Startups: Reporters Online

Hoe gratis dagblad De Pers zich ontwikkelde tot digitaal pionier

TPO Magazine heet sinds kort Reporters Online. Dit digitale publicatieplatform voor freelancejournalisten begon pas drie jaar geleden als de doorstart van gratis dagblad De Pers. Lezers konden via De Nieuwe Pers een abonnement nemen op een journalist. Door de komst van online kiosken als Blendle en Myjour lijkt de toekomst vooral te zitten in losse verkoop van artikelen voor enkele tientallen eurocenten per stuk. Het wonderlijke verhaal van hoe een gratis dagblad een digitale pionier werd.

“Jij. Ja, jij daar. Met die krant in je hand. Of met je neus tegen het beeldscherm. We hebben je nodig.” Dit schrijven de journalisten Marten Blankesteijn en Thijs Zonneveld op 14 maart 2012 op de site van dagblad De Pers in het artikel Ha lezers! Doen jullie met ons mee? (via internetarchief Waybackmachine).

Het is woensdag 14 maart 2012. Twee dagen eerder heeft krantenconcern Wegener aangekondigd dat aan het eind van de maand de stekker uit het verlieslijdende dagblad De Pers wordt getrokken. Zie bijvoorbeeld het bericht op FTM.nl (12 maart 2012): Het einde van dagblad De Pers. De redactie van De Pers begint warm te lopen voor een doorstart, en dat geldt ook voor een deel van het lezerspubliek.

Opening van De Pers 13 maart 2012; bron screencap: nrc.nl
De voorpagina van De Pers op 13 maart 2012, de dag nadat bekend werd dat uitgever Wegener zou gaan stoppen met het gratis dagblad.

Red De Pers

Vrijwel direct start een spontane lezersactie: RedDePers. De site RedDePers.nl is een initiatief van drie lezers: consultant Max Fossen, online strateeg Stephan Alspeer en industrieel ontwerper Lennert van der Laan. Delen van de site RedDePers.nl zijn te raadplegen via het internetarchief Waybackmachine. In een interview met NRC.nl (13 maart 2012) licht het drietal het initiatief toe: Is er een (betaalde) doorstart voor De Pers mogelijk? Lezers denken van wel. Een gelijknamige Facebook-pagina houdt belangstellenden vanaf dat moment op de hoogte van ontwikkelingen en er wordt gevraagd of lezers willen “meepraten over alternatieven”. De Facebookpagina Red De Pers en het Twitterkanaal geven een chronologie van opeenvolgende ontwikkelingen.

Op RedDePers.nl kunnen sympathisanten zich als potentieel abonnee aanmelden, door naam, postadres en e-mailadres achter te laten. Plus een indicatie wat ze voor een opvolger van De Pers zouden willen betalen. Ook kunnen ze aangeven of de krant op papier of digitaal zou moeten verschijnen. In het begin is er de keuze tussen een digitale versie van De Pers à 5 euro per maand, of een papieren uitgave voor 15 euro per maand. Zie het bericht op DePers.nl (13 maart 2012): Red De Pers! (via internetarchief Waybackmachine). Later wordt die keuze veranderd in een keuze voor twee prijsstellingen – 2 en 4 euro – voor een digitale uitgave. Als beloning maken inschrijvers kans op een laatste papieren editie van De Pers.

De afvaardiging van De Pers op 15 maart 2012 aan tafel bij De Wereld Draait Door om te praten over de doorstart.
De afvaardiging van De Pers op 15 maart 2012 aan tafel bij De Wereld Draait Door om te praten over de doorstart.

Het verzoek om mee te praten en ideeën aan te dragen, doet ook hoofdredacteur Jan-Jaap Heij als hij dezelfde week aanschuift bij De Wereld Draait Door om de plannen voor een doorstart toe te lichten. Hoofdredacteur Jan-Jaap Heij en de journalisten Thijs Zonneveld, Merel van Leeuwen en Marcia Nieuwenhuis maken 15 maart 2012 hun opwachting. Het item is terug te zien op de website van DWWD. Alle opties liggen volgens Heij nog open, maar de kans dat er weer een gratis papieren krant zal verschijnen, acht hij erg klein. De ervaring na vijf jaar De Pers geven daarvoor weinig aanleiding. ‘Gratis, maar niet goedkoop’, luidt de ondertitel van De Pers en dat is naast een mission statement ook van toepassing op het verlies van negentig miljoen euro. Een overzicht van investeerders en bedragen is te vinden op FTM.nl (13 maart 2012) in het artikel Avontuur De Pers kost Boekhoorn 10 miljoen.

Zicht op miljoenen

Een flinke schare fans van De Pers laat via online kanalen merken dat ze de teloorgang van de krant zeer betreuren. Hoofdredacteur Jan-Jaap Heij spreekt over vele duizenden steunbetuigingen tijdens een presentatie op 27 maart 2012 over zijn ervaringen met De Pers (terug te kijken op Vimeo). Bijna anderhalve maand later, eind april, is de teller de tienduizend potentiële abonnees al gepasseerd. Er is kortom volop belangstelling en dat geeft een indicatie dat er een markt moet zijn voor een doorstart – in wat voor vorm dan ook.

Interesse van het publiek is belangrijk om investeerders te overtuigen dat het opzetten van een nieuwe uitgave zal gaan renderen. Zo’n investeerder meldt zich in de loop van het voorjaar. Zie het bericht op Trouw.nl (11 mei 2012): Financier steekt miljoenen in digitale voortzetting De Pers. Uitgever van De Pers Ben Rogmans Ben Rogmans was achtereenvolgens hoofdredacteur en uitgever van De Pers. Daarvoor was hij onder meer lange tijd hoofdredacteur van VNU-titel Intermediair. Om zijn aandeel in de lancering van dagblad De Pers werd Rogmans in 2007 door vakblad Villamedia uitgeroepen tot Journalist van het Jaar. Dagblad De Pers nestelt zich op dat moment met een oplage van ruim 486.000 exemplaren tussen marktleider onder de gratis dagbladen Metro en nummer drie Spits. meldt dat er een geldschieter is die miljoenen in het project wil investeren.

De investeerder moet de aanloopkosten voor z’n rekening nemen. Ontwikkeling van app en site, plus marketing en het aanstellen van redacteuren loopt al snel in de tonnen, en het zal nog even duren voordat abonneegelden en advertentie-inkomsten de kassa gaan vullen. Rogmans en Heij becijferen dat De Nieuwe Pers (DNP) bij circa 70.000 betalende abonnees break-even kan draaien.

Het logo van van de publieksactie Red De Pers
Het logo van van de publieksactie Red De Pers.

Op de Facebook-pagina en de website RedDePers.nl gaat ondertussen de vlag uit:

“Het is gelukt. De actie Red De Pers heeft naast duizenden potentiële abonnees (rond de 15.000) ook een aantal financiers aangetrokken. Na weken van onderhandelingen zijn ze eruit. De Pers gaat door als het eerste betaalde digitale nieuwsmedium van Nederland. Een abonnement zal rond 2,49 per maand gaan kosten en de app is in de maak.” Dit citaat komt uit het bericht (12 mei 2012) We Saved De Pers op RedDePers.nl (via internetarchief Waybackmachine).

