Vrijwel gelijktijdig met de aankondiging dat De Correspondent het nu echt gaat proberen in de Verenigde Staten, werd eind maart 2017 ook een onverwachte nieuwe adjunct hoofdredacteur aangenomen: Rosan Smits. Ze werd als volgt geïntroduceerd door haar hoofdredacteur Rob Wijnberg: Lees het artikel waarin Rob Wijnberg Rosan Smits voorstelt: Maak kennis met de nieuwe adjunct-hoofdredacteur van De Correspondent: Rosan Smits.
‘Geen journalistieke ervaring. Nooit bij een krant of nieuwssite gewerkt. Nul publicaties als journalist op haar naam.’
Het zijn spannende tijden waarin de journalistiek onervaren Smits aan het roer komt te staan. En dan vertrok in augustus ook nog de andere adjunct, Karel Smouter, omdat hij docent op Hogeschool Windesheim werd. Lees het afscheidsartikel van Karel Smouter op De Correspondent: Wat ik in vier jaar tijd leerde van jullie, de leden van De Correspondent.
Verbazing over haar overstap
Natuurlijk, het was juist om die scherpe blik van de buitenstaander dat Smits bij De Correspondent werd aangenomen, en Maurits Martijn vult het gat van Smouter als tijdelijk adjunct. Maar toch, ga er maar aan staan om dagelijks leiding te geven aan het clubje ‘hele autonome, zelfstandig denkende mensen die hun eigen principes heel serieus nemen’, zoals zij haar collega’s zelf omschrijft. Juist die autonomie bevalt haar, zelf is ze er ook mee behept. Ze wil het liefst dat correspondenten nog meer hun eigen verontwaardiging en verwondering achterna gaan en die omzetten in actie.
Zelf heeft het haar vooral verbaasd dat anderen zo verbaasd waren over haar overstap. Vanuit Instituut Clingendael, De volledige naam van Instituut Clingendael is het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael. Het is een onderzoeksinstituut dat internationale betrekkingen bestudeert en les geeft aan aanstaande diplomaten. waar ze plaatsvervangend directeur van de Conflict Research Unit was, kreeg ze de vraag waarom ze een goed salaris bij een gerenommeerd instituut opgaf voor de onzekerheid van een start-up. Vervolgens was ze nauwelijks begonnen bij De Correspondent of er stonden al mediajournalisten op de stoep. Voor haar.
Smits: ‘Man, media schrijven veel over media! De samenleving polariseert, we hebben een vluchtelingencrisis, de EU zet beleid uit waardoor alle Sahel-migratie wordt gecriminaliseerd. En wat doen we? We schrijven over Rosan Smits die adjunct wordt.’
Maar toch nog even, vanwaar die overstap?
‘Voor mij was die juist heel natuurlijk. Het onderzoek naar conflicten dat ik deed bij Cingendael kwam tot stand in samenspraak met de mensen die er iets mee moesten, zoals beleidsmakers. Dat lijkt op de interactie van De Correspondent met leden. En ook de manier waarop we die bevindingen delen: transparant over wat je wel en niet weet. Ik was er bovendien erg mee bezig om met visuele middelen te publiceren, zoals we ook meer bij De Correspondent willen doen. Er werd bij Clingendael toch vaak een dik rapport van 80 pagina’s van me verwacht, maar ik geloof niet dat je daar veel impact mee hebt.
‘Ik had nog een tweede overweging. Ik bestudeerde al dertien jaar conflicten en zag hoe media daarin een steeds grotere rol kregen, omdat ze toegankelijker zijn geworden. Het beheersen van de boodschap is makkelijker geworden en wordt vaak onderdeel van een strategie. Het is de politisering van de media, of zelfs media als geweldsmiddel.
‘Bovendien zag ik dat die dynamieken ook steeds meer in de westerse samenleving voorkomen op alle niveaus: het verspreiden van vooroordelen, stereotyperingen, de manier waarop Trump werkt. In Nederland krijgen steeds meer kanalen een politieke kleur. Ik zag dat De Correspondent als een van de weinige die polarisatie en manipulatie van media tegengaat door een gesprek erover te hebben met het publiek.’
De verbazing over je overstap zal ermee te maken hebben gehad dat je niet uit de journalistiek komt en nu leiding geeft aan…
‘Wat is ‘de journalistiek’ volgens jou?’
Nou ja, dat zijn journalisten. Mijn punt is dat daar de verbazing zit: je komt niet uit de traditionele journalistiek.
‘Ik vind journalistiek een heel breed begrip. Het gaat uiteindelijk om mensen die goed onderzoek doen en met hun verhalen en inzichten vooroordelen uit de weg helpen, en de macht controleren. Macht is veel diffuser dan het was, dus traditionele media kunnen dat niet zo goed meer.’
Waarom niet?
‘Nou, de centraal-politieke macht wel, denk ik. Voor de duidelijkheid: traditionele media doen op dat vlak ontzettend belangrijk werk. Maar macht en politiek raken gefragmenteerd, het speelt zich lang niet altijd enkel op nationaal niveau af. Al Qaeda is een goed voorbeeld. Dat is een netwerk met een soort transnationaal ideologische besmetting. Met hyperlokale uitingen daarvan.
‘Traditionele media zijn veel meer gebonden aan wat traditionele politiek is en wat landsgrenzen zijn. Door de manier waarop De Correspondent werkt kunnen wij makkelijker schakelen tussen verschillende niveaus. Zeker wanneer we straks internationaal zijn, kunnen we veel makkelijker samenwerken over de grenzen heen. En het is internationaal toegankelijker omdat het online staat.’
