De lezerscoöperatie

Waarom de leden van De Correspondent juridisch gezien geen leden zijn

Op 26 maart 2013 is het zover: Rob Wijnberg heeft 15 duizend mensen weten te overtuigen om lid te worden van zijn nieuwe journalistieke medium, dat op dat moment nog niet bestaat: De Correspondent. En dat binnen 8 dagen. Een knappe prestatie. Maar zijn het wel leden? Want De Correspondent is geen vereniging. Oprichter en hoofdredacteur Rob Wijnberg geeft tekst en uitleg.

Opmerkelijk aan De Correspondent is, dat de abonnee’s steevast ‘leden’ worden genoemd, terwijl ze dat strikt genomen niet zijn: er is geen vereniging, geen medeëigenaarschap, zelfs geen medezeggenschap.

Waarom De Correspondent geen leden heeft

Volgens Rob Wijnberg is het een bewuste keuze geweest om alleen in naam van ‘leden’ te spreken, al is het laatste woord er nog niet over gezegd: “We hebben er geen definitieve discussie over gevoerd. We hebben wel een tijdje nagedacht over welke vorm dit nou het beste kon hebben. Daar zijn ook de coöperatie en de vereniging voorbij gekomen. Onze inschatting toen was dat de haken en ogen die daaraan zitten, niet opwogen tegen de voordelen. Daarom hebben we deels bewust en deels uit overweging van snelheid voor deze vorm gekozen. Dit leek gewoon makkelijker.”

Screenshot van De Correspondent van het moment dat er ruim 15 duizend mensen lid zijn geworden.
Screenshot van De Correspondent van het moment dat er ruim 15 duizend mensen lid zijn geworden.

Volgens Wijnberg zit er een gedachte achter om van ‘leden’ te spreken, en niet van ‘abonnees’: “We noemen onze ‘leden’ eigenlijk ‘leden’ omdat het een wat minder passieve, consumptieve rol in zich draagt: voor ons zijn leden ook echt actieve bijdragers aan onze inhoud. Wij zijn geënt op tweerichtingsverkeer tussen journalist en publiek, en ‘abonnee’ suggereert meer ‘afnemer’ dan we bij ons vinden passen.”

De zakelijke structuur van De Correspondent acht Wijnberg niet geschikt voor een club eigenzinnige leden: “We hebben een partner, Momkai. Dat is ons ontwerpbureau. Ze zijn mede-oprichter en ook aandeelhouder van de BV. Ze doen al het werk voor ons: het bouwen van de site, het bouwen van het Content Management Systeem (CMS). Een Content Management Systeem is gebruiksvriendelijke software om content (tekst, koppen, foto’s, etc.) op eenvoudige wijze in de juiste vormgeving op een website of weblog te krijgen. Allemaal tegen kostprijs. De winst die ze normaal maken op projecten zit hem nu in dat medeëigenaarschap.” Lees meer over het ontstaan van De Correspondent en de samenwerking met Momkai op Nieuwe Journalsitiek in het artikel In 8 dagen 15 duizend abonnees voor een medium dat nog niet bestaat.

En verder zijn echte leden natuurlijk gewoon ingewikkeld, vertelt Wijnberg: “Een ander probleem was, dat we ook niet zeker wisten hoe je die zeggenschap moest regelen, met de leden als aandeelhouder. Wat mogen ze wel of niet? Krijgen ze wel of geen stem, je wilt tenslotte ook redactionele onafhankelijkheid. We bedachten toen dat deze vorm duidelijker was.”

Bijzonder soort abonnee

Wat dus niet wil zeggen dat de Correspondent later niet alsnog in een coöperatie zou kunnen veranderen: “Dat is iets waar we nog eens een fundamenteel gesprek over willen voeren. We zijn er nog niet uit. We denken erover na. We noemen ze lid, maar in de juridische zin van het woord is dat niet zo. Het zijn gewoon abonnees. Ze zijn als deelnemers aan de crowdfunding Rob Wijnberg zamelde geld in om De Correspondent te kunnen beginnen. Lees hierover op Nieuwe Journalistiek in het artikel In 8 dagen 15 duizend abonnees voor een medium dat nog niet bestaat. dan wel een apart soort abonnee: ze namen een abonnement op iets wat nog niet bestond. Nu, na het eerste jaar, is dat anders. Nu zijn ze gewoon abonnee.”

Maar dan toch nog met een streepje voor: “We hebben wel in ons manifest Dit maniefest is te vinden op de website van De Correspondent. gezet, hoewel nog niet geformaliseerd, dat – mocht er geld over zijn, dus winst – we een deel daarvan ook reserveren voor iets waarover onze abonnees zich kunnen uitspreken. Ze hebben dan inspraak over wat daarmee moet gebeuren: bijvoorbeeld een onderzoeksjournalistiek project, of iets anders. Maar dat is informeel. daar gaan we geen ledenvergadering voor opzetten. We willen het wel vragen.’

