Het idee van een coöperatieve vereniging als een vorm van duurzame crowdfunding is voor media niet nieuw. In de online wereld gaat het idee al een paar jaar rond. Kevin Kelly Kevin Kelly was hoofdredacteur van het technologie maandblad Wired. Kijk voor meer informatie op Wikipedia. schreef in een artikel in 2008:
“anyone producing works of art – needs to acquire only 1,000 True Fans to make a living.”
Ik kwam in aanraking met dit idee via Erwin Blom, toen nog werkzaam bij de VPRO als hoofd ‘nieuwe media en innovatie’ en drijvende kracht achter 3voor12 3voor12 is een platform van de VPRO voor alternatieve popmuziek. Het bestaat sinds 1998 en won sindsdien diverse prijzen (onder andere de Gouden Pixel, Pop Pers Prijs, UPC Digital Award). en vooral natuurlijk De Luisterpaal De Luisterpaal is een onderdeel van de 3voor12-website. Aanvankelijk was het mogelijk om nieuwe muziekalbums tijdelijk te beluisteren. Later zijn daar concertopnames en playlists aan toegevoegd..
1000 échte fans vinden
De gedachte achter het idee van de 1000 True Friends is simpel: vind 1000 mensen die jouw idee echt zien zitten, en vraag aan elk van hen 50 euro, desnoods op jaarbasis, en je hebt voldoende inkomen om je plannen te verwezenlijken. Een jaarinkomen van 50.000 euro per jaar is voor menig zelfstandige tegenwoordig een onbereikbaar ideaal, dus waarom dit idee niet verder gevolgd?
Dat zal ook Blom hebben gedacht toen hij eenmaal vertrokken was bij de VPRO. Hij startte in januari 2008 met The Crowds, dat vooral als modern adviesbureau werkte. In 2011 begon hij met Fast Moving Targets, een bedrijf dat media (boeken, podcasts, video’s) maakt over innovatie en bedrijven helpt innoveren. Met als een van de geldstromen: financiering door leden. Hij startte een campagne om zijn 1000 echte fans te verzamelen.
Je zou zeggen: dat is een eitje voor Erwin Blom. Want hij had in 2011 al een paar duizend volgers op Twitter.
De vraag is dus, hoe het er nu voor staat. Heeft Erwin Blom nu, 4 jaar later, die 1000 echte vrienden binnen, en voorzien zij hem van een vast inkomen?
“Ik heb ze nog lang niet”, vertelt Blom. “Geld verdienen we met het uitgeven van boeken, met de sponsoring van programma’s, met evenementen, met spreekbeurten, met advies. Die activiteiten gaan ten koste van de aandacht die in werving van leden gestopt moet worden. Dat getal staat nu nog maar op 120 tientjesleden. Dat is een beetje stilgevallen. En dat is zonde. Want de huidige leden zijn heel enthousiast.”
Maar Blom heeft de moed nog zeker niet opgegeven. “We beginnen binnenkort met een nieuw offensief. Het is voor mij namelijk wel heel belangrijk. Want ik vind het uiteindelijk nog veel leuker wanneer een persoon geld voor je over heeft, dan wanneer een bedrijf je sponsor is. De persoonlijke relatie is belangrijk. Ik rust niet tot we die duizend echte fans hebben!”
Betalende leden iets extra’s geven
Een belangrijke oorzaak ligt er volgens Blom in dat hij zijn online carrière begon met het gratis weggeven van zijn kennis. Hij had een succesvol eigen weblog met regelmatig updates over nieuwe software, hardware en technieken. Eenmaal gratis is altijd gratis, blijkt: “Het lastige is vooral dat wanneer je eerst met gratis dingen begint, je die nooit meer achter een betaalmuur kunt zetten. In eerste instantie ging het om gunnen. Mensen gunden mij iets. Daarom kon ik er ook niet hard aan trekken, want het bood geen toegevoegde waarde, behalve sympathie: je geeft geld omdat je mij sympathiek vindt, of de site. Van dat soort bijdragen heb ik in eerste instantie de studio-uitrusting kunnen kopen.”
Op zich al best aardig, maar geen oplossing voor de lange termijn. Dan moet je mensen meer bij je project betrekken, vertelt Blom: “Wat dus werkt is: óf je geeft de mensen iets extra’s, óf je moet ze heel duidelijk maken dat ze er iets voor terugkrijgen.”