Het bedrijfsmodel achter de geplande doorstart mikt op een redactie van zo’n twintig journalisten die zes digitale edities per week gaat maken. Rogmans hoopt dat De Nieuwe Pers eind 2013 ongeveer 30.000 abonnees telt (zie NU.nl (11 mei 2012): Digitale De Pers wil 30.000 abonnees in 2013). Berichten een maand later spreken over “een redactie van ongeveer twaalf vaste mensen en tien freelancers die zes keer per week een ‘krant’ zal maken.” (zie NU.nl (11 juni 2012): Lancering De Nieuwe Pers uitgesteld vanwege financiën.)

De initiatiefnemers van Red De Pers bezoeken de borrel ter gelegenheid van de laatste editie van De Pers. Van links naar rechts: Lennert van der Laan, Stephan Alspeer, Max Fossen en uitgever Ben Rogmans. Foto: Jeroen Staats (via de Facebook-pagina van Red De Pers).
De initiatiefnemers van Red De Pers bezoeken de borrel ter gelegenheid van de laatste editie van De Pers. Van links naar rechts: Lennert van der Laan, Stephan Alspeer, Max Fossen en uitgever Ben Rogmans. Foto: Jeroen Staats (via de Facebook-pagina van Red De Pers).

Geldschieter haakt af

Begin juni 2012 is de app zo goed als klaar, en kan binnen een week ter keuring naar Apple worden gestuurd. Voordat een nieuwe app wordt toegelaten tot de App Store, moet deze door Apple worden goedgekeurd.

In de weken erna volgt er echter uitstel op uitstel. De berichtgeving over de geboorte van De Nieuwe Pers krijgt daardoor trekken van een soap. De lancering van de DNP-app is in eerste instantie voorzien in het voorjaar van 2012, maar verschuift geleidelijk van de zomer naar de herfst. Maar ook met kerst ziet DNP niet het levenslicht. Het jaar passeert zonder een doorstart. De Nieuwe Pers nadert lancering, meldt NU.nl op 7 juni 2012. Vier dagen later wordt bekend dat het toch niet zo voorspoedig loopt als gehoopt, maar dat het later die zomer wel zover zou zijn (zie het bericht op Villamedia.nl: Lancering De Nieuwe Pers uitgesteld). Ook de zomerlancering wordt weer afgeblazen; Lancering De Nieuwe Pers weer uitgesteld – ‘niet het moment’ meldt nrc.nl op 9 juli 2012.

Het ligt niet aan de app. De financiering is het struikelblok. De geldschieter met de diepe zakken haakt begin juni af, omdat deze niet meer gelooft dat DNP een financieel succes kan worden. Er is voor 25 juni minstens zeven ton nodig, meldt Rogmans tijdens de bijeenkomt uitgePERSt op 19 juni in De Balie. UitgePERSt is een debat over de ‘toekomst van elektronisch nieuws in krantenland. De bijeenkomst is integraal terug te zien via Vimeo (Rogmans spreekt vanaf 12.50).

Het was aanvankelijk de bedoeling in De Balie de doorstart van De Nieuwe Pers officieel wereldkundig te maken, maar het draait uit op een nieuwe roep om investeerders. Want de Amerikaanse geldschieter is van de radar verdwenen, aldus Rogmans, die ook constateert dat voormalig redacteuren van De Pers geleidelijk afhaken en elders aan de slag gaan. “Het tij verloopt een beetje.”

Het lukt in de weken erna niet om nieuw kapitaal bij andere investeerders op te halen. Financiering De Nieuwe Pers onzeker, meldt NU.nl op 19 juni 2012. Daardoor komt alles op losse schroeven te staan. “Een gigantische domper”, zegt Rogmans in een terugblik tegen Sprout eind 2012. “Achteraf hadden we misschien meer tijd moeten nemen voor het neerzetten van een goed online dagblad, de techniek is ingewikkeld.” Zie het artikel op Sprout.nl: Ben Rogmans stopte met De Pers Niet veel later gaat Rogmans als adviseur aan de slag gaat bij VNU Vacature Media van De Persgroep. Zie het bericht op FTM.nl (17 juli 2012): Ben Rogmans verlaat De Nieuwe Pers. Zijn vertrek voedt speculaties over het stranden van de doorstart, al betekent die stap niet het einde van zijn betrokkenheid bij DNP. In het artikel Ben Rogmans stopte met De Pers op Sprout.nl zegt Rogmans: “Als de krant live gaat, zal ik zeker zoeken naar een mogelijkheid om erbij betrokken te blijven.”

Abonnementen op journalisten

Jan-Jaap Heij zet het initiatief voort als uitgever; hij wordt bijgestaan door voormalig adjunct-hoofdredacteur van dagblad De Pers, Alain van der Horst, die de rol van hoofdredacteur gaat vervullen. “Ik ga er mee verder en zie wel wat er uitkomt”, zegt Heij in het bericht Ben Rogmans verlaat De Nieuwe Pers op FTM.nl. “Ik heb nog 4/5 ideeën op allerlei fronten. Als het in oktober of november nog niet is gelukt, dan wordt het misschien tijd om er een punt achter te zetten.”

De problemen met de aanloopfinanciering en het afhaken van investeerders nopen tot een andere aanpak om aan geld te komen.

Publiek geld: crowdfunding

Een maand later, begin oktober, start een inzamelingsactie om de verdere ontwikkeling en lancering van DNP te bekostigen. Op het duurzame crowdfund-platform Oneplanetcrowd krijgt De Nieuwe Pers een duurzaam profiel. Journalistiek inhoudelijk gaat DNP veel aandacht geven aan groene ontwikkelingen en de onderneming heeft een sociaal verantwoorde bedrijfsfilosofie, zo valt te lezen in de projectbeschrijving op de site van Oneplanetcrowd:

“De Nieuwe Pers streeft naar een maatschappelijk verantwoord model van journalistiek ondernemen. Lezers kunnen zich abonneren op hun favoriete journalisten. Dat stelt journalisten in staat onafhankelijk en kritisch te blijven, en toch een bestaan op te bouwen in een tijd dat uitgevers steeds minder betalen. Van de opbrengst van hun abonnement krijgen de journalisten 75 procent.” De pakketten waarop donateurs op de site Oneplanetcrowd kunnen intekenen, variëren van 1 tot 500 euro. Bij de grootste gift krijgt de donateur zicht op een hoofdredacteurschap van DNP voor een week.

Begin januari wordt de crowdfunding succesvol afgerond; er is uiteindelijk 24 duizend euro ingezameld, ruim boven het vooraf gestelde doel van tien mille. Tegelijkertijd wordt de lanceringsdatum van de app bekend gemaakt: 11 februari 2013. Zie op AD.nl het bericht van 9 januari 2013: De Nieuwe Pers maakt digitale doorstart.

Dag redactie, hallo freelancer

Het kapitaal uit de crowdfunding is niet te vergelijken met de zeven ton die in juni werd gezocht. Naast de crowdfunding investeren Heij en Rogmans eigen geld in DNP Dat gebeurt via de gezamenlijke BV Digital Second., maar ook dat benadert het oorspronkelijk gezochte startkapitaal niet. Zie het bericht van 10 oktober 2012 op Nieuws.nl: De Nieuwe Pers krijgt twee jaar om te slagen.

