Startups: De Correspondent

Hoe De Correspondent gestaag werkt aan betere interactie met leden

De Correspondent koestert de relatie met abonnees. Niet alleen omdat ze geld in het laatje brengen, maar ook omdat ze kennis en inzichten leveren die in journalistiek opzicht nuttig zijn. Het stroomlijnen van de interactie met lezers is nog een hele uitdaging.

Met een beetje goede wil kun je alle stukken van De Correspondent gratis lezen. Kwestie van de juiste mensen volgen op sociale media. Dat lijkt onwenselijk voor een medium zonder advertentie-inkomsten. Toch kiest De Correspondent er bewust voor. De paywall ligt niet om de stukken heen, maar om comments en extra bevoegdheden. Gratis stukken moeten nieuwsgierigen lokken, maar wie echt wil meedoen, moet lid worden.

De uitdaging is om de voordelen van een lidmaatschap aantrekkelijk genoeg te maken. Dat is nodig voor het geld, maar ook voor de inhoud. De leden moeten geprikkeld worden om zich nog meer te mengen in het journalistieke product, want de fameuze tuinen Alle correspondenten hebben een persoonlijke pagina – een tuin – waarop ze hun verhalen, oproepen, updates en aanbevelingen plaatsen en waar ze in gesprek gaan met hun lezers. van het platform liggen er soms wat stilletjes bij. De leden zijn actief genoeg, maar niet altijd in het openbaar, constateren uitgever Ernst-Jan Pfauth en hoofdredacteur Rob Wijnberg.

Ledenvoordeel

Onlangs verbeterde De Correspondent de bijdragensectie. Nu kan de auteur van een stuk de belangrijkste reacties van lezers uitlichten en bovenaan zetten zodat er een rangorde in de (volgens de auteur) meest relevante bijdragen ontstaat. Als een bijdrage wordt uitgelicht ontvangt de schrijver daarvan bericht.

Nieuwe bijdragen sinds het laatste bezoek worden ook aangegeven, zodat de lezer weet waar hij gebleven was. Het zijn ogenschijnlijk aanpassingen in de marge van het platform, maar onder het artikel waarin Rob Wijnberg de vernieuwingen toelicht, Zie dit artikel op De Correspondent: Nieuw voor leden: makkelijker kennis delen en terugvinden onder de stukken van De Correspondent. wordt flink gediscussieerd over de toevoegingen. Want bijdragen aan het gesprek is de kern van De Correspondent.

Deze veranderingen zijn alleen relevant voor leden van het platform. Anderen kunnen het artikel wel lezen, maar niet de bijdragen. Rob Wijnberg hoopt dat mensen denken: “dit kan ik nergens anders, dus moet ik lid worden.”

Ledenwerving

“We zoeken naar verbeteringen die één lid per dag meer opleveren”, zegt Wijnberg. “Dat is op de lange termijn gunstiger dan een chique reclamecampagne die eenmalig een paar honderd leden oplevert, maar daarna niet meer.”

De Correspondent slechtte eind vorig jaar de grens van 40 duizend leden, half april waren dat er alweer ruim 48 duizend. Het is daarmee groter dan de meeste opiniebladen, zoals De Groene Amsterdammer, Vrij Nederland en HP/De Tijd. Alleen Elsevier heeft meer abonnees. Volgens de Stand van de Nieuwsmedia bedroeg de oplage van De Groene Amsterdammer in 2015 19 duizend exemplaren, die van Vrij Nederland 23 duizend en die van Elsevier 83 duizend.

Vorig jaar introduceerde het platform maandabonnementen (6 euro per maand) en volgens Ernst-Jan Pfauth maakt ongeveer de helft van de nieuwe abonnees daar gebruik van. De andere helft betaalt liever 60 euro per jaar. Tachtig procent verlengt zijn lidmaatschap, zegt Pfauth.

“De inhoud moet zijn werk doen”, aldus Pfauth. “Als die je aanspreekt en je wilt het elke dag tot je nemen of zelfs invloed krijgen door je in de discussies te mengen, dan kun je lid worden.” Daarom worden vrijwel alle stukken gedeeld via sociale media. Gratis.

Sociale media

Mayke Blok, mediastrateeg en platform-editor van De Correspondent, laat via e-mail weten dat ze altijd ‘het verhaal van de dag’ deelt via Facebook en mogelijk nog één van de andere vijf dagelijkse artikelen. “Dat is dan een verhaal waarvan ik het gevoel heb dat het gaat werken. Dit kan om allerlei redenen zijn, maar meestal omdat het een opvallend (vaak constructief) inzicht geeft of omdat het een mening oproept. Maar meestal gewoon omdat het een heel sterk stuk is dat al (zonder verder te lezen dan de kop en het intro) tot de verbeelding spreekt. Op Twitter deel ik vrijwel alles, op LinkedIn een stuk per dag.”