Hij voelt wel wat voor het idee van een echte coöperatie: “Ik zou ze dan dus mede-eigenaarschap van deze studio kunnen geven. Zodat je goede opnames krijgt, want daar heb je zelf aan meebetaald. Wat ik eigenlijk meer zou willen in de toekomst, is dat mensen ook richting kunnen geven. Dat ze aan kunnen vinken: ik vind media belangrijk, of gezondheidszorg. En als er daar genoeg van zijn, gaan we daar ook een programma over maken. Dus je kunt de accenten leggen. Het mag voor mij ook veel verder gaan.”
Persoonlijke e-mail voor leden
Vooralsnog zijn dat plannen op de lange termijn. FMT is nu een kern van vier personen, met daaromheen een vrij losse organisatie die hij omschrijft als ‘een netwerk van experts’. Een paar maanden geleden begon hij op iets bescheidener schaal met een persoonlijke mail aan zijn funders: Handpicked. Dat is een eenvoudig mailtje met een paar regels over slimme apps of sites, net als hij vroeger deed op zijn persoonlijke blog: “Ik ben nu feitelijk toegevoegde waarde aan het bieden met die Handpicked-nieuwsbrief. Ik plaats er ééntje in de week wel openbaar, want hoe kun je anders aan mensen uitleggen wat ze krijgen?” De gratis voorbeelden van Handpicked zijn hier te vinden op de website van Fast Moving Targets.
Dat idee om een klein deel van de inhoud gratis weg te geven, ontleende hij aan De Correspondent. Die biedt tenslotte de mogelijkheid aan abonnees om artikelen met hun netwerk te delen. Zo trek je bezoek, dat eventueel weer te converteren is naar je abonneebestand Lees hierover op Frankwatching: Hoe De Correspondent haar succes ook aan Facebook te danken heeft.: “Je mag als gebruiker wel delen en daarmee het virale aspect zichtbaar maken. Hoe wij dat kunnen doen, daar ben ik nog net helemaal over uit. Ik zoek nu vooral naar hoe ik toegevoegde waarde kan bieden, zodat dat tientje ook wat oplevert. Dat zit hem er in dat ik heel veel dingen volg, en dat ik daar af en toe heel waardevolle dingen uit oppik. De krenten uit de pap, dat is wat ik beloof. Dat moet ik blijven doen.”
Maar het blijft lastig om een grote groep gratis volgers om te zetten in betalende abonnees of zelfs leden, erkent Blom: “Eén van de misverstanden uit de socialemedia-revolutie is dat we dachten dat al die vrienden op Facebook ook konden worden omgezet in betalende vrienden. Dat is dus niet waar. Ik heb meer dan 55 duizend mensen die mij op Google+ volgen, ik heb 36 duizend volgers op Twitter, en ook mij kost het moeite om die 1000 mensen binnen te halen die willen betalen voor wat ik doe.”
Persoonlijke benadering
Het blijkt in elk geval belangrijk om persoonlijk contact te hebben: “De simpele vorm van Handpicked als gewone e-mail werkt daar beter voor. Zo’n helemaal opgemaakte nieuwsbrief werkt toch een beetje als een reclamefolder, bijna per definitie. Het is een afstandelijk ding. Bij Handpicked is er geen enkel format, en ook als schrijver vind ik dat wel wat hebben. Je gaat er losser van schrijven. Dat dwingt de vorm ook af. Maar ik ben ook gewoon journalist, en de bottleneck blijft dat je ook gewoon je eigen sales moet doen.’
Met voorzichtig succes, blijkt: “Ik krijg er nu elke week twee of drie leden bij. Dus wellicht haal ik die 1000 nog wel als niemand onderweg afvalt. Mijn uitdaging is nu: hoe laat ik mensen weten dat dit de moeite waard is. Mensen geven het wel door, en er wordt ook gevraagd naar een bedrijfsabonnement. Maar het gaat niet heel hard.”
Het persoonlijke is essentieel, benadrukt Blom nog maar eens: “Online journalistiek vergt een andere toon en een andere aanpak. Wil je reacties losmaken, dan helpt het als je geen afgeronde verhalen brengt. Het mag meer work in progress zijn. Veel dagbladjournalisten werken nog vanuit een ivoren toren. Maken stukken die geen commentaar verdragen. En als er dan toch reacties komen, hoor je ze niet. Columnisten reageren ook niet. Eerst hebben ze over iedereen een mening, en als ze dan een keer een mening terugkrijgen geven ze de sociale media de schuld. Het lukt journalisten niet om online anders te zijn dan offline.”