Er is inmiddels afscheid genomen van het plan om DNP met een vaste kern van redacteuren te maken. Daarmee is de omvangrijkste kostenpost van een digitale uitgave verdwenen. “De Nieuwe Pers heeft geen redactie meer in de klassieke zin van het woord”, meldt Heij in de week dat de crowdfunding start. “Die verandering is wat ons betreft blijvend.” Dit zegt Heij in een bericht van persbureau Novum, dat op 10 oktober 2012 is gepubliceerd op Nieuws.nl: De Nieuwe Pers krijgt twee jaar om te slagen.

De doorstart is in vijf maanden geëvolueerd van een digitale krant met een klassieke journalistieke organisatie en bijpassende begroting, naar een zelfpublicatieplatform voor freelance journalisten, met minimale kosten en bemanning.

Het is misschien een koerswijziging uit nood, maar die verandering wordt in mediakringen onthaald als een bijzonder novum. Na de aangekondigde primeur van de eerste betaalde online only publicatie van Nederland, loopt DNP voorop met een organisatorische vernieuwing.

DNP’s visie op een redactionele organisatie – of het ontbreken daarvan – kan oude machtsverhoudingen tussen journalist en uitgever doen kantelen, denkt hoogleraar journalistiek Jeroen Smit: Onderzoeksjournalist Jeroen Smit was van september 2011 tot september 2015 hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.

“Het ondernemerschap gaat als het ware over van uitgever naar journalist. De schaarste aan productie- en distributiecapaciteit zorgden ervoor dat journalisten bij uitgevers moesten werken om hun werk gepubliceerd te krijgen, heeft redacties jarenlang uit de luwte gehouden (adverteerders kwamen toch wel). Dat is nu voorbij. Een geweldige kans.” Dit schrijft Smit in reactie op een artikel van Geert-Jan Bogaerts op diens website Raker: Nieuwe Pers, nieuwe redactie, nieuwe journalistiek. Bogaerts toont zich in dat artikel ook enthousiast over ontwikkelingen bij DNP: “Een schoolvoorbeeld van het nieuwe denken in de journalistiek, dat hopelijk op bredere schaal navolging krijgt.”

Die nieuwe positionering – DNP als platform voor empowerment van de freelancejournalist – komt ook in de missie van DNP voorop te staan:

“In het hele model staat wat ons betreft de (freelance) journalist centraal. Het zal niet DNP zijn die een journalist opdrachten geeft: het is de journalist die DNP de opdracht geeft zijn/haar artikelen (of foto’s, filmpjes, graphics, cartoons, puzzels, korte verhalen) in de database te zetten, er een kanaal van te maken en te exploiteren. Dus hoewel het feitelijke werk dat DNP doet in veel opzichten lijkt op dat van een gewone uitgever, is bij ons de journalist opdrachtgever. Hij/zij verkoopt geen artikelen aan DNP, hij/zij verkoopt ze zelf.” Aldus Ben Rogmans in een opiniestuk op Villamedia.nl (15 januari 2013): DNP zet freelancers aan het roer.

Volg de auteur

Los van alle veranderingen in de financiering en organisatie, blijft er een constante in de ontwikkeling van DNP: personalisatie van artikelstromen en de mogelijkheid om journalisten te volgen. Met de toevoeging van betaalpoortjes ontstaat een abonnementensysteem op individuele journalisten.

Het idee daarvoor ontstond vrij snel na het sneven van De Pers, zegt Heij. Er waren volgens hem verschillende ontwikkelingen merkbaar die in die richting wezen.

Du moment dat journalisten steeds meer volgens krijgen op sociale media, is het ook logisch dat er een directere relatie komt tussen de journalist en z’n lezers. En waarom zou je voor een beperkt publiek niet kunnen zeggen: dat is een relatie waar je voor moet betalen. Die gedachte klopte ook wel, het was alleen zoeken naar het juiste model. Het was vooral technisch een ingewikkelde vraag: hoe ga je betalen? Want eenvoud en betaalgemak maken ongelofelijk veel uit of iets goed gaat werken of niet. Zeker als het om kleine bedragen gaat van een euro of dertig cent. Technisch kon dat toen nog niet helemaal, maar inmiddels is dat een fluitje van een cent.”

Heij signaleert eveneens veranderingen voor freelancers:

“Wat je toen ook al zag – en tegenwoordig zeker – is dat het klassieke freelancen op z’n einde loopt. Voor freelancen geldt hetzelfde voor als voor online geld verdienen met advertenties: het zal niet opeens verdwijnen, maar de tarieven hollen achteruit. Er is geen enkele reden om te geloven dat dat proces stopt. Bovendien: als popmuzikanten en bands hun eigen muziek online kunnen publiceren, dan zou het toch denkbaar zijn dat journalisten dat ook doen?”

Heij heeft bij De Pers ervaring opgedaan met digitale verspreiding van artikelen door de ontwikkeling van de app iPers. iPers wordt in het najaar van 2010 gelanceerd als bèta-versie. In dit artikel op MobileMac.nl wordt de lancering aangekondigd: Dagblad De Pers is vanaf vandaag ook op de iPad te lezen als iPers. In dit artikel op De Nieuwe Reporter schetst Heij de totstandkoming van iPers: Behoorlijk rafelig en behoorlijk verstandig: de tegendraadse iPad-app van Dagblad de Pers. Het Stimuleringsfonds voor de Pers ondersteunt in 2010 de ontwikkeling van iPers met een subsidie van 235 duizend euro. Op Persinnovatie.nl geeft Heij een toelichting op de ontwikkeling van iPers. Op dezelfde site staat een terugblik op de opgedane ervaringen: Een huis bouwen begint niet bij de voordeur.

Met iPers kan de lezer letterlijk z’n eigen editie van De Pers samenstellen. Heij merkt dat gebruikers van de app auteurs gaan volgen. “Het was ook gemakkelijk te realiseren, want we konden gewoon de artikelen rubriceren per auteur”, vertelt Heij in een interview met Persinnovatie.nl: Deel iPers-app leeft voort in De Nieuwe Pers. Wat bij iPers draait om het filteren van de artikelenstroom van De Pers, wordt bij DNP omgekeerd: door meerdere individuele journalisten te volgen, kan de lezer een persoonlijke krant samenstellen.

Voor het inbouwen van betaalkanalen verstrekt het Stimuleringsfonds voor de Pers eind 2012 een subsidie van 24.800 euro, onder de projecttitel The Daily You. De projectomschrijving en het eindverslag zijn op Persinnovatie.nl in te zien: The Daily You. Daarmee kan DNP de laatste technische stappen zetten richting lancering in het begin van 2013.

De elf van de elfde

Half januari 2013 wordt onthuld welke journalisten er in de startblokken staan.

“Als eerste krant ter wereld maakt DNP het mogelijk dat lezers zich op (freelance) journalisten abonneren. Lees voortaan alleen wie u wilt lezen!” Op het redactionele dnpblog.nl wordt de line up bekend gemaakt. Via het internetarchief Waybackmachine is die nog te raadplegen.

De eerste elf journalisten zijn Arjan Terpstra, Arnold Karskens, Evert Nieuwenhuis, Dirk Koppes, Geert Jan Hahn, Jan-Hein Strop, Marcel Hulspas, Merel van Leeuwen, Roos Schlikker, Peter Wierenga en Wierd Duk. Acht van de elf journalisten schreven eerder voor De Pers. Twee weken na de lancering voegen zich Willem van Ewijk, Mark Koster en Pierre Spaninks bij het collectief.