Is het een van jouw rollen om meer internationale verhalen te krijgen, gezien jouw netwerk?
‘Nee, ik ben adjunct van de Nederlandse redactie. Natuurlijk is dat netwerk er en dat zal ik inzetten, maar mijn doel is om de Nederlandse redactie goed te laten lopen.’
Jouw voorganger Karel Smouter legde heel duidelijk de nadruk op wat jullie ‘constructieve journalistiek’ noemen. Welke accenten wil jij leggen?
‘Ik omarm die lijn van constructieve journalistiek volledig. Misschien kunnen we daarin zelfs nog een stapje verder gaan. Dat we niet alleen in onze stukken nadenken over oplossingen voor misstanden, maar ook echt handelen. Zoals bij schuldvrij van Jesse Frederik. Hij begon met schrijven en raakte verontwaardigd over de schuldenindustrie. Lees de verhalen van Jesse Frederik op De Correspondent over de schuldenproblematiek. Naar aanleiding van zijn stuk kwamen kamervragen. Toen zat hij te foeteren achter zijn bureau: ‘Dit zijn helemaal niet de vragen die je moet stellen!’. Dus ik zei: zorg er dan voor dat de juiste vragen wel gesteld worden. Meer had hij niet nodig, hij is aan de slag gegaan. Daar is uiteindelijk het manifest van Schuldvrij uitgekomen en nu worden er beleidsaanpassingen gedaan.’ Lees het manifest op De Correspondent: Onderteken dit manifest en maak Nederland #Schuldvrij!
Dus je wil meer activisme?
‘Ja, ik ben daar niet bang voor.’
Ook daarover trekken veel mensen uit de traditionele media hun wenkbrauwen weer op.
‘Jazeker. We krijgen vaak de vraag of dat nog wel journalistiek is. Misschien zijn we de betekenis van journalistiek aan het verdiepen. Als correspondenten in hun onderzoek iets zien dat echt niet goed gaat, kunnen ze erover schrijven, maar dat alleen gaat echt niets veranderen. Zo komen we weer terug bij die 80 pagina’s van Clingendael. Ik geloof daar dus niet in.’
Maar we komen ook terug bij de politisering van de media.
‘Er is een verschil tussen politisering en beleidsimpact. Het politieke debat voeren wij niet, we leggen structuren bloot. We zien dat de marktwerking onder deurwaarders leidt tot wanpraktijken en dat kaarten we aan. Lees op De Correspondent het artikel van Jesse Frederik: Wat niet mag, doet de incasso-industrie elke dag. Dat is iets anders dan politiek bedrijven.’
Je wil actief dingen veranderen?
‘Ja, beleidssuggesties doen.’
Dan beïnvloed je toch actief het beleid?
‘Vind jij beleid en politiek hetzelfde?’
Interessante vraag. In elk geval is het de bedoeling dat beleid wordt gemaakt door politici.
‘Als ik het heb over politisering van de media heb ik het over hoe je media gebruikt om desinformatie te verspreiden. Dat vind ik iets anders dan heel transparant een onderzoek aangaan en je subjectieve bril inzichtelijk te maken. En dat je politici oproept hun werk te doen. Dat is iets anders dan wanneer je journalistiek gebruikt om mensen op te roepen om een boot in de Middellandse Zee te financieren om vluchtelingen tegen te houden. Dat vind ik politisering van de media.’
En om vluchtelingen niet tegen te houden, maar juist mee te nemen?
‘Ook. Wij gaan geen boot sturen. Het gaat mij om activisme binnen de parameters van de journalistiek. Actiejournalistiek dus.’
Er zijn allerlei onderwerpen waarmee, als je als journalist activist wordt, je je verbindt met politieke stromingen.
‘Laten we klimaat nemen. Iedereen behalve Trump lijkt het erover eens dat daar iets misgaat. Tegelijk zijn er allerlei factoren die maken dat er niets verandert. Dat is raar. Als je een specifieke factor gaat bespreken, bijvoorbeeld de wetgeving rondom fossiele brandstof, dan ben je bezig met beleidsimpact en niet met politisering.’
Er zullen mensen zijn die het belangrijk vinden dat juist die industrie blijft draaien, omdat het van belang is voor onze industrie.
‘Dan kun je daarover een gesprek aangaan en daar is De Correspondent geschikt voor.’
Het probleem lijkt me dat je je daarmee toch achter politieke partijen of stromingen schaart. Dat je daar spreekbuis van wordt.’
‘Ja, ik denk dat je daar heel erg mee moet uitkijken.’
Juist de activistische journalistiek maakt de kans daarop groter dan de klassieke journalistiek die alleen constateert.
‘Daar twijfel ik echt aan. Je kunt op heel specifieke onderdelen activistisch zijn, daarmee verbind je je niet aan een partijprogramma. Je kunt dat transparant doen, je overwegingen ter discussie stellen en ze aanpassen als je ernaast zit. Dat is iets anders dan alleen beschrijven. Iedereen heeft een bril op, iedereen heeft een frame. Ook journalisten bij meer traditionele media.’
Worden jullie wel eens moe van deze vragen?
‘Ik niet, ik ben pas net begonnen. Het is een interessante discussie. Laat me duidelijk zijn: de journalistieke principes zijn voor ons heel belangrijk. Maar alles verandert om ons heen, dus waarom niet de manier waarop we met die principes omgaan?’
Reacties