De journalist als goede vriend
Het bedrijfsmodel van de bestaande media, zowel online als offline, klopt niet, meent Blom: “Er is alleen schaarste aan nieuws omdat kranten te weinig advertenties verkopen. Hadden ze meer advertenties verkocht, hadden we meer nieuws gehad. Dus ik snap niet waarom een journalist online minder doet dan in de krant staat. Ik wil juist dat online de journalist zijn offline aanbod verrijkt met tips, met nieuwtjes die te klein zijn voor de krant. Maak er een persoonlijk dagboek van. Je moet het gevoel krijgen dat de journalist een goede vriend van je is.”
Internet is geen zender, hij kan het niet vaak genoeg herhalen: “Eerst was internet informatie, nu is het communicatie. Je bouwt een band op, dan neemt de gunfactor ook toe. De iPhoneclub, nu iCulture, iCulture is een journalistieke site die zich richt op de iPhone, iPad en andere Apple-producten. iCulture is in juli 2014 ontstaan uit de samenvoeging van de websites iPhoneclub.nl en iPadclub.nl. iPhoneclub.nl werd in december 2006 opgericht door Jean-Paul Horn en Gonny van der Zwaag. is ook een keurige journalistieke site. Voor een niche. Ik heb nooit begrepen waarom kranten niet aan hun mensen vragen: welke niche is voor jou? Online kunnen ze dan alles plaatsen, en in de krant kun je de selectie maken voor het grote publiek. Maar begin bij de persoonlijke niche. Zo zou ik het doen. Ze doen nu hetzelfde online als offline. Zou ik nooit doen.”
Publieke omroepen als coöperaties
En dan komen we vanzelf bij de omroep, Bloms oorspronkelijke habitat. Erwin Blom werkte van 1994 tot en met 2007 voor de VPRO. Omroepen zijn van zichzelf al verenigingen, legt hij uit, dus waarom de leden niet echt bij je werk betrekken?
“Het coöperatiemodel zou een heel goed model voor omroepen kunnen zijn. De VPRO heeft een heel groot ledenbestand. Allemaal mensen die elk jaar opnieuw geld overmaken. Dat zijn vaak deskundigen op hun eigen vakgebied, goed opgeleid, hoge maatschappelijke posities: je hebt het beste netwerk waar een journalist van kan aftappen.”
“Destijds bleek ook uit onderzoek van Irene Costera Meijer Irene Costera Meijer is hoogleraar journalistiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2006 deed ze onderzoek voor de VPRO. dat VPRO-leden zich erover beklaagden dat de omroep hen nooit eens wat vroeg. Dus als je ze nou eens vraagt wie ze zijn en wat ze kunnen? Dan kun je een enorme bron van informatie aanboren. Voor een programma als Tegenlicht Tegenlicht is een tv-programma dat gaat over belangrijke (toekomstige) ontwikkelingen in de wereld. zou dat fantastisch zijn. De mensen willen het, ze geven het zelf aan. Het is een inkopper. Je programma wordt er beter van, de mensen zijn betrokken, want het is ook hun programma, en je hebt nu trouwe kijkers, die willen betalen. Dat is heel eenvoudig te realiseren. Zo geef je inhoud aan het begrip vereniging. En zelfs als het je geen betere programma’s oplevert dan nu moet je het doen, vanwege die betrokkenheid.”
Betrokkenheid als bedreiging
Toch ziet hij het somber in: “Dat is niet hoe journalisten opgevoed zijn. Ze beschouwen lezersbetrokkenheid als een bedreiging, een aanval op hun vakmanschap. Terwijl je er alleen maar beter van wordt. Ik krijg nu al hele leuke reacties op mijn dagelijkse Handpicked-mails. Mensen die me bedanken voor de tips. Van dat soort feedback word ik weer blij. Als journalist heb je alleen de kijkcijfers of de oplagecijfers. Dan merk je niets van je persoonlijke relevantie. Ik denk dat journalisten zichzelf tekort doen.”
In mijn gesprekken met Apache Lees op Nieuwe Journalistiek het artikel: De moeizame zoektocht van Apache.be naar aandeelhouders en abonnees. en De Correspondent Lees op Nieuwe Journalistiek het artikel: Waarom leden van De Correspondent juridisch gezien geen leden zijn. bleek dat de hoofdredacties huiverig zijn om de muur tussen lezer en journalist transparanter te maken. Echt lezerseigendom beschouwen ze als een bedreiging van de journalistieke onafhankelijkheid. Over dat standpunt is Blom kort: “Terwijl die lezers er zijn om de dingen die je doet. Als het goed is valt dat dus samen. Pas als je niet meer doet wat je doet, lopen ze weg.”
Reacties