Jan-Jaap Heij en Ben Rogmans tijdens de lancering van De Nieuwe Pers op 11 februari 2013. Arnold Karskens (links naast de trap) kijkt toe. Foto: deOndernemer.nl.
Jan-Jaap Heij en Ben Rogmans tijdens de lancering van De Nieuwe Pers op 11 februari 2013. Arnold Karskens (links naast de trap) kijkt toe. Foto: deOndernemer.nl.

Op 11 februari kan de app worden gedownload. Tenminste, als het lukt om ‘m te bemachtigen, want door problemen met een overbelaste server wil het downloaden niet altijd lukken.

Die problemen dragen bij aan een positieve buzz rond het nieuwe merk DNP. De eerste dag wordt de app 20 duizend keer gedownload. Het downloaden is gratis, en zegt nog niets over het aantal mensen dat zich abonneert op een of meer auteurs. Zie NU.nl op 11 februari 2013: De Nieuwe Pers 20.000 keer gedownload.

De eerste kritieken

De DNP-app staat bij de doorstart nadrukkelijk op de schouders van De Pers door de naam, kleurkeuzes en lettertype. Het roept herinneringen op en schept verwachtingen over de inhoud.

Tegelijkertijd heeft DNP weinig met De Pers te maken. Het medium is zo vernieuwend, dat recensies veel tekst nodig hebben om de nieuwkomer te introduceren. Er valt veel uit te leggen over auteurskanalen, de gratis content, in-app micro-abonnementen, en de toegang tot een bundel van alle DNP-journalisten in ‘het collectieabonnement’. Bovendien zijn er vier verschillende abonnementsprijzen. Enkele recensies: iCulture (6 februari 2013): Preview: De Nieuwe Pers onthult nieuwe iPhone-app. JournalismLab (8 maart 2013): DNP-app: overvol innovatie.

Screencap van DNP op de iPad (8 maart 2013). Onderaan zijn enkele auteurskanalen te zien en het collectieabonnement. Bron: Journalismlab.
Screencap van DNP op de iPad (8 maart 2013). Onderaan zijn enkele auteurskanalen te zien en het collectieabonnement.

Recensies zijn vooral lovend over de fraaie vormgeving van de app, de orginele keuzes en een aantal vondsten zoals het ‘permablog’ dat wekelijks een thema kiest, en zo in focus duidelijk afwijkt van de uniforme liveblogs van andere media.

Tegelijkertijd wijzen veel recensenten op het bezwaar dat de klant niet vooraf te weten komt wat hij precies koopt: het aantal stukken per maand is bijvoorbeeld onduidelijk, een preview van werk van een journalist is vaak niet mogelijk. Alleen als je de auteur al kent, weegt dat bezwaar minder. iCulture schrijft in het artikel DNP: iPad-app van De Nieuwe Pers uitgekomen: “Hoewel de reputatie van de krant De Pers sterk is om zijn originele invalshoeken en schrijfstijl, is continuïteit van de abonnementen in DNP nog niet gegarandeerd. Je weet simpel gezegd nog niet hoeveel waar je voor je geld krijgt, en dat kan je tegenhouden om snel een abonnement af te sluiten.”

Screencap van DNP op iPhone.
Screencap van DNP op iPhone.

Ook nrc.next prijst de vormgeving en keuze voor rubrieken, maar is minder complimenteus over de inhoud vanwege taalfouten en gebrek aan inhoudelijke originaliteit van de eerste artikelen: “Weinig dwingend allemaal. Daar betaal je niet snel voor.” Nrc.next van 12 februari 2013: De Nieuwe Pers: mooie app, maar de inhoud valt tegen.

“De app is momenteel wel een handige plek om alle artikelen van een favoriete journalist te lezen, en die persoon daarvoor te belonen”, vat Bright het samen. Bright.nl op 11 februari 2013: Eerste indruk: De Nieuwe Pers. “En zo’n Collectie-abonnement biedt voor 38 euro per jaar een prettig allegaartje van alle artikelen. Een soort crowfunding voor geschreven journalistiek. En dan nog in de kraamfase.”

Betalen via de DNP-app screencap via Journalismlab.
Screencap van de betaalopties in de DNP-app.

Buitenlandse lof

Op Britse en Amerikaanse journalistieksites wordt DNP geroemd om z’n innovatieve aanpak van online abonnementen. Zie bijvoorbeeld dit artikel op Journalism.co.uk: News app lets readers subscribe to specific journalists. Op de website van app-ontwerper ImgZine staat een overzicht van berichtgeving uit binnen- en buitenland: News about De Nieuwe Pers travels around the world. Betalen voor online journalistiek verkeert in een experimentele fase en het idee om gericht te betalen voor het werk van een individuele journalist is helemaal vernieuwend.

Het logo van Andrew Sullivans betaalblog The Dish.
Het logo van Andrew Sullivans blog The Dish.

DNP wordt op een lijn geplaatst met de Brits-Amerikaanse journalist Andrew Sullivan, die begin januari 2013 plannen ontvouwt om een persoonlijk blog met betaalmuur te starten. Zie voor achtergronden dit artikel op NiemanLab (7 januari 2013): Andrew Sullivan’s bold paid-content plan, and Al Jazeera’s play for the U.S. Sullivan haalt binnen 24 uur een kwart miljoen euro op aan abonnementsgelden voor zijn blog The Daily Dish. Zie voor de cijfers het blog van Sullivan: The Dish Model: The Data. Sullivan belichaamt het idee dat journalisten een merk kunnen zijn, die een grote schare lezers aan zich kunnen binden. Sullivan stopt begin 2015 met The Dish. Hij wil zoals hij het zelf noemt met blog-pensioen, om zich aan andere schrijfwerkzaamheden te wijden. Zie Sullivans afscheidspost van 28 januari 2015 op The Dish: A note to my readers. Dit artikel van The Atlantic (29 januari 2015) schetst de plek van The Dish in de bloggeschiedenis: Keep Andrew Sullivan’s Site Alive.

Screencap van bericht over DNP op de site van World Association of Newspapers and News Publishers.
De journalist als merk dat zichzelf verkoopt, is een terugkerend thema in de buitenlandse berichtgeving over DNP. Screencap van de site van de World Association of Newspapers and News Publishers op 9 april 2013.

Sullivan besteedt op The Dish aandacht aan het betaalmodel van DNP en de komst van De Correspondent. Zie voor achtergronden het dossier over De Correspondent op NieuweJournalistiek. Het geesteskind van Rob Wijnberg rondt in maart 2013 een succesvolle crowdfunding af, streeft betaalde online journalistiek na en stelt ook de auteur centraal. Sulivan ziet volop mogelijkheden voor dit soort betaalde relaties tussen journalist en publiek; zie dit bericht met video op zijn blog The Dish (11 april 2013): Will readers finally pay for content?.

DNP wordt vanaf de lancering regelmatig genoemd in combinatie met andere online initiatieven, zoals De Correspondent en de ThePostOnline, dat eind 2012 is ontstaan uit een fusie van DeJaap en CampusTV. Lees over de ontstaansgeschiedenis van ThePostOnline op Nieuwe Journalistiek het artikel: Bottom-up, geboren uit ergernis.