Twijfel over een echte vereniging

Het Friesch Dagblad is een vereniging, waarbij een soort brandmuur Een brandmuur is een muur die ervoor zorgt dat brand in een gedeelte van een gebouw niet overslaat of doorslaat naar een ander gedeelte van het gebouw. is geplaatst tussen de uitgeverij en de vereniging. Zo voorkomen ze dat er een coup kan worden gepleegd door de ledenvergadering, en is de onafhankelijkheid van de journalistiek gegarandeerd. Lees over hoe de Vereniging Het Friesch Dagblad werkt op Nieuwe Journalistiek het artikel: Lútsen Kooistra gelooft in de Vereniging Het Friesch Dagblad: “Voor ons is nieuws geen koopwaar”. Dat lijkt toch een perfecte oplossing voor het probleem?

Wijnberg twijfelt: “Dat we bang zijn voor een coup is misschien wat straf gezegd, maar inderdaad, als je het iets milder formuleert, gaat het wel om de vraag wie zeggenschap heeft. Stel dat de leden mij een zak hooi vinden, kunnen ze dan de hoofdredacteur ontslaan? Of kunnen ze zeggen: ‘Die en die correspondent moet maar weg.’ Of: ‘Jullie moeten daarover gaan schrijven.’ Over dat soort vraagstukken denken we wel na.”

Abonnees die extra geld doneren

Het is natuurlijk wel de vraag of het ooit zover zou kunnen komen. Maar mensen ‘lid’ noemen en helemaal niet naar ze luisteren, dat kan natuurlijk ook niet, erkent Wijnberg: “Er zijn wel abonnees die meer dan de zestig euro, soms wel 100 euro hebben bijgedragen, of 2000 euro. Het is niet zo dat ze zeggen: ‘daarmee wil ik ook iets te zeggen hebben’, maar we hebben wel een avond voor ze georganiseerd en ze persoonlijk uitgelegd waar we mee bezig zijn. We vragen ze ook wat ze daarvan vinden. Je zou het een informele ledenvergadering a l’improviste kunnen noemen. Er is geen enkele verplichting om het op te volgen. Maar het is wel interessant om te weten waarom zij die extra steun geven.”

“Dan hoor je vaak dat ze dat doen omdat ze willen dat het maatschappelijke impact heeft. Niet zozeer voor hun eigen politieke agenda. Ze willen dan gewoon mogelijk maken dat onze journalistiek niet alleen mooie verhalen oplevert, maar ook invloed uitoefent. We praten dan met ze over hoe we dat kunnen doen. Voor de rest vraagt niemand om stemrecht.”

Een lid is meer dan abonnee

En dan zijn er natuurlijk de ‘reageerders’. ‘Reageerders’ zijn mensen die reacties plaatsen onder artikelen op een website. Opvallend genoeg zijn de commentaren onder de artikelen op de site erg steekhoudend. Zo steekhoudend dat een enkeling weleens twijfelt aan de authenticiteit ervan. Immers, ieder serieus medium met een openbare reageerknop wordt overspoeld door onderbuikreacties tussen de serieuze commentaren door.

De Correspondent heeft daar dus iets op gevonden, legt Wijnberg uit: “Er zijn heel veel manieren om mensen tevreden te houden. Dat zit niet alleen in zeggenschap. Wat heel belangrijk is, is dat mensen onder onze stukken kunnen bijdragen. En dan is het ook heel expliciet de bedoeling dat de correspondenten in kwestie daarop reageren. Ze moeten waardevolle tips ook opvolgen. Het moet een permanente uitwisseling zijn. Zo krijg je bij ons het gevoel dat je er als lid meer toe doet dan als een simpele afnemer of abonnee van een krant. Mensen kunnen hun kennis bijdragen en daar gebeurt iets mee. Kranten werken echt nog met een zendmodel: dit is het stuk, reageren kan, maar dat is voor niemand verder belangrijk. Er is nooit een journalist van een krant die dan ook iets terug zegt.”

Rob Wijnberg, hoofdredacteur en oprichter van De Correspondent: "Onze abonnees zijn meer dan simpele afnemers van de krant." Foto: Roger Cremers / Hollandse Hoogte.
Rob Wijnberg, hoofdredacteur en oprichter van De Correspondent: “Onze abonnees zijn meer dan simpele afnemers van de krant.” Foto: Roger Cremers / Hollandse Hoogte.

En daarnaast is transparantie belangrijk: “We hebben ook een jaarverslag gemaakt waarin we precies laten zien wat we met het geld van de leden hebben gedaan. Tot op de cent nauwkeurig. Dat is ook een manier om die betrokkenheid vorm te geven. We zeggen: jullie hebben ons geld gegeven en we nemen alle vrijheid om daarmee te doen en te laten wat we willen, maar we leggen wel verantwoording af.” Het financieel jaarverslag van het eerste jaar is te vinden op de website van De Correspondent: Zo investeerden we jouw 60 euro ledengeld tot nu toe. Daarnaast is er een journalistiek jaarverslag: Dit hebben we het afgelopen jaar met jullie steun bereikt.

