kwaliteitsjournalistiek kunt brengen. De nieuwsportals veranderen steeds meer. Ze worden sneller, bonter, toegankelijker en populairder en gaan daardoor steeds meer op elkaar lijken. Ze zijn niet langer een toonbeeld van kwaliteitsjournalistiek, maar dat is het doel ook niet meer.”
Taz-zahl-ich
In plaats daarvan pleit Ruch voor een periode van continue experimenten. En hij stelt vertrouwen in het verleden van de nog jonge krant: “We waren een van de eerste kranten die online gingen in de jaren negentig. Ook toen stelden we onze volledige inhoud online beschikbaar en gratis. Daar plukten een paar poolreizigers toen al voordeel van. Wij willen dat volhouden: Taz-journalistiek moet voor alle belangstellenden vrij toegankelijk blijven.”
Hij heeft vertrouwen in het systeem waarmee de krant nu twee jaar experimenteert: Taz-zahl-ich. Bij elk bezoek aan de website, en onder elk artikel, wordt de lezer gevraagd om een vrijwillige bijdrage Maar het is dus geen verplichting: de artikelen kunnen ook zo, gratis gelezen worden.
Het systeem blijkt verrassend goed te werken: “Sinds de invoering in december 2012 komt er elke maand een bedrag van vijf cijfers binnen. Dat is nog te weinig om samen met alle andere digitale inkomsten de kosten voor het maken van de krant te dekken, maar het is nu al een belangrijke pijler onder ons verdienmodel.”
Dankzij de lezerscoöperatie, die geen winstuitkering van minimaal 14% eist, en die een buffervermogen op de bank heeft van 15 miljoen, heeft – en krijgt – de krant ruimte om met nieuwe verdien- en betaalmodellen te experimenteren. Die luxe kan geen enkele andere krant zich permitteren.
Dat is een flinke geheven middelvinger naar de grote uitgeverijen in de buurt.
Meer informatie over Taz op Nieuwe Journalistiek: Wat is die Tageszeitung?
Reacties