De journalistiek innoveert en er staat in 2013 van alles op stapel. De Volkskrant spreekt bij de lancering van DNP van de aftrap van het ‘seizoen van de online journalistiek’. Zie Volkskrant.nl (11 februari 2013): De Nieuwe Pers trapt ‘seizoen van de online journalistiek’ af. Naast de verschillende online initiatieven hebben namelijk ook NRC en de Volkskrant nieuwe digitale abonnementsvormen aangekondigd. In mei 2013 wordt bovendien de komst van het digitale magazine Tone aangekondigd. Zie The Post Online van 25 mei 2013: Oud-Sanoma kongsi komt met nieuwe opinie-app.

De look & feel van een start-up

Ties Joosten treedt in januari 2013 aan bij DNP; hij heeft vanaf het begin z’n handen vol met het permablog. “Op het permablog kozen we elke week een thematisch onderwerp, waarover we gingen schrijven; ik had daarvoor een stel vrijwilligers verzameld. Ik was teamleider, schreef posts en deed de eindredactie. Dat vroeg veel tijd, want je moest er elke dag wel twee stukken opzetten.”

Joosten is kort daarvoor in Amsterdam afgestudeerd op een onderzoek naar de relatie tussen journalisten en nieuwsgebruikers. De titel van zijn scriptie luidt: De gebruiker centraal of de journalist aan het stuur? “Ik wilde dat wel meemaken”, zegt Joosten. “Ik ben bij DNP begonnen met een stagevergoeding en na een half jaar mocht ik blijven.”

“De voorspelling dat journalisten abonnementen op zichzelf zouden gaan verkopen, bestond al een tijdje in de wetenschap. Ik dacht ook dat dat een interessante ontwikkeling kon zijn, omdat je op Twitter ziet dat journalisten heel populair kunnen zijn, met een groot aantal volgers. Oorlogsjournalist Harald Doornbos bijvoorbeeld, maar er zijn er veel meer.”

Het DNP-team bestaat op dat moment uit Jan-Jaap Heij, Alain van der Horst en enkele stagiaires. Tussen januari en juni 2013 waren dat Annika Elschot, Sam Trompert en Remco Slump.

Het team van De Nieuwe Pers. Van links naar rechts: Annika Elschot, Alain van der Horst, Ben Rogmans, Jan Jaap Heij en Ties Joosten. Foto: Frank Groeliken (promotiefoto van DNP).
Het team van De Nieuwe Pers. Van links naar rechts: Annika Elschot, Alain van der Horst, Ben Rogmans, Jan Jaap Heij en Ties Joosten. Foto: Frank Groeliken (promotiefoto van DNP).

“We zaten in een tranentrekkend lelijk kantoor op de Basisweg, voorbij het gebouw van de Telegraaf”, herinnert Joosten zich. “Er is daar geen stoep, en ik heb geen auto, dus ik liep dagelijks in een kwartier vanaf station Sloterdijk naar een half leegstaand kantoorgebouw, terwijl de vrachtwagens voorbij raasden. Daar zaten we een klein kamertje met slechte verwarming.” Journalist Mark Voortman geeft op zijn website een aardige sfeerimpressie naar aanleiding van zijn bezoek aan het kantoor van DNP. “Ergens in een kamer op de eerste verdieping van een halflege flat in het bedrijvenpark bevindt zich de redactie van De Nieuwe Pers. Hier geen groot uithangbord, maar een stuk papier met het huisnummer achter het raam van de stoffige entree.”

De redactie van DNP in maart 2013. Foto: Mark Voortman.
De redactie van DNP in maart 2013. Foto: Mark Voortman.

“Ik heb er in de eerste weken wel op ingezet dat we elkaar regelmatig zouden zien, dus zat ik vijf dagen per week in dat treurige kantoor, voor het teamgevoel. Ik dacht: we moeten elkaar opzoeken, anders wordt het niks. Ik heb toen zelfs een kantoorplant gekocht. Maar het was ook leuk. De echte look & feel van een start-up.” “We hebben een koffiezetapparaat en we hebben verwarming – al hing dat er ook een tijdje om”, zegt Heij in een interview met NRC Handelsblad. “Verder hebben we sinds kort behoorlijk snel internet. Meer hebben we niet nodig. Wij zijn helemaal 2013. We hebben niet eens een bel.”

Weerbarstige werkelijkheid

De DNP-app wordt al snel gevolgd door een site, die op 22 maart 2013 live gaat. Daardoor kunnen ook lezers die geen app willen downloaden de journalisten van DNP volgen via een browser op hun computer of Android-toestel. Joosten: “We kwamen er achter dat een site toch wel handig was voor de zichtbaarheid van DNP. Daar zijn we met imgZine ImgZine is een bedrijf dat uitgevers een module biedt om een digitaal magazine voor tablets en smartphones in de markt te zetten. aan gaan sleutelen. Die zaten in hetzelfde gebouw aan de Basisweg. Zij hebben toen de site gemaakt met het betalingssysteem.”

Het aantal abonnementen groeit niet heel hard verder na de eerste golf van 20 duizend downloads in de eerste 24 uur. Adformatie analyseert na een maand terugloop in het aantal downloads in de App Store, om te concluderen dat de Nederlandse consument nog niet warm loopt voor De Nieuwe Pers. “Vraag is of de initiatiefnemers van deze nieuwe digitale kwaliteitskrant zich niet hebben overschat. DNP heeft onlangs aangegeven geen marketingbudget of -strategie te hebben.” Het artikel van Adformatie van 27 maart 2013 is getiteld: Consument loopt nog niet warm voor De Nieuwe Pers.

Homepage van DNP op de site www.denieuwepers.com
De homepage van DNP op het domein www.denieuwepers.com.

Voor Jan-Jaap Heij is het feit dat de teller op ongeveer tweeduizend betalende abonnees staat alle reden voor een feestje: omdat daarmee het bestaansrecht van DNP is bewezen. In een interview zegt Heij en maand na de start van DNP: “Toen wij de eerste resultaten na de lancering zagen, hebben wij letterlijk drie dagen lang feest gevierd. In termen van mediabereik gaat het natuurlijk nergens over, maar we willen niet de grootste worden. Onze eerste toets was: werkt deze aanpak of slaan we de plank volledig mis? Hebben wij een bestaansrecht op basis van abonnementsgeld? Kunnen wij ons vlaggetje uithangen? Dat konden wij.” Dit interview is op 11 maart 2015 gepubliceerd op Frankwatching.com: De Nieuwe Pers: de kracht van meningverslaggeving & journalisten als merken.

Presentatie van auteurs op de site van DNP, maart-april 2013. Bron screecap: NiemanLab
Presentatie van auteurs op de site van DNP, maart-april 2013.

“DNP was een positief antwoord op het stoppen van De Pers”, vertelt Joosten. “Voor ex-redacteuren kon het een alternatief bieden, de mogelijkheid een etalage te openen en abonnementen op zichzelf te verkopen. Achteraf bleek dat die werkelijkheid wel wat weerbarstiger was; het was ook niet zo dat er per journalist duizenden abonnees binnenstroomden en dat ze in een klap uit de zorgen waren. Maar een aantal heeft daardoor wel nieuwe stappen kunnen zetten. En nog altijd doen er ex-redacteuren van De Pers mee.”