Op Facebook heeft een artikel van De Correspondent volgens Blok gemiddeld een bereik van 100 duizend, op Twitter zien gemiddeld 15 duizend mensen zo’n tweet. Daarnaast delen de auteurs ook zelf hun stukken nog. Blok: “Dat wordt zeer gestimuleerd. Als journalist op internet ben je de bezorger van je eigen krant. Samen met het team achter de redactie ben je er zelf verantwoordelijk voor dat je stuk wordt gelezen.” Ongeveer zestig procent van de traffic op de site komt via sociale media.

Gratis abonnementen

Wijnberg en Pfauth zien ook dat de gratis maandabonnementen die regelmatig worden weggegeven hun vruchten beginnen af te werpen. Bij lezingen delen Correspondenten visitekaartjes met een code uit, ook op de boekenlegger bij aanschaf van boek van een Correspondent staat een code. Daarmee kun je een maandlang gratis De Correspondent bekijken alsof je lid bent, inclusief de discussies onder de stukken dus en de mogelijkheid om zelf bij te dragen. Van de 48.267 leden op 18 april 2016 waren er 1021 gratis lid.

De boekenlegger van De Correspondent met een gratis maandabonnement.
De boekenlegger van De Correspondent met een gratis maandabonnement.

Wijnberg: “Dat levert niet meteen honderd nieuwe leden op, maar we proberen een mailsysteem op te bouwen zodat die mensen na dertig dagen een mailtje krijgen met ‘vind je het wat?’. Na zestig dagen nog eens. Na verloop van tijd levert dat bijvoorbeeld vijf extra leden op per dag. Dat zijn de beste ideeën voor de lange termijn.”

Tuinonderhoud

Nieuwe leden brengen niet alleen geld in het laatje, ze zijn ook inhoudelijk van belang voor De Correspondent. Met name als ze zich echt lid van de club voelen. “Hoe actiever de leden zijn, hoe meer kennis we krijgen”, zegt Pfauth. De theorie van het platform schrijft voor dat leden met hun bijdragen onderdeel zijn van het journalistieke product. In de individuele ‘tuinen’ van Correspondenten zou zo een levendig debat ontstaan.

Na tweeënhalf jaar blijken die tuinen Alle correspondenten hebben een persoonlijke pagina – een tuin – waarop ze hun verhalen, oproepen, updates en aanbevelingen plaatsen en waar ze in gesprek gaan met hun lezers. toch niet helemaal te werken zoals de oprichters gehoopt hadden. De leden zijn actief genoeg, maar niet altijd in het openbaar. In een eerder stuk op deze site Zie op Nieuwe Journalistiek het artikel Elke publicatie op De Correspondent is de start van een gesprek met lezers, experts en bronnen. bleek al dat de meest waardevolle ledenbijdragen meestal via e-mail bij de auteurs terechtkomen. Daar is nu de nieuwsbrief bij gekomen.

Sinds januari versturen verschillende auteurs nieuwsbrieven over hun onderwerpen Op deze pagina op De Correspondent staat een overzicht van welke correspondenten een nieuwsbrief hebben.. Dat levert veel op, volgens Pfauth die zelf ook een nieuwsbrief heeft. “Daar zie je gebeuren wat we gehoopt hadden dat in de tuin zou gebeuren. Jelmer Mommers (correspondent Klimaat & Energie) vroeg aan zijn nieuwsbrieflezers welke vraag zij een Shell-medewerker wilden stellen. Binnen een uur had hij honderd reacties. We zijn nu aan het nadenken, hoe komt het dat het daar wel lukt? Mijn common sense zegt dat het om het persoonlijke van een nieuwsbrief gaat. Ik merk dat ik in mijn nieuwsbrief veel informeler ben. Zinnen hoeven niet zo perfect te zijn. Het voelt meer als een stream of conciousness, als inzicht geven in je notitieblokje. Het is heel fijn dat het per e-mail werkt, maar een e-mail bestaat eigenlijk niet. Het is niet openbaar.”

Leven in de tuinen

En juist dat openbare debat is de opzet van De Correspondent. Wijnberg: “De tuinen zijn op een of andere manier toch te ver weg. Ook al ben je er met een klik.” Pfauth: “Niemand gaat meer een site langs op de volgorde van pagina één, twee, drie. Mensen raken veel meer gewend aan een feed. Dus we gaan kijken hoe we dat meer kunnen bieden.”