“We organiseren ook avonden, thema-avonden die verzorgd worden door onze correspondenten, waar leden voor 5 euro naartoe kunnen. Live-contact werkt goed. Tot nu toe hebben we het idee dat we op de goede weg zijn met onze community. Het blijkt niet heel moeilijk te zijn om mensen zich betrokken te laten voelen bij wat we doen.”

Recalcitrante leden

Dat kan ook te ver gaan, weet Rob Wijnberg inmiddels uit ervaring: “We hebben een paar leden die bovenmatig veel reageren op alles. Zij hebben het idee dat De Correspondent hun eigen openbare dagboek is. We doen er van alles aan om dat in te dammen. We hebben nog niet de technische middelen in handen om dat goed te doen. Dat is voor komend jaar echt een opdracht.”

Een paar dingen werken al. Nicknames Een nickname is een bijnaam die mensen zelf verzinnen om te gebruiken op internet, bijvoorbeeld als ze reacties onder artikelen plaatsen. zijn uit den boze: “Een groot voordeel is wel dat mensen niet anoniem kunnen reageren, dus daarmee beperken we al een beetje het getrol. Met ‘trollen’ wordt gedoeld op het plaatsen van reacties op websites die door anderen als hinderlijk worden ervaren. Vaak gaat het dan om bedreigingen, pesterijen, beledigingen en verwensingen. Maar het kan ook gaan om mensen die voortdurend op alles en iedereen reageren. Daarnaast vragen we heel expliciet om kennis en expertise en niet om een mening. Er staat ook onder het stuk niet ‘reacties’, maar ‘bijdragen’. Dat woord is cruciaal. Je moet iets bijdragen. Die mentaliteit proberen we over te brengen.”

En als niets werkt? “Dan mailen we ze ook gewoon: ‘dit is hoe jij van onze bedoeling afwijkt, wil je dat liever niet doen?’ Dat helpt. Gewoon mensen aanspreken. “Het afgelopen jaar hebben we ook een paar mensen de reactiemogelijkheid ontnomen, omdat ze door bleven gaan. Dat wordt heel vaak door die reageerders gezien als censuur. Maar dan is ons antwoord: het is een journalistieke maatstaf. Evengoed als ik tegen een van onze journalisten kan zeggen: “Dat is niet goed, we gaan het niet plaatsen.” Dat is geen censuur, maar heeft met kwaliteit te maken. Die regel passen we ook toe op reacties. We leggen uit dat we een bepaald soort reactie voor ogen hebben. Als die er niet bij staan, kunnen we ze weghalen.”

Het actief modereren van een drukbezochte website met 30.000 enthousiaste leden kost natuurlijk enorm veel tijd. daar moet aandeelhouder Momkai dus nog iets voor verzinnen: “Technisch gezien zou je ook een selectie kunnen maken van goede reacties, waarbij je als lezer dan weer de mogelijkheid krijgt om te kiezen voor alleen de selectie van de redactie, zodat je niet door alle mindere reacties hoeft heen te ploegen.”

Indekken tegen overname door hedgefunds

Tot slot is er altijd nog een heel groot voordeel aan een lezerscoöperatie: je kunt niet worden overgenomen door een hedgefund, Een hedgefund is een beleggingsfonds dat zich op alle mogelijke manieren probeert in te dekken (‘hedgen‘) tegen een crisis op de beurs en altijd een zo hoog mogelijk rendement beoogt te halen. ook niet als een van de partners, bijvoorbeeld Momkai, wel in handen valt van zo’n geldwolf. De Correspondent heeft dat risico nu ook al afgedekt, vertelt Rob Wijnberg: “We hebben al een veiligheidsregel in onze eigen statuten opgenomen, die dat kan voorkomen. Er geldt een winstdelingsplafond. Mocht er winst zijn, dan kan daar maar maximaal vijf procent van worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Dat is niets iets waar de hedgefunds op zitten te wachten. Bovendien zijn we advertentievrij. Dat staat ook in onze statuten.”

“Een derde manier waarop we dat tegenhouden is Stichting Democratie en Media: De Stichting Democratie en Media geeft financiële steun aan personen en organisaties die bijdragen aan het voorbestaan van onafhankelijke media in de democratische samenleving. die hebben ons ook gesteund in de vorm van een gift en een aandeel. Dat is geen aandeel in de winst, maar zij hebben een voorkeurspositie: op bepaalde fundamentele beslissingen hebben zij vetorecht. Stel dat wij zouden bedenken dat we de boel zouden verkopen aan Egeria, dan kunnen zij zeggen: dat willen we niet.”


— of — Reageer

Reacties