Als pionier moest DNP het publiek onderwijzen. Een abonnement op een journalist was erg vernieuwend, stelt Joosten; dat geldt voor betaalde online journalistiek eigenlijk nog steeds. “Dat is ook met de komst van DNP niet opgelost. Maar we bestaan nog steeds en we gaan met stapjes vooruit. Toen wij begonnen was Blendle er nog niet, was Myjour er nog niet. Bij Blendle en Myjour is het mogelijk om artikelen uit kranten en tijdschriften per stuk te kopen. Alle kranten hadden een soort waardeloze pdf-dienst als je een online abonnement nam. Mensen die De Wereld Draait Door kijken weten nu in ieder geval wat betalen voor online journalistiek is. Dat is ook de verdienste van Blendle.”

Weg van de Basisweg

De huur van het DNP-kantoor bedraagt 150 euro per maand, maar toch is het volgens Heij mogelijk om te besparen.In een interview met NRC Handelsblad zegt hij: “We betalen nu maandelijks 150 euro aan huur, dat wil ik terugbrengen naar nul. Dat kan tegenwoordig in Amsterdam. Zelfs op de Herengracht.” Interview met NRC Handelsblad, gepubliceerd op 27 december 2013: “Ik heb een markt en daar huren journalisten een kraampje”. Bovendien zijn de stagiaires niet erg gelukkig met het afgelegen, Spartaanse kantoorgebouw aan de Basisweg.

In mei 2013 verhuist de redactie van DNP naar het Nieuwsatelier, een incubator voor journalistieke start-ups in het centrum van Amsterdam. Medebewoners zijn onder meer de redactie van Follow The Money, de datajournalistieke start-up LocalFocus en het nieuwe crowdfundplatform Yournalism. DNP en Follow The Money zijn de initiatiefnemers van Het Nieuwsatelier aan de Nieuwe Uilenburgerstraat in Amsterdam. Het Nieuwsatelier wordt financieel gesteund door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Het Nieuwsatelier is inmiddels gestopt. Sinds april 2015 huist Follow the Money in BounceSpace, aan de Overtoom in Amsterdam.

Werkruimte in het Nieuwsatelier, september 2013. Foto: Laurens Vreekamp.
Werkruimte in het Nieuwsatelier, september 2013. Foto: Laurens Vreekamp.

De teller van DNP staat in mei 2013 op 23 journalisten, die grotendeels zelf hun stukken in het CMS CMS staat voor content management system. Dit zijn computerprogramma’s waarmee gebruikers zonder al te veel technische kennis documenten en gegevens op internet kunnen publiceren. plaatsen, inclusief foto’s en bijschriften. Aanvankelijk bemoeit Heij zich nog met dat soort eindredactionele klussen, maar met de groeiende stal van schrijvers blijkt dat niet vol te houden.

Alain van der Horst maakt rond dezelfde tijd bekend dat hij naar Greenpeace vertrekt. Joosten: “Jan Jaap en ik hebben nog even met een nieuwe stagiaire met z’n drieën gewerkt, maar toen DNP in de zomer met de ThePostOnline samen ging, hebben we het permablog afgesloten. Het permablog was een onderdeel van de site www.denieuwepers.com. Deze domeinnaam forward nu naar www.reportersonline.nl. Van denieuwepers.com zijn geen snapshots gemaakt door het internetarchief Waybackmachine doordat denieuwepers.com toentertijd geen indexering toestond. Het blog was te veel werk en leverde te weinig op. We zijn daarna geleidelijk gegroeid naar de vorm die we nu zijn: een online publicatieplatform en facilitaire dienst voor freelancers.”

Zeven maanden na de lancering fuseert DNP met ThePostOnline. De naam van DNP verandert in TPO Magazine; het platform wordt de journalistieke betaalpoot van de verder gratis nieuws- en opiniesite. Lees voor meer achtergronden over de fusie de ontstaansgeschiedenis van ThePostOnline op Nieuwe Journalistiek: Bottom-up, geboren uit ergernis. Heij wordt uitgever van ThePostOnline, Ties Joosten neemt vanuit zijn woonplaats Rotterdam de dagelijkse redactionele begeleiding van TPO Magazine op zich.

Lessen uit De Nieuwe Pers

De zomer van 2013 is ook een moment voor een tussenbalans. In een eindverslag van het project The Daily You voor het Stimuleringsfonds voor de Pers beschrijft Heij de eerste ervaringen met DNP. In dit artikel van 4 november 2013 op Persinnovatie.nl worden de conclusies samengevat en geeft Heij een toelichting: Experimenteren met auteursabonnementen.

Tussen de lancering in februari en medio juli heeft DNP via de app en de site in totaal 3500 abonnementen verkocht, wat 1600 à 1800 ‘vaste’ lezers oplevert. Het maximale aantal abonnees ligt per auteurskanaal op ongeveer honderd, maar een aantal kanalen moet het met minder dan tien abonnees doen.

Abonnementenverkoop van DNP, februari-juli 2013. Bron: eindrapportage over het project The Daily You.
Abonnementenverkoop van DNP, februari-juli 2013. Bron: eindrapportage over het project The Daily You.

De auteurs besteden een halve tot een hele dag per week aan het beheer van hun kanaal. Elke abonnee levert de auteur een netto opbrengst van circa 13 euro per jaar op. De conclusie is dat op termijn een omzet van gemiddeld 1500 euro per jaar haalbaar moet zijn. DNP levert daarmee een aanvulling op het inkomen van een freelancer en extra naamsbekendheid. Meer hierover in het eindverslag The Daily You (pdf!).

DNP heeft in het eerste halfjaar niets te klagen over een gebrek aan belangstelling. Elke week melden zich vijf nieuwe auteurs om een kanaal te openen. Sommigen haken af bij het vooruitzicht dat ze via e-mail en sociale media minstens 25 vooraanmeldingen voor een abonnement moeten regelen. Dat aantal is een voorwaarde om van start te gaan.

Die kleine horde gebruikt DNP om te zien of auteurs daadwerkelijk een ‘merkstrategie’ willen omarmen om zichzelf aan de man te brengen. “Het idee is dat je jezelf gaat uitgeven”, zegt Joosten. ”Sommige journalisten vinden dat moeilijk en niet prettig. Als we geen ondergrens zouden hanteren, krijg je veel teleurstellingen.”

Een auteurskanaal beheren vraagt een netwerk en marketingvaardigheden om abonnees te werven en te behouden. Lang niet elke auteur blijkt dat pad op willen.Sommige journalisten die vol goede moed beginnen met het binnenhalen van vooraanmeldingen, halen uiteindelijk niet de benodigde 25.

Ervaring met verschillende abonnementsvormen heeft ook tot een belangrijk inzicht geleid. Het collectieve abonnement op alle kanalen van DNP levert geen complete, zelfstandige media-titel op, omdat DNP geen redactionele koers vaart met een specifieke focus of tone of voice. DNP is geen orkest met dirigent, maar een zaal vol solisten. “De keuze die de oprichters ooit moesten maken (‘Is DNP een krant of een platform?’) is daarmee gemaakt: een platform.” Zie het eindverslag The Daily You (pdf)!

Kiosken en losse verkoop

Een andere belangrijke les is uit de eerste zes maanden DNP is het ontbreken van een mogelijkheid om naast abonnementen ook losse artikelen van auteurs van DNP te verkopen. Die benadering, zonder gedoe klikken op een link om een klein bedrag te betalen en te lezen, zou de verkoop kunnen stimuleren.

Kanalen van auteurs van TPO Magazine in Myjour, september 2015.
Kanalen van auteurs van TPO Magazine in Myjour, september 2015.

De komst van Myjour Myjour is een initiatief van ondernemer Jan Verheul. Het platform biedt de mogelijkheid om losse artikelen uit vak- en publieksbladen en kranten los te kopen. Daarnaast kunnen individuele auteurs zelf een publicatiekanaal openen en beheren. In dit interview met Marketingfacts geeft Verheul zijn visie: Jan Verheul (MyJour): “We hebben veel baat gehad bij de lancering van B.” in de loop van 2013, de herlancering van Elinea Elinea is een publicatieplatform van eReaders Groep BV. Het is op dit moment het enige digitale platform dat een all you can read abonnement aanbiedt. Het platform startte in februari 2011, stopte en maakte een doorstart. Zie Emerce.nl: Artikelenplatform eLinea maakt doorstart. in het najaar van 2013 en de start van Blendle Bekijk voor meer informatie over deze start-up het dossier over Blendle op Nieuwe Journalistiek in april 2014 levert die gewenste nieuwe afzetkanalen. Inmiddels zijn de auteurs van TPO Magazine op al die platforms te koop en te lezen. Het bereik van Heij’s platform is in korte tijd enorm gegroeid.

Het TPO Magazine-kanaal van Arnold Karskens op Elinea, september 2015.
Het TPO Magazine-kanaal van Arnold Karskens op Elinea, september 2015.

“Ik ben erg blij met de komst van de digitale kiosken”, zegt Heij. “Ik wist dat ze eraan zaten te komen, omdat ik de initiële conceptie van Blendle heb meegemaakt bij De Pers. Marten Blankesteijn was daar eindredacteur, maar hij was vaak heel laat met de eindredactie van stukken. Toen ben ik eens gaan vragen: “wat doe jij eigenlijk?” Hij was toen al bezig met een idee voor de losse verkoop van artikelen.” In het voorjaar van 2011 honoreert het Stimuleringsfonds voor de Pers een aanvraag van Marten Blankesteijn en Gert Jan Oelderink (namens een aantal uitgevers) met een subsidie van 165 duizend euro voor het bouwen van een app, om losse artikelen te kopen waarmee de lezer een eigen tijdschrift kon samenstellen. De subsidie is niet gebruikt, omdat de aanvragers het project introkken. Zie voor een eerste ontvangst van het idee in 2011 de ontstaansgeschiedenis van Mymagazine en Blendle op Nieuwe Journalistiek: “Ze komen in onze kranten knippen!”

“Ik wist dat dat binnen een half jaar of een jaar zover moest zijn”, zegt Heij. Inmiddels zijn alle technische obstakels voor losse verkoop uit de weg geruimd. “Nu die kiosken er zijn is alles een stuk makkelijker geworden. De kiosken halen gewoon onze rss-feeds op met de tekst en beeld. Meer is niet nodig. Met een druk op de knop gaat een artikel naar Myjour, Elinea en Blendle en wij hoeven er verder niks voor te doen. Wij doen alles met een WordPress CMS, en kunnen zo op vijf, zes plekken tegelijk publiceren.”

Uniek medium tussen de kranten

Joosten: “De verkoop van abonnementen liep niet eens zo heel slecht. Sommige freelancers hielden daar best wat geld aan over. Maar dat bleek in de praktijk toch een soort crowdfunding te zijn; als lezers een abonnement betalen, betekent dat niet dat je wordt gelezen.”

Bij Blendle kunnen lezers tegenwoordig ook abonnementen koppelen. Als je abonnee van TPO Magazine bent, kun je TPO Magazine gratis lezen in Blendle, zegt Joosten. “Verkoop van losse artikelen heeft een heel nieuwe manier van betalen en lezen opgeleverd. En je bereikt zo toch weer een ander publiek.”

TPO Magazine is de eerste online publicatie in Blendle. TPO is een uitzondering tussen alle van oorsprong papieren publicaties: een exclusief online platform. Joosten: “Wij zijn overigens ook de enige publicatie met links in Blendle. Om dat technisch mogelijk te maken, moesten we een beetje zeuren, want alle andere publicaties in Blendle – kranten en tijdschriften – hebben geen links.”

Joosten: “Bovendien zijn wij de enige publicatie in Blendle waar freelancers zelf geld verdienen aan de verkoop. Wij halen voor een belangrijk deel de angel uit de freelancersdiscussie rond Blendle.” De verkoop van losse artikelen van freelancers levert discussie op over auteursrechten en het delen van inkomsten tussen Blendle en de uitgevers. Zie bijvoorbeeld dit artikel van 16 september 2013 op Villamedia.nl: Blendle: uitgevers moeten rechten regelen.

“Toen Olaf Koens klaagde dat hij nul euro had verdiend aan z’n best verkopende verhaal in Blendle, heb ik gelijk getwitterd: dan had ie maar bij ons moeten publiceren.” Rusland-correspondent Olaf Koens, destijds schrijvend voor de Volkskrant, deed zijn beklag tijdens de uitreiking van de Gouden Pen door Blendle, een prijs voor het best verkochte artikel van het jaar. Een impressie is te lezen op Quote.nl: Nepotistische gezelligheid op het Blendle-fuifje.

Succesfactoren voor journalisten

TPO Magazine biedt op dit moment 70 à 80 auteurs een podium, vertelt Heij. “Een derde is heel actief, een derde doet af en toe eens wat en een derde eens per drie maanden. Vind ik allemaal prima. Het is een publish on demand platform, waarin je kunt publiceren wat je wilt, wanneer je dat wilt, met de inspanning die je er in wilt steken. Het is een beetje te vergelijken met wat Amazon.com doet met zelf publicerende auteurs. Als je er veel energie insteekt, haal je er veel uit. That’s up to you. Als iemand niks doet, kost het mij ook niks. Maar als ze lange tijd helemaal niks doen, haal ik ze op een gegeven moment weg.”

Terugblikkend zijn een aantal zaken anders uitgepakt dan Joosten bij de start van DNP had voorzien. “We hebben in eerste instantie een abonnementenstructuur opgezet, maar het blijkt dat dat voor veel journalisten niet per se de route is waarin een relatie met de lezer tot uiting komt. Die relatie speelt veel meer via sociale media, waarbij afzonderlijke stukken aangekocht kunnen worden.”

Veel mensen volgen liever een bekende journalist en beslissen per artikel of ze het willen kopen en lezen. “De relatie is dus nog steeds belangrijk: een journalist met veel Twitter-volgers heeft meer inkomsten, maar het draait om individuele aankopen en niet om een abonnement. Daarin is duidelijk een verschuiving opgetreden ten opzichte van toen we met DNP begonnen.”

Er zijn een aantal factoren die het succes van een auteur bepalen, zegt Joosten. Een beetje bekend zijn helpt; veel Twitter-volgers ook. Aanbeveling van een artikel in de nieuwsbrief van Blendle of TPO stimuleert ook de verkoop. Persoonlijk gekleurde verhalen doen het verder goed: journalisten die in een stuk iets van zichzelf laten zien. Het best gelezen verhaal van 2014 op Blendle was dat van Olaf Koens, en ging over het neerhalen van vlucht MH-17, beschreven als een persoonlijke impressie van een bezoek aan de rampplek. Het artikel van Olaf Koens verscheen op 21 juli 2014 in de Volkskrant: In het spoor van de dood doen de details pijn.

“Buitenlandverhalen verkopen verder nooit echt goed”, zegt Joosten. “tenzij het over Poetin gaat of de crisis in Oekraïne. En misdaad verkoopt.” Eigenlijk is het niet anders dan vroeger, denkt Joosten. “Een willekeurig verhaal over de privatisering van het drinkwater in Griekenland zou twintig jaar geleden ook weinig aandacht hebben getrokken.”

Blendle-hits en archiefstukken

TPO Magazine heeft al een paar keer een topverkoop beleefd. “Het zijn echt nog uitzonderingen, maar het kan dus al wel. Chris Klomp maakt spraakmakende stukken over misdaad en rechtspraak, en hij doet het goed met een betaald Twitterkanaal. Het Twitter-account @realtwitcourt biedt tegen betaling toegang tot live rechtbankverslaggeving van Chris Klomp. Hij heeft artikelen verkocht via TPO Magazine met een opbrengst die hij niet via verkoop van een stuk aan het Algemeen Dagblad krijgt.”

Naast verkoop van actuele verhalen, zijn er ook journalisten die eerder gepubliceerd werk posten in TPO Magazine. Joosten is een groot fan van zulk hergebruik van journalistieke content. “Heel veel, vooral oudere journalisten, schieten in de reflex dat als iets gepubliceerd is, heel Nederland het dus gelezen heeft. Dat is echt niet zo, zeker in de nieuwe betaalkiosken. Als je daar een paar duizend keer een stuk verkoopt, ben je goed gelezen, maar dan heeft niet heel Nederland je verhaal gezien.”

Een deel van de circa tachtig auteurs inTPOMagazine
Een deel van de circa tachtig auteurs inTPOMagazine

“Hetzelfde geldt ook voor een artikel rechtsonder op pagina acht van Trouw. Zo’n verhaal kun je best na een aantal weken actualiseren en opnieuw gebruiken. Dat is een intelligente manier van met je artikelen omgaan. Voor veel journalisten is het helemaal niet handig om originele content in TPOmagazine te plaatsen, maar ze hebben vaak wel archieven met veel relevante verhalen. Actualiseren of een nieuwe kop en intro kost niet veel tijd, en dan is het ook niet erg als het stuk niet gelijk veel verkoopt.”

Auteurs zetten hun verhalen zelf in het CMS, zegt Joosten. “De eerste verhalen plaats ik, omdat ze zich dan moeten concentreren op het aan de man brengen. Als dat gelukt is – na minimaal vijftig verkopen in Blendle – krijgen auteurs toegang tot het CMS en kunnen ze zelf stukken publiceren.”

Verdeling van inkomsten

Voor de losse verkoop van artikelen is Blendle op dit moment veruit het belangrijkste kanaal. Van het bedrag dat wordt betaald, gaat 21 procent btw af. Daarna gaat er 30 procent Blendle-commissie af en tien procent commissie voor TPO Magazine. Joosten: “Als je dat allemaal uitrekent zie je dat grofweg de helft van de bruto verkoopprijs voor de auteur is.” Bij de huidige verkoopprijs van 69 eurocent per artikel gaat volgens deze berekening 34 cent naar de auteur.

Artikel van Jaap Mees in TPOMagazine, september 2015
Een artikel van Jaap Mees in TPO Magazine, september 2015.

Bovenop individuele inkomsten is er nog een collectieve regeling, waarbij alle auteurs delen in de opbrengst van de totale verkoop van stukken uit TPO Magazine via Blendle. Joosten: “Daarvoor moet je wel een minimaal aantal van tien à twaalf verhalen per jaar publiceren. We mogen alleen in Blendle omdat we een collectief zijn. We proberen er een verdeelsleutel op los te laten, zodat iedereen in TPO Magazine een beetje profiteert van de totale omzet, maar dat het ook eerlijk is ten opzichte van auteurs die het heel goed doen. Je moet natuurlijk wel verdienen aan je eigen successen.”

Van de tien procent commissie kan TPO Magazine zichzelf staande houden. “Wij kosten niet zo heel veel geld. 95 procent van onze investeringen zijn gedaan: de abonnementenstructuur staat, de koppeling met Blendle en andere platforms is gereed. Ik denk dat ik de duurste ben van TPO Magazine. Ties Joosten werkt inmiddels bij Blendle, waar hij eindverantwoordelijk is voor samenstelling van de nieuwsbrieven. Zie het nieuwsbericht van 26 augustus 2015 op Villamedia.nl: Joosten nieuwe ‘redactiebaas’ Blendle. Verder is het prettig dat we konden samengaan met ThePostOnline en dat Vereniging Veronica investeerde. Dat geeft meer garanties voor de lange termijn.”

Een flexibele dienstverlener

Van een medium met abonnementen op journalisten is TPO Magazine volgens Joosten uitgegroeid naar een dienstverlener voor freelancers. Auteurs hebben veel meer opties gekregen.

“We hebben een CMS waarin een journalist z’n stuk kan plaatsen, van daaruit sturen we het naar Blendle, Myjour en Elinea. We kunnen helpen bij het maken van e-books bij uitgeverij Fosfor, of een crowdfunding op poten zetten met Yournalism. Inmiddels halen enkele journalisten van TPO.nl op die manier geld op voor journalistieke verslaggeving. Zie TPO.nl: Wierd Duk, Arnold Karskens en Chris Aalberts gaan crowdfunden. We maken nieuwsbrieven, en kunnen helpen met sociale media. Op die manier proberen we geldstroompjes en verdienmodelletjes voor journalisten te organiseren.”

Een nieuwe inkomstenbron wordt mogelijk een syndicatiedienst in samenwerking met Myjour. Syndicatie is het verspreiden van content over meerdere publicaties. Zie dit artikel op de website van Myjour over de samenwerking tussen Myjour en TPO Magazine: Bied jouw artikelen aan voor herpublicatie via Myjour! “Veel bedrijfsbladen zijn op zoek naar originele content”, zegt Joosten, “maar ze hebben er steeds minder geld voor. Wij hebben een bak met artikelen, die al een keer eerder gepubliceerd zijn. Die kunnen zij aankopen voor bijvoorbeeld zes tientjes of honderd euro per verhaal voor publicatie in een uitgave. Het zal wel even duren voordat het bekend is en iedereen het begrijpt, maar het is weer een nieuw betaalpootje voor journalisten, waar wij alleen maar een vinkje voor aan of uit hoeven te zetten.“

Joosten: “Ik denk dat we steeds beter hebben geleerd om in te springen op ontwikkelingen waar freelance journalisten iets aan kunnen hebben. Dat is de afgelopen jaren alsmaar helderder geworden. Elke keer als er een nieuwe businesscase opduikt, kijken we of we ‘m eraan kunnen koppelen. Het is allemaal simpel: wij hebben geen ingewikkelde voorwaarden, de rechten blijven bij de journalisten. Door in het CMS op de juiste knopjes te drukken kan ik het doorsturen en ben jij er weer vanaf. We zijn bovendien heel flexibel. Nu is Blendle populair, maar als er weer wat nieuws opkomt, bellen we weer op, om te kijken of we onze auteurs erin kunnen fietsen.”


— of — Reageer

Reacties

Leave a Reply