Pfauth benadrukt dat hij ‘met enige opluchting’ ziet dat toch ook de tuinen meer tot leven komen. Er komen regelmatig inhoudelijk interessante bijdragen. “En er is een vaste club mensen die het gebruikt als een soort kroeg. Nou, dat zijn aardige mensen. Het loopt niet uit de hand, maar we hebben natuurlijk het liefst dat ze uit ervaring of expertise reageren.” De Correspondent werkt aan een systeem om inhoudelijk goede bijdragen te belonen. Lees op Nieuwe Journalistiek het artikel Elke publicatie op De Correspondent is de start van een gesprek met lezers, experts en bronnen.

Auteursmedium

De spanning tussen het sitebezoek en het tuinbezoek ligt in feite besloten in de opzet van De Correspondent. Je wordt lid van het platform, maar de bedoeling is dat je individuele auteurs volgt in hun journalistieke zoektocht, hun ‘leercurve’ in Correspondent-jargon.

Maar voor veel gebruikers is De Correspondent vooral een merk, een kwaliteitsstempel voor een bepaald type onderzoeksjournalistiek. Dat wordt ook bevestigd door collectieve evenementen zoals het Festival der Vooruitgang van De Correspondent en de pitchdagen voor freelancers die willen schrijven voor het platform.

Sinds januari 2016 organiseert De Correspondent pitchdagen voor freelancers.
Sinds januari 2016 organiseert De Correspondent pitchdagen voor freelancers.

“Het heeft vanaf het begin heel bewust in mijn hoofd gezeten dat je een duidelijke identiteit moet hebben”, zegt Wijnberg. “Ik heb goed opgelet toen de Nieuwe Pers werd gelanceerd. Zij hadden een abonnement-op-een-journalist-model. Die gedachte zag ik wel zitten. Maar daar ging het ook fout, denk ik. Want het waren losse personen, wat bond ze?” Lees op Nieuwe Journalistiek over De Nieuwe Pers in het artikel Hoe gratis dagblad De Pers zich ontwikkelde tot digitaal pionier.

Wijnberg wil dat De Correspondent zowel een collectief is als een auteursmedium waarbij de individuele schrijver leidend is. “Wat ons verbindt is het idee dat we voorbij de waan van de dag gaan.”

Belang van een fysieke locatie

Daarom hecht De Correspondent aan de fysieke redactielocatie. “We komen bij elkaar. Het idee van een auteursmedium is vaak dat iedereen individueel zit te schrijven en thuis kan blijven werken, maar je hebt een uitwisseling van ideeën nodig.”

Dat is volgens hem ook wat er schortte aan de opzet van Krautreporter, de ‘De Correspondent van Duitsland’. “Duitsland is een veel groter land, dus zij zaten met al die correspondenten op verschillende plekken, ze kwamen eigenlijk niet echt bij elkaar, alleen via Skype. Het gevaar van los zand is dan heel groot.” Krautreporter had aanvankelijk hetzelfde auteursmodel als De Correspondent. Inmiddels is dat idee verlaten en werkt Krautreporter met een kernredactie die verhalen uitzet bij journalisten.

De relatie tussen auteurs en lezers

Toch moet vooral de auteur een relatie opbouwen met de lezer, dat is uiteindelijk onderdeel van de ledenwerving. De Correspondent is, volgens Pfauth, een ‘auteurshuis’. “We hebben een sprekersbureau, een evenementenbureau, we zijn een boekenuitgeverij. Het eerste boek van De Correspondent was van Rutger Bregman (Gratis geld voor iedereen), er staan meer boeken gepland dit jaar. Het is veel meer dan wat er op het platform gebeurt. Niet alleen maar online, wat we eerst dachten, maar juist offline gaat het gesprek ook verder.”

Op 15 september 2014 verscheen het eerste boek bij De Correspondent: Gratis geld voor iedereen, van Rutger Bregman.
Op 15 september 2014 verscheen het eerste boek bij De Correspondent: Gratis geld voor iedereen, van Rutger Bregman.

Wijnberg: “Auteurs zijn een goed middel om de loyaliteit van de lezer te vergroten. We hebben er altijd op gehamerd dat de lead van een stuk in eerste persoon staat. In de eerste stukken stond nog wel eens ‘De Correspondent gaat op zoek naar…’ Nee, dat moet zijn ‘Ik ga op zoek naar…’. Die loyaliteit vergt ook tijd. Lezers en journalisten moeten elkaar een beetje leren kennen. Je ziet het in reacties, als iemand begint met ‘Beste Maurits,’ is dat iets heel anders dan ‘De Correspondent slaat hier de plank mis’. Dat laatste is een krantenrelatie. Wij zoeken naar de relatie van ‘Beste Maurits’.”


— of — Reageer